Broeders en zusters,
De tweede lezing voor deze Goede Vrijdag komt uit de brief aan de Hebreeën. Daar horenwe deze zin over de gehoorzaamheid van Jezus: ‘Om zijn vroomheid is Hij verhoord: hoewel Hij Gods Zoon was heeft Hij in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd; en toen Hij het einde had bereikt is Hij voor allen die Hem gehoorzamen oorzaak geworden van eeuwig heil’ (Hebr. 5, 7-9). Het zijn werkwaardige woorden over Jezus: ‘Hij heeft in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd’. Twee woorden vallen op: (1) dat Jezus nog gehoorzaamheid heeft moeten leren, en (2) dat Hij die gehoorzaamheid geleerd heeft in de school van het lijden.
Jezus moest als mens geworden Woord van God nog leren wat het betekent in alles gehoorzaam te zijn aan zijn Vader, aan zijn roeping en aan zijn zending. Voor geen enkel mens gaat gehoorzaamheid vanzelf, dus ook niet voor Jezus. Langzaam heeft Hij gehoorzaamheid geleerd, met vallen en opstaan. Hij bleef niet gespaard van confrontaties en conflicten, zoals we lezen: ‘Hij werd zelf op allerlei manieren op de proef gesteld, precies zoals wij, afgezien dan van de zonde’ . En vooral: zijn gehoorzaamheid moest nog de proef van het lijden doorstaan. ‘In de school van het lijden heeft Hij gehoorzaamheid geleerd’: daarover gaat het op Goede Vrijdag. Zijn er nog andere scholen dan het lijden om gehoorzaamheid te leren? Ja, ongetwijfeld.
Sommigen leren gehoorzaamheid uit de boeken en de films. Ze kunnen er urenlang over vertellen: verhalen over zeer verregaande en heilige gehoorzaamheid aan je roeping en zending. Ze kunnen precies uitleggen hoe dat in zijn werk gaat, hoe veeleisend bepaalde opdrachten of missies wel kunnen zijn. Ze genieten ervan hun helden te zien worstelen. Alleen: ze hebben het over anderen, niet over zichzelf. Zelf hebben ze het niet meegemaakt.
Anderen leren gehoorzaamheid uit de stoel of zetel van wie bevelen geeft. Ze weten bijzonder goed wie ze met welke opdrachten kunnen belasten, hoe ze medewerkers op hun prestaties moeten beoordelen, welke taakverdeling onder hun personeel nodig is. Ze kunnen de gehoorzaamheid goed en efficiënt organiseren. Alleen: ze hebben het over ondergeschikten, niet over zichzelf. Zelf hebben ze nooit onderaan de ladder gestaan.
Weer anderen leren gehoorzaamheid uit de theorie en de principes. Ze weten bijzonder goed welke regels voor iedereen gelden, altijd en overal. Ze kunnen logisch verklaren waarom iets moet of niet moet, iets mag of niet mag. Ze halen hun argumenten bij gezagvolle auteurs en teksten. Zij kunnen de gehoorzaamheid goed uitleggen. Alleen: ze hebben het over de theorie, niet over het concrete leven. Zelf staan ze met hun gedachten boven de mensen, hun broers en zussen.
Jezus heeft gehoorzaamheid geleerd in de school van het lijden. Hij vertelde er geen grote verhalen over. Hij gedroeg zich niet als een held. Hij deed wat Hem te doen stond, zonder veel woorden. Hij stond niet boven de gehoorzaamheid, maar midden erin.
Hij gedroeg zich niet als iemand die gehoorzaamheid organiseert, maar als iemand die gehoorzaamheid uitvoert.
Hij had het niet over anderen, maar over zichzelf. Lager op de ladder kon Hij niet meer staan. Nergens meer dan in het lijden, werd Hij een mens als wij, een kleine en verloren mens. En dat alles ‘hoewel hij Gods Zoon was’, zegt de brief aan de Hebreeën.
Niets verplichtte Jezus daartoe, Hij deed het vrijwillig. Hij daalde af tot waar liefde een lijdensweg wordt, tot waar gehoorzaamheid en zelfopoffering in elkaar overgaan.
Daarvoor past vandaag stille eerbied en dankbaarheid.
Amen.
+ Johan Bonny
Bisschop van Antwerpen