kapelletje van St Jozef
De maand maart begint alweer. Een oude christelijke traditie wil dat we dan Sint-Jozef een ereplaats geven. We brengen kaarsen bij zijn beeld en vragen zijn voorspraak voor onze gezinnen en onze werkende mensen. In de Pastoor Dergentstraat in Lichtaart staat zijn kapel op het topje van de heuvelrug vlak bij een mooie holle weg. Met veel liefde onderhouden Hugo en Francine Puts-Michiels de omgeving en de veldkapel, die bijna 150 jaar oud is. Ze willen graag hier het Licht van Betlehem brandend houden tot Pinksteren. Willen jullie ze helpen, dan mag je kaarsen afgeven op hun thuisadres vlak in de buurt, Hukkelbergse Weg 7. Je mag natuurlijk ook bellen om je komst aan te kondigen op 0470 60 61 05. En zo kan iedereen zijn kaarsje bijdragen om de boodschap van Vrede op Aarde uit te dragen aan alle mensen van Goede Wil. We verspreiden het vuur van verbondenheid steeds verder, ook in onze scholen en de vele andere kapellen in onze drie parochies.
VP

kapelletje van Achterlee
Toen we het licht van Bethlehem naar het kapelletje van Achterlee brachten ontmoetten we er drie authentieke buurtbewoners: Mariette en André Eyckmans en Wis (Ludovica Josepha) Truyens. Ze openden fier de deur van het gebedshuisje en vertelden ons een verhaal van generatielange toewijding. Wis, de naaste buurvrouw van het bedehuisje, is al 98 jaar oud maar nog goed te been en helder van geest. Zij wist uit overlevering dat haar overgrootvader Joannes Franciscus Truyens (1827-1918) de grond voor het kapelletje geschonken had. Maar in welk jaar het kapelletje gebouwd werd, kon ze niet precies zeggen. Het moest in elk geval meer dan honderd jaar geleden zijn. Mariette en André, dochter en zoon van de onlangs overleden Maria Renders, verzekerden ons dat de zorg voor de kapel reeds generaties lang van moeder op dochter was doorgegeven. Hun moeder Maria Renders nam de taak over van haar moeder Maria Van Bouwel, die zelf haar moeder Mie Diels opvolgde en deze nam de zorg over van haar schoonmoeder Mieke Van den Broeck. En nu was het de beurt aan Mariette Eyckmans. Maar wie het na haar zou doen, daar was ze wel bezorgd om. Haar moeder had van dit kapelletje altijd een erezaak gemaakt. De oorkonde die ze in 1989 gekregen had als erkentelijkheid voor het mooist verzorgde kapelletje, had al meer dan 30 jaar een ereplaats in haar woonkamer. Broer André bracht het licht van onze kaars over naar de noveenkaars (zie foto). Die werd centraal voor het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig-Hart geplaatst. En Mariette wil, zoals haar broer het toepasselijk zei, het licht van Betlehem als een olympische vlam brandend houden tot Pinksteren om zo de boodschap van vrede op aarde voor alle mensen van goede wil te verspreiden. Wie haar wil helpen kan een centje in de offerblok steken of een kaars afgeven op haar thuisadres Poederleestenweg 172.
Thuis gekomen doken we in het parochiearchief om de historische informatie van deze kapel op te diepen. We vonden al snel dat de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig-Hart te Achterlee werd opgericht in 1882. Ze past helemaal in het toenmalig streven van de kerk om in elk gehucht de devotie voor het Heilig-Hart te stimuleren. Op het einde van de 19de eeuw wordt men zich meer en meer bewust van de sociale onrechtvaardigheid die heerst in de maatschappij. De katholieke kerk stelt daar tegenover dat de liefde en goedheid van Jezus die door zijn lijden en kruisdood zichtbaar is geworden, alle mensen moet aanzetten tot naastenliefde. Het Heilig-Hart is het symbool van deze goddelijk goedheid en barmhartigheid. Het beeld in de kapel vertolkt deze symboliek. Maria met het Kind Jezus op de arm verwijst naar het hart van haar kind. Door het volk te stimuleren tot persoonlijke vroomheid voor het Heilig-Hart wil de parochie de naastenliefde bevorderen om zo via het geloof te strijden tegen sociale onrechtvaardigheid, structureel onrecht en uitbuiting. De kapel getuigt, nu bijna 140 jaar, van een levende en christelijke verbondenheid in lief en leed met zijn buurtbewoners. Moge het licht van Bethlehem in deze coronatijd, waarin we zo weinig mensen mogen ontmoeten, een uitnodiging zijn om die verbondenheid met onze naasten te bewaren.
VP-JH

Sint-Barbarakapel
Toen we het Licht van Betlehem naar het hoogste puntje van de Kloosterstraat brachten troffen we er Jef Bisschops aan die net bezig was de omgeving van zijn voortuin en het nabijgelegen kapelletje op te knappen. Hij was graag bereid samen met zijn echtgenote Rita Buyens onze kaars in ontvangst te nemen.
De kapel is in 1959 opgericht op initiatief van de Lichtaartse mijnwerkersvereniging. Ze werd gratis ontworpen en gebouwd door aannemer Louis Hermans. De gekende volksfiguur Jos Vanheuckelom, zelf ook mijnwerker, was stuwende kracht achter het initiatief. In 2017 werd de kapel door de gemeentelijke diensten helemaal opgeknapt en sedertdien zorgt de buurt in de Kloosterstraat voor het onderhoud. Wie het licht in deze kapel mee brandend wil houden tot Sinksen kan zijn bijdrage leveren door een noveenkaars te schenken aan Jef en Rita Kloosterstraat 54B.
Sint-Barbara wordt als patroonheilige aangeroepen tegen de plotse dood. Ongevallen in koolmijnen kwamen helaas, ook in ons land, meermaals voor. Op 8 augustus 1956 verloren 262 mijnwerkers het leven in Marcinelle, nabij Charleroi. Mijnwerkers zijn er niet meer in ons land. Maar als monument heeft deze kapel zeker nog een bijzondere betekenis. Andere gevaarlijke beroepen, die ook met een plotse dood kunnen geconfronteerd worden, hebben Sint-Barbara ook als patrones. Daarom organiseren in de week van 4 december (feestdag van de heilige Barbara) brandweerkorpsen en legereenheden van ontmijners en artilleristen hun jaarlijks feest. Moge het licht van Betlehem ook de boodschap uit het kerstverhaal levendig houden.
JH - VP
Kapel in de Molenstraat
Een christelijke boodschap van ‘Vrede op Aarde‘ doorgeven in deze coronatijden is niet eenvoudig. Ons samenkomen is aan strikte regels gebonden. Via kleine symbolische acties wil de kern van onze parochiale medewerkers toch het vuur brandend houden. De vlam die met Kerstmis in Bethlehem werd ontstoken, wordt tot in de kleinste uithoeken van onze dorpen doorgegeven. Op de splitsing van wegen tussen Molenstraat, Klein Plaats en Dressenstraat staat een mooi kapelletje geruggesteund door een prachtige geknotte lindenboom, die als een zevenarmige kandelaar het bedehuisje eert. Het pleintje achter de kapel is door de gemeente als sfeervol parkje ingericht. Wie de verhalen beluistert, die door de bewoners van de Molenstraat vertelt worden, komt onder de indruk van deze relikwie van volksdevotie en volksverbondenheid. Het gebouwtje werd ingewijd in 1929. Het kwam er op initiatief van de bijzondere weldoenster de weduwe Goris-Geudens, zo schreef pastoor Berghmans in zijn aantekeningen. De vrouw, Maria Victoria Geudens, verloor haar man en drie van haar zeven kinderen op jonge leeftijd. Voor het werk en de kosten van de aanvoer van de bouwmaterialen en de oprichting van het bedehuisje kon ze rekenen op heel wat medewerking. Het kapelletje was er immers voor iedereen van de buurt. Het werd toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand. Na het overlijden van hun moeder zorgden de zonen Peter en Louis Goris en hun ongehuwde schoonzus Maria Verlinden voor het onderhoud. Leonie Janssens van de buurtwinkel nam daarna de zorg over. En nu al meer dan 45 jaar heeft haar dochter Josephine Lammens de taak op zich genomen. Samen met haar man André Govaerts nam ze het Licht van Bethlehem in ontvangst met het voornemen het met de hulp van de buurt brandend te houden tot Pinksteren. Wie hen wil steunen kan een geldstuk in het offerblokje steken of een kaars afgeven op hun adres in de buurt Molenstraat 22.
VP en JH (L)

Sint-Rochuskapelletje
Eeuwenlang lag het Sint-Rochuskapelletje op het topje van de heuvelrug naast een mulle zandweg die vanuit het dorp naar het gehucht Stenenstraat slingerde. Stemmige holle wegen omzomen nu nog dit fleurig bebost heuveltje en maken het tot een uniek Lichtaarts pareltje. Toen er vorige eeuw een nieuwe straat werd aangelegd kreeg ze heel toepasselijk de naam van haar allereerste ‘bewoner’. Maar het bedehuisje is dus veel ouder dan de straatnaam. Iedereen wordt er in dit covid-jaar aan herinnerd dat in vorige eeuwen nog meer besmettelijke ziekten zoals de pest onze dorpen teisterden. Een vaccin bestond nog lang niet. Onze mensen deden een beroep op de goddelijke hulp, zoals Rochus het in zijn tijd ook gedaan heeft. Tot 1670 brak ‘de zwarte dood’ geregeld uit. In 1519 maaide ze zelfs 164 mensen weg uit de parochie Lichtaart, die toen amper 400 inwoners telde. Bidden en op de vlucht slaan tot het onheil was geweken was in die tijd de enige oplossing. In 1874 werd het kapelletje vernieuwd en kreeg het zijn huidige vorm. Ook voor andere ziekten zoals de veepest bleven onze dorpelingen een gebedstocht ondernemen naar het kapelletje, tot in het begin van de vorige eeuw. Door de opkomst van geneesmiddelen raakte het huisje stilaan uit de belangstelling tot een paar vlegeldorsers in 1995 het gebouwtje weer helemaal opknapten. Pastoor Karl Wouters kocht toen een nieuw Sint-Rochusbeeld en het kapelletje werd met behulp van de buurtbewoners en een rustbank van de gemeente weer een aantrekkelijk pleisterplekje. Leo Leysen en Hugo Peenen droegen er jaren zorg voor. Thans is het kapelletje in de goede handen van Chris Puts en haar man Paul Olieslaegers. Als het weer wat warmer wordt zetten ze de deur open en kan iedere bezoeker of passant een woordje neerschrijven in het schriftje dat bij het beeld wordt gelegd, of even mijmeren op de rustbank. We brachten op 22 februari het licht van Bethlehem naar deze mooie kapel en overhandigden het aan Chris en haar dochter Elise. De krokussen stonden toen fleurig naar het zonlicht te hunkeren. Wie wil bijdragen aan de goede zorgen mag altijd een centje in het offerblok steken of kaarsen e.d. afgeven op het adres Sint-Rochusstraat 57.
VP en JH