Geest van liefde, Vuur dat verteert, kom over mij en laat het Woord als het ware weer mensworden in mij.
(Elisabeth van de Drieëenheid)
Stilte en eenzaamheid
De kluizenarij is een unieke woonstructuur in zijn genre. De eremiet woont, bidt en werkt er, neemt er zijn maaltijden en zijn ontspanning, moederziel alleen. Ze maakt zijn hele universum uit. Buiten zijn bezoeken aan de kerk, moet hij niets erbuiten zoeken : alles is hem gegeven in deze minuscule beslotenheid.
Niets is immers nuttiger en weldadiger voor het eenzame leven dan in stilte in de afzondering van de kluis te blijven. Want eens binnen in de kluizenarij met de deur gesloten, kan je al je zorgen van je afleggen om je hart en je verlangen helemaal op God te richten.
Een broeder kwam naar de Sketis-woestijn om van de abt Mozes een richtlijn te ontvangen. De oude man zei tegen hem : 'Keer terug naar je cel en ga zitten, en de cel zal je alles leren.'
In de stilte en de afzondering is de heilige grond te vinden, de plaats waar God jou steeds staat op te wachten om jou te ontmoeten. De eenzaamheid kenmerkt de zoektocht naar God. Het is de weg van het kruis, van Jezus die geïdentificeerd werd met de uitgestotenen en de zondaars (Hebr. 13,13). In de stilte en de afzondering neem je deel aan het lijden en de noden van anderen. Gescheiden van allen, zal je je met allen verbonden weten.
In de Bijbel is de woestijn de plaats bij uitstek waar Gods stem wordt gehoord. Ontdaan van alle hinderend lawaai groeit in deze stilte het besef dat je nooit alleen bent, ook al is er niemand bij je. Juist dan ben je met Christus.
Lectio divina
Ieder mens is geroepen om zelf Woord van God te worden.
De lectio divina is meer dan alleen maar lezen : het is de plaats om God te ontmoeten in Zijn Woord. Het komt erop aan je eigen overtuigingen en nood aan bevestiging tot zwijgen te brengen en ruimte te bieden aan de stem van God.
Mocht ik mijn leven doorbrengen, o Woord, al luisterend naar U. Mocht ik doordrongen zijn, niets anders meer kunnen dan U beminnen.
Lectio en meditatie zijn als tweelingen die onafscheidelijk van elkaar zijn : ze leiden je binnen in het absorberen van het goddelijk Woord.
Gebed
Voor elke christen is het gebed een wezenlijke opdracht, maar voor de eremiet is het een radicale opdracht : het is zijn eerste functie binnen de Kerk. Zo verzamelt hij de gehele wereld in zijn diepste diep en legt hij in zijn gebed allen neer aan de voeten van de Heer.
Het eremitische leven is volledig geconcentreerd op de vereniging met God in voortdurend gebed en contemplatie. Stilte is wezenlijk voor dit onophoudelijke gebed van het hart : ze stelt je in staat naar God te luisteren in plaats van naar jezelf. Heel je wezen zal door je gebed omgevormd worden.
Aanbid de Heer, want Hij is heilig, staat er in een psalm. En nog : Aanbid Hem altijd omwille van Hemzelf. Voor zijn aanschijn werp je dan je kroon neer, je vindt jezelf onbelangrijk en verliest jezelf uit het oog, om je geluk te vinden in het geluk van het Wezen dat je aanbidt, ook te midden van pijn en lijden. Want je hebt jezelf verlaten en bent in een Ander overgegaan.
Volgehouden stil en persoonlijk gebed is levensnoodzakelijk voor de eremiet, zoals het water dat is voor de vissen. Het voert je naar de innerlijke ruimte, de plek van God in jezelf, waar je op intieme wijze voortdurend dicht bij Hem kan vertoeven, wat je ook doet, waar je ook bent.
Het stille en eenzame gebed mondt uit in de zondagse eucharistie, het gebed bij uitstek, waar de verrezen Christus zichzelf meedeelt als voedsel en drank voor elk van ons als lid van het volk van God. Zo wordt de eucharistie een steeds weerkerende herbronning en hernieuwing van het ja-woord van het hart om voor Hem en van Hem alleen te leven.
U elke dag mogen ontvangen... En dan van de ene Communie naar de andere toeleven... Eén met U, in uw intimiteit... O dat lijkt mij de hemel op aarde!
Het vieren van de eucharistie is de voornaamste reden om de kluizenarij te verlaten. Dat is een diep en zinvol geheim. Want in de eucharistie bouwt Christus zijn gemeenschap op. Ze verdiept op die manier het bewustzijn dat je in de afzondering deel blijft uitmaken van dat groter geheel van de broederlijke geloofsgemeenschap en van het Gods volk in de ruimste betekenis van het woord.
Armoede
De weg naar de vereniging met God is die van de nederigheid en armoede. Het is eerder een weg van onteigening, dan van het verwerven van bezit. Het leven in de kluizenarij is dan ook uiterst sober en eenvoudig, en voorziet volledig in eigen behoeften. Met weinig middelen leven en werken vraagt een stevige dosis creativiteit, maar werkt bevrijdend en kan innerlijk erg verrijkend zijn.
Een trouwe dienaar van het eremitische leven streeft ernaar om elke hunker naar bezit uit zijn hart weg te wissen en elke gehechtheid aan de goederen die hij noodzakelijker wijze moet gebruiken. Bezitloosheid openbaart hem de schoonheid van de dingen.
Abt Agathoon was wijs in het verstandelijke en vol ijver in het lichamelijke ; en in alles stelde hij zich met weinig tevreden : in zijn handenarbeid, zijn voedsel en zijn kleding.
De sobere levensstijl en het ontwikkelen van kleinschalige landbouwactiviteiten om in de eigen noden te voorzien, zijn een voorbeeld van hoe je zorg kan dragen voor de schepping. Op die manier getuigt deze levensstijl van de waarde van wat meer op maat is, meer in overeenstemming met de diepere noden van de menselijke geest. Zo vervult de eremiet zijn rol in de wereld.
Natuur... een lofzang op de schepping
Om zoveel mogelijk in de eigen voedselbehoeften te voorzien, worden er ook kleinschalige landbouwactiviteiten verricht. Maar meer nog is het werken in moestuin en boomgaard, het hoeden van een kleine kudde Belgische melkschapen, alsook het maken van brood en kaas, een actief meewerken aan de schepping. Zo brengt de natuur op bijzondere wijze de relatie tot de Schepper en Schenker van dit alles tot leven.
Heel de natuur lijkt mij zo vol van God : de wind in de grote bomen, de vogeltjes die fluiten, de mooie blauwe hemel, alles spreekt mij van Hem ! En dat Hij dat allemaal voor ons gemaakt heeft...!
Door creatieve en eenvoudige handenarbeid draagt de eremiet bij tot zijn dagelijkse levensonderhoud. Arbeid buiten de kluizenarij echter zou de zo begeerde eenzaamheid in de weg staan. Daarom wordt gezocht naar een soort werk dat binnen de muren van de kluizenarij kan gedaan worden. Alle werk gebeurt in stilte en eenzaamheid en blijft voor het overgrote deel onzichtbaar voor de ogen van een buitenstaander.
Eenvoudige handenarbeid verricht in de stilte van de kluis, zelfs als ze niet strikt noodzakelijk is voor het levensonderhoud, is bovendien onontbeerlijk om de ledigheid, die de vijand van de ziel is, te vermijden. De handenarbeid is als een anker : het brengt je geest tot rust, geeft richting aan je gedachten en helpt je om in je hart dicht bij God te vertoeven, zelfs gedurende langere tijd, zonder je te vermoeien.
Toen de heilige abt Antonius in de woestijn verbleef, overvielen hem eens lusteloosheid en zeer sombere gedachten. En hij sprak tot God : 'Heer, ik wil gered worden en mijn gedachten staan het mij niet toe. Wat moet ik doen in mijn kwelling? Hoe kan ik toch gered worden?' En hij stond even op, ging naar buiten, en toen zag Antonius iemand als hijzelf die zat te werken, dan van zijn werk opstond en bad, en weer ging zitten om aan zijn snoer te vlechten, om daarna weer op te staan om te bidden.Het was nu een engel van de Heer, uitgezonden om Antonius terecht te wijzen en gerust te stellen. En hij hoorde de engel zeggen : 'Doe zo en u wordt gered.' En het horen hiervan schonk hem grote vreugde en moed. En hij deed aldus en werd gered.
Gebed en werk staan niet haaks op elkaar ; ze vullen elkaar aan en geraken in elkaar verstrengeld. Door actief mee te werken aan de schepping door het werk van je handen loof je de Heer en heilig je de Schepper. Het werk belet je dus niet te blijven bidden. Welke taak je ook aanpakt, ze is niet alleen op zich belangrijk, ze is tegelijk de plaats waar God je op dat ogenblik wil ontmoeten.
Getuigen en verkondigen
Zending is een opdracht van heel de Kerk. Ook het leven van de eremiet moet van dit zendingsbewustzijn doordrongen zijn. Het getuigen en de verkondiging in parochies, gemeenschappen en groepen die erom vragen is een uitdrukking hiervan.
Er wordt echter zorgvuldig over gewaakt dat deze verkondiging buitenshuis het leven in afzondering in de kluis niet inhoudsloos en ijdel maakt. Daarom worden deze ontmoetingen beperkt tot enkele keren per jaar.