Dietrich Bonhoeffer was een echt authentieke christen. Hij kwam uit een christelijk midden, lutheraans maar niet zo kerkelijk. Hij studeerde theologie en hij heeft dan al zeer vlug stilletjes aan het christendom ontdekt. En niet alleen theoretisch als een interessante levensbeschouwing, maar als iets dat zijn leven radicaal bepaald heeft. En dat heeft hem zijn leven gekost. Hij zei altijd - dat was een overtuiging: wij hebben het recht niet liturgie te vieren als we niet tegelijk ook alles doen om onze solidariteit te tonen met de joden. Hij is dan stilaan tijdens de oorlog in het verzet gegaan. Hij is in de gevangenis terecht gekomen. Aanvankelijk was dat niet zo problematisch want men was niet op de hoogte van de bezwarende feiten dat hij actief had meegedaan met een aanslag op Hitler. Toen men deze documenten gevonden heeft, is hij overgebracht naar de gevangenis van de Gestapo in Berlijn. En dan heeft het niet lang geduurd. Toen de geallieerden oprukten, zijn ze met de gevangenen die nog over waren naar het oosten getrokken en hebben ze hem onderweg geëxecuteerd.
Voor mij is dit het type van een moderne christen: de eenheid beleven tussen een diep geloof en een enorme solidariteit met deze wereld.
En niet alleen met de christen die in verdrukking is, maar met gelijk wie. Dat was juist zijn punt: de kerk is er voor de anderen, niet voor zichzelf. Dat is wat paus Franciscus ons altijd zegt. Het zichzelf willen vervolmaken is niet de weg van de heiligheid. Je kunt het maar worden door het leven te delen met anderen. Het zijn ook anderen die mij helpen om het evangelie te beleven. En dat is heilig zijn: leven volgens het evangelie. Het zijn anderen die mij daarbij helpen. En het is opvallend: Bonhoeffer, een lutheraan, en Franciscus, bisschop van Rome, paus van de katholieke Kerk, zeggen precies hetzelfde. Heilig, wat is dat?
Heilig is christen worden. Dat is onze roeping.
En wat is christen? Hij verwijst naar de Bergrede. Doe ik het voor mezelf of ben ik gegeven aan anderen? En zo begint ook de Bergrede: 'Zalig de armen van geest'. Dat wil niet zeggen 'arm van begrip'. Dat je niet verstandig bent. Dat heeft daar niets mee te maken. Dat wil zeggen dat je niet pretentieus bent, dat je niet jezelf overschat en je niet boven de ander situeert, maar dat je - zoals Paulus het zegt in de Filippenzenbrief - de ander altijd hoger acht dan jezelf.