… symbolisch uitgedrukt met dit hart (zie foto in bijlage). Vorig jaar kreeg ik van de bewoners van het atelier dit HART… 150 rode knopjes zijn erin verwerkt en ze staan symbool voor de 150 bewoners die ik al 37 jaar in “mijn” en “jullie” hart draag. Het heeft bij mij centraal in de living een plaatsje zodat ik meerdere keren per dag naar de bewoners “kijk”. Deze week was het weer ongeveer een jaar geleden dat ik hen letterlijk in mijn armen sloot en het weerzien deed weer zoveel deugd. Het gevoel dat ik daarbij heb, is moeilijk in woorden te omschrijven: als ik toekom in het instituut wappert de Belgische vlag naast of liever samen met de Hongaarse vlag.
Over politiek, grenzen, taal en beperking heen, blijven we voor eeuwig verbonden. Zsuzsa, de directrice, omarmt me als eerste en dan Verko (een jongen die er al 37 jaar verblijft). Hij is mijn numero uno wat de bewoners betreft en hem sluit ik heel hard in de armen, in zijn spastische armen die zoveel vriendschap uitdrukken, vriendschap voor alle bewoners van het instituut. Ik heb tranen in de ogen van pure blijdschap maar ook van ontroering omwille van alle knuffels die langer duren dan normaal, precies om nooit meer los te laten… en dat heb ik hen ook beloofd, dat weten jullie; zolang ik kan, zal ik samen met jullie voor hen een klein lichtje zijn op hun weg, maar zij ook op “onze” weg want Ipolytölgyes, het Szent Erzsebet Instituut is “EEN GEWELDIGE PLEK”! Op deze plek, in Ipolytölgyes, vergeet je even de harde wereld waarin we leven. Hier in Ipolytölgyes mogen mensen zijn zoals ze zijn en allemaal hebben ze een beperking, de meesten heel zware beperkingen en toch is er daar vrede op aarde, stellen zij zich open voor iedereen die aanklopt, maken zij geen onderscheid tussen dik of dun, of blank of zwart of gekleurd, of nationaliteit of religie. Het stemt een mens wel tot nadenken.
En nu ga ik hun verhaal vertellen, blije en droevige gebeurtenissen uit het leven gegrepen van de 150 bewoners en hun vrienden, het personeel. Wie hier werkt, wordt ongewild een vriend van hen, ik zou het zelfs één grote familie durven noemen. Het personeel dat hier werkt, ziet de bewoners graag. Ook de mensen die in de wasserij werken, of in de keuken, of een poetsvrouw, of op bureau of een werkman; allemaal zijn ze bekommerd en bezorgd voor hun bewoners en dat merk je in veel kleine dingen.
Vorig jaar was er een groot personeelstekort; alle “werkers” moesten heel veel uren kloppen, een heel zware periode maar de bewoners hebben er niet onder geleden. Alle activiteiten die jaarlijks plaats vinden, zijn doorgegaan. De trips, de vakantie, de optredens, de jaarlijkse feesten,… alle personeelsleden zetten een tandje bij en nu het heel goede nieuws: er zijn 17 nieuwe collega’s bij gekomen!!! Alle middelen werden ingezet om nieuwe “werkers” te vinden; sociale media hebben hun werk gedaan maar het personeel was hierin ook actief; ze werden dan ook beloond wanneer ze een nieuw personeelslid aanbrachten. Dit nieuwe personeelslid moest minimum 6 maand blijven en dan kreeg het personeelslid die een nieuwe werker aanbracht, een financiële bonus. Voor de 150 bewoners zijn er nu 82 “verzorgers”: 8 pedagogen, 1 fysiotherapeute, 2 kinesisten, 5 verpleegsters, 2 sociaal werkers, 5 begeleiders voor het atelier, af en toe een kapster en een pedicure en 57 zorgkundigen. De zorgkundigen werken samen met de verpleegsters in 2 ploegen en minstens 2 van de 4 weekends per maand. Tijdens de nacht is er in elk paviljoen 1 iemand aanwezig. Sommige zorgkundigen hebben nog geen diploma, maar kunnen tijdens het werk, een opleiding volgen weliswaar met een contract om daarna nog minstens 2 jaar te blijven. Nog even over het personeel: sinds vorig jaar kunnen zij ook een jaarlijkse bonus verdienen als ze voldoen aan een aantal vereisten nl. goed werk leveren, niet ongepast ziek zijn, een fijne attitude hebben naar de bewoners toe maar ook naar de collega’s toe; wanneer er een collega ziek is, graag inspringen indien mogelijk zodat de bewoners optimaal verzorgd worden. Dit is allemaal zo fijn om te horen. Vanuit de koepelorganisatie doet men echt inspanningen om “goed” personeel te behouden.
