Ligging >>>
Deze kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van de vrede werd na de tweede wereldoorlog gebouwd in de Neerstraat te Leupegem (nu Diependale) nabij de intussen verdwenen brug over de nu gedempte Scheldearm ter nagedachtenis van de 26 slachtoffers die daar aan de brug over de Oude Scheldearm in tragische omstandigheden op zondag 19 mei 1940 het leven lieten.
Toen de Belgische troepen zich terugtrokken achter de Schelde, lag Oudenaarde en Leupegem op de vuurlijn. De terugtrekkende legereenheden ondervonden van de vluchtelingen grote hinder. Hierdoor waren zij verplicht secundaire en slechte wegen te berijden want ze konden de landgenoten niet dwingen andere wegen te nemen, hierdoor konden zij maar traag terugtrekken met als gevolg dat er grote files ontstonden en zij zeer kwetsbaar waren voor luchtaanvallen.
De verdediging van Oudenaarde was in handen van de Britse troepen, die alle bruggen hadden voorzien van springladingen. In afwachting stroomden de vluchtelingen er over in westelijke richting.
Op 12 mei, Pinksterdag, te 7 uur ´s morgens beleefde ons dorp een eerste bombardement, waarbij echter slechts enkele runderen van Richard Eeckhout gedood werden.
Hoewel in de loop van de volgende dagen aan de inwoners de raad gegeven was de gemeente te verlaten, waren er toch een aantal Leupegemenaren ter plaatse gebleven, o.m. de herbergier De Cridts en zijn gezin, die nabij de brug woonden.
Op zondag 19 mei, kort vóór de middag waren enkele vluchtelingen even gaan verpozen, in die herberg.
Pas waren die mensen terug de straat op tussen de vele andere vluchtelingen, toen enkele Duitse vliegtuigen boven de stad verschenen.
Iedereen zocht bescherming tegen de huisgevels. Drie bommen vielen in een rechte lijn, op 10 meter van elkaar in de Jan Baptist Eeckhoutskaai, twee andere vielen 50 meter verder. Er waren geen menselijke slachtoffers. Wel werden een koe en een 100 tal kiekens gedood, terwijl ruiten aan diggelen vlogen. Verder viel een bom nabij de IJzeren spoorwegbrug aan de Tonkin en in de Bergstraat, waar de Rijkswacht gedeeltelijk vernield werd.
De zwaarste ravage gebeurde echter in de Leupgemse Neerstraat (de huidige Diependale). Daar regende het bommen bedoeld voor de brug, doch die terecht kwamen op huizen. Drie stortten in en brandden later ook uit. Aan de overzijde van de straat werd een Britse legerauto, geladen met munitie, getroffen. De wagen, waarin de chauffeur nog achter het stuur zat, ontplofte en brandde uit. De vlammen sloegen over op de huizen aan die straatkant. Gensters staken het vuur aan een lont van de brug, waardoor de noordzijde ontplofte. De luchtverplaatsing blies twee Engelse Mitrailleurs, opgesteld op het huis van Frederik Verzele, van het dak op de straat.
Toen de bewoners uit hun geteisterde woningen kropen, vonden zij op straat de verminkte lijken van 20 vluchtelingen en 6 Engelse soldaten. De ravage was zo groot dat slechts 15 van de 26 lijken konden worden geïdentificeerd. Talrijke vluchtelingen kwamen uit Lanaken.
Om 15.00 uur deden de laatste Engelse soldaten de IJzerwegbrug aan de Tonkin springen en verlieten onze gemeente na het huis van Kamiel De Pourcq, langs de Schelde, te hebben gedynamiteerd en de telefoon- en elektriciteitsdraden afgesneden te hebben. Tussen “d’Hutte” en “Den Ancker” (Melden) werden vijf schepen tot zinken gebracht.
Om 17.00 uur sprong het zuidelijk deel van de brug In de Neerstraat.
’s Anderendaags maandag 20 mei, werd de strijd om de Schelde ingezet. Rond 13.30 uur kwamen Duitse voorposten per moto de Edelareberg afgereden op verkenning. Te 15.00 uur begon het mitrailleurvuur dat, bij pozen onderbroken zou duren tot de donderdagmiddag. Vanaf 19.00 uur traden ook kanonnen in actie. Ze waren opgesteld te Mater, Maarke-Kerkem, Edelare en in onze gemeente op de Pontstraat (de huidige Vlaamse Ardennendreef). Ze kregen rond 21.15 uur nog de hulp van een zwaar kanon, opgesteld op een gepantserde trein.
De beschietingen om dit kanon uit te schakelen werden nefast voor de Vontstraat. De kerk, de Pastorij, de Brouwerij de Bisschop en het café “de Harmonie” werden zwaar getroffen. In de brouwerij zaten een 60 tal geburen verscholen toen een obus voor hen insloeg, gelukkig zonder slachtoffers te maken. De 80 obussen die insloegen in de Vontstraat maakten enkele slachtoffers van wie er één later overleed aan haar verwondingen.
Op de 22 mei waren er nog beschietingen en pas ‘s anderendaags verminderde het kanonvuur. De Engelsen hadden zich teruggetrokken tot in Oudenaarde.
Leupegem telde aan het eind van WO II vier burgerlijke slachtoffer onder zijn inwoners, een soldaat werd zwaar gekwetst waarbij een been werd afgezet. Een afgevoerde inwoner verdween in een concentratiekamp.