Haar feestdag is op 13 augustus.
De oudste vermelding van een toewijding aan deze heilige vinden we in de Vita S. Gerulfi, bewaard in de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag, en daterend tussen 944 en 953. Men verhaalt daarin het leven van de H. Gerulfus die na zijn dood medio de 8ste eeuw begraven werd in de S. Radegundis basilica te M erendree. Geboren in 518 als koningsdochter in Thüringen kwam Radegundis op 10-jarige leeftijd en samen met haar broer als gijzelaar terecht bij de Merovingische koning Clotarius I. Zij werd gedoopt door de H. Medardus, bisschop van Noyon. Ze huwde uiteindelijk Clotarius, maar naast haar taken als koningin, wijdde ze haar leven aan goede werken. Het koninklijke huis waar ze opgevoed was, richtte ze in als hospitaal voor behoeftige vrouwen. Maar haar roeping lag ergens anders: zij wou haar leven volledig wijden aan God in een klooster. Zij trok zich terug in een klooster in Poitiers, die ze onder de bescherming bracht van het H. Kruis, nadat ze van keizer Justinianus II van Byzantium in 569 een stukje van het echte kruis als reliek ontvangen had. Zij leefde zeer teruggetrokken en stierf uiteindelijk op 13 augustus 587. Vanuit Poitiers, waarvan ze de patroonheilige is, breidt haar cultus zich niet alleen over heel Frankrijk uit, maar ook over Engeland en Spanje. Zij is de patrones van de gevangenen en is de beschermvrouwe van de Orde van de Trinitariërs, in 1198 gesticht door de heiligen Jean de Matha en Félix de Valois. Deze ridders/monniken hadden als opdracht de in het Heilig Land gevangen genomen kruisvaarders en christelijke slaven te verlossen.
Ze wordt aangeroepen tegen de haaruitval, de lepra, schurft en eczeem en zweren.
De H. Radegundis wordt voorgesteld als hoofse dame met kroon, scepter en ingezaaide bloemen op haar mantel. Soms wordt ze ook afgebeeld als kloosterzuster met een open boek in de hand, verwijzend naar het feit dat er in haar klooster veel aandacht werd geschonken aan het leren lezen en schrijven.
Het zuidelijke zijaltaar van de kerk van Merendree is toegewijd aan de H. Radegundis en draagt ook haar beeld. De heilige staat afgebeeld als koningsvrouw in een lang gewaad met wijde mantel om haar heen. Om haar hals, in haar haar en aan haar oren draagt ze normaal sieraden, die uit veiligheidsoverweging bewaard worden in de brandkast. Zij reikt een beurs aan een éénarmige bedelaar aan haar voet. De verhoudingen tussen beide beelden kloppen niet. De bedelaar is vrij klein. Het beeld werd duidelijk geconcipieerd om van beneden af gezien te worden.
De ceremoniestaf draagt de afbeelding van de H. Radegundis. De heilige wordt hier voorgesteld als kloosterzuster met een open boek en voorzien van een kroon. Verzilverd koper, neogotisch. Merendree, Sint-Radegundiskerk. De staf werd gedragen door de ceremoniemeester die de pastoor bij plechtigheden voorafging.
Bronnen:
Het tijdschrift van de heemkundige kring “Het Land van Nevele” & "Doorleefd Mysterie" van Martine Pieteraerens en Livia Snauwaert, Gent 2005.