In de keuken werken er 10 personeelsleden. Elke dag voor 150 bewoners ’s morgens, ’s middags en ’s avonds eten klaar maken en 60 van de 150 bewoners hebben geen “normaal” eten (diabetici, glutenvrij, …). Het personeel kan mits een kleine financiële bijdrage ook eten in het instituut en velen maken hier graag gebruik van. De wasserij draait altijd letterlijk op volle toeren want elke dag mogen 150 bewoners propere kleren aan doen. Hier werken 4 dames geholpen door 2 naaisters en een diensthoofd voor de kleding. Enkele bewoners kunnen een zakcentje verdienen door de was aan te brengen, mee de tafels te dekken, de schilder te helpen, geschenkjes te maken in de ateliers om die op de jaarlijkse markt te verkopen. In de 5 ateliers komen ongeveer 60 bewoners tekenen, schilderen, koken, weven, parels rijgen, een optreden voorbereiden, keramiek bakken, met vilt werken, tuinieren (op dit moment staan ajuin en look al te groeien in de moestuinbakken en 200 aardbeiplanten staan in bloei). Alles wordt door de bewoners, gezaaid, geplant en daarna verwerkt of samen opgegeten. Vorig jaar hebben 2 studenten Bachelor in de orthopedagogie van de Hogeschool Gent, 3 maanden stage gelopen in het instituut. Ik laat hen zelf aan het woord:
“Wij zijn Ayla en Maarit, en we hebben drie fantastische maanden doorgebracht (van september tot december) tijdens onze stage in het Szent Erzsébet Otthon! Ons werk speelde zich voornamelijk af in het groene paviljoen, maar we brachten ook veel tijd door in het atelier, waardoor we in contact kwamen met bijna alle bewoners. Samen met het personeel hebben we daar ook ons eindwerk gerealiseerd. Dit was het creëren van verhoogde moestuinbakken voor mensen in rolstoelen, zodat iedereen kan deelnemen aan het tuinieren. Zelfs voor de bewoners die niet actief konden deelnemen, hebben we de tuin opgefleurd, zodat ze er toch van kunnen genieten. Het was werkelijk een geweldig avontuur voor ons beiden. De oprechte dankbaarheid en het enthousiasme van de bewoners, samen met de warme gastvrijheid van het personeel, hebben ons hart geraakt. We zijn er zeker van dat de herinneringen aan Szent Erzsébet Otthon en alle bewoners voor altijd in ons hart zullen blijven. We waren allebei enorm blij toen we onlangs het geweldige nieuws ontvingen dat we in september met een aantal medestudenten terug mogen komen. We kijken er allebei enorm naar uit!
Marit en Ayla”
Er zijn in het instituut 5 paviljoenen. In het groene paviljoen verblijven 29 bewoners, hoofdzakelijk met meervoudige beperkingen. Een groot deel zit in een rolstoel of een zitschelp. Vicky, Gabor, Gabor en Tommi hebben elke dag sondevoeding. Het vraagt geduld en warmte om die sondevoeding op zo een manier te geven dat de bewoner geen pijn heeft. Toevallig was ik daar toen Vicky sondevoeding toegediend kreeg.
Ze bleef er heel rustig bij en ze keek vertederd naar de opvoedster die haar geduldig haar sondevoeding inspoot. In dezelfde groep zit Lilli, een meisje dat ernstig mentaal beperkt is, bovendien blind is en een tracheotomie heeft (een gaatje in haar keel met een buisje om te ademen). Ze houdt ervan om aangeraakt te worden, maar deze keer toen ik haar aaide, begon ze te wenen. Ik stopte en toch bleef ze zachtjes kreunen. Het duurde een tijdje voor we doorhadden dat ze gewoon dorst had. Ze kon het niet zeggen of tonen… gelukkig was ook deze opvoedster geduldig en bleef ze zoeken wat het probleem was: Lilli dronk 2 bekers na mekaar uit.
Ik kan jullie verzekeren dat je op dat moment goed beseft wat het is gezond te zijn en niet afhankelijk te zijn van anderen voor zulke doodgewone dingen. Sommige bewoners hebben ook een stoma en je gelooft het misschien niet, maar allemaal dragen ze in deze groep pampers. Minimum 