Deze woorden van de profeet Hosea kunnen een beeld zijn voor de veertigdagentijd die we nu ingaan. Wij worden veertig dagen lang naar de woestijn gebracht, uitgenodigd om in de woestijn te verblijven. Meer zelfs: we worden er toe gelokt door de Heer zelf.
Wat heeft de Heer dan wel met ons voor? Waarom doet Hij dat? Hij wil spreken tot ons hart. En wat Hij ons toezegt, lezen we bij de profeet Joël: "Keert tot Mij terug, van ganser harte. Keert terug tot de Heer uw God, want genadig is Hij en barmhartig, lankmoedig en vol liefde." (Joël 2,12-13)
Blijkbaar is het leven van ons, mensen, zo dat wij ons telkens weer afkeren van de Heer, dat wij wegen gaan die niet de Zijne zijn, dat wij onze eigen wegen gaan. En dat raakt God. Want als wij ons van Hem verwijderen en eigenstandig, onafhankelijk, los van Hem ons leven invullen, dan snijden we onszelf af van het ware leven. Dan komen we alleen te staan. Dan verliezen we wat ons leven tot menselijk leven maakt. Dat raakt God. Hij wil ons daarvoor behoeden. Daarom die roep om ons in de woestijn van de veertigdagentijd te begeven om met ons te kunnen spreken van hart tot hart.
De woestijn heeft het grote voordeel dat er weinig afleiding is. Er is gewoon niets. Er is enkel de stem van God. En daar horen we ook die mysterieuze woorden: "Ik maak het Achordal tot een poort van hoop." Wat is het Achordal? Het is een vallei vlakbij Jericho met gevaarlijke kloven, bewoond door wilde dieren, door slangen en schorpioenen. Het is een plaats van angst, die we als mens zoeken te vermijden, waar we ons liever niet in begeven. In de Schrift krijgt die vallei ook de naam 'dal van verwarring'. En van dit dal wordt nu gezegd dat het tot een poort van hoop wordt.