Zoals het Woord vlees kan worden, zo kan het vlees ook af en toe Woord worden. Maria heeft dat aan den lijve ervaren: 'Welk woord uit het evangelie is voor mij bestemd?' De stem van Jezus ook met eigen oren willen horen is binnentreden in de broosheid van Gods onderneming. Je weet nooit welke vraag Jezus in reserve heeft of hoe Hij je verdere weg zal beïnvloeden. Door Jezus is er ontmoeting mogelijk tussen God en de mensen.
Zr. E.: In de bijbel gebeuren er op bergen altijd belangrijke dingen. Er is afstand ten opzichte van het platte, het alledaagse en je krijgt er een beter zicht op de grote lijnen, op de rode draad die loopt doorheen datgene wat je doet. Op die bergen kunnen God en mens elkaar ontmoeten. Denk aan Mozes: 40 dagen en 40 nachten blijft hij op de top van de Sinaï tot God met hem spreekt zoals een man spreekt met zijn vriend. En daar, boven op die berg, krijgt Mozes de tien geboden. Denk ook aan Elia: op de berg Horeb in de rotsholte wordt hij in de stilte God gewaar als in het suizen van een zachte bries. Zowel voor Mozes als voor Elia wordt duidelijk welk hun opdracht is en bovenal dat zij, bij het vervullen van die opdracht, kunnen rekenen op God.
Mgr. J. B.: Ook Maria hoefde de werkelijkheid niet te verbloemen om blij te worden. Haar vreugde komt van elders: uit de ervaring dat zij mee mag werken met een God die grote dingen doet aan kleine mensen. Een God die omziet naar de zwakken van deze wereld. Een God die barmhartig is en voor ieder van ons een prachtige toekomst heeft bereid. Dat die God haar nodig heeft en dat zij aan die God haar ja-woord mag geven: dat maakt haar blij.
Zr. E.: Je zou kunnen zeggen dat God lacht door of via haar. De Tenhemelopneming van Maria leert ons God te zoeken in de hemel, waar Maria en de engelen zijn. Die hemel vinden we niet hoog boven ons maar wel in de diepste diepten van onszelf. De franse schrijver Paul Claudel was ontroerd over de 'herstelde schoonheid van de door genade stralende vrouw'. In haar armen genezen we. 'Dios para salve Maria', God groet je, Maria. Zij zoekt het kind dat wij toch ook allemaal zijn. Hoe vaak hebben we Hem gezocht en niet gevonden? En God antwoordt : 'Wat weet je weer weinig van mijn plannen. Begrijp je dan niet dat zoeken al vinden betekent? Ik ben al in je verlangen. Ik heb dat toch in je hart gelegd. Ik zoek ook jou.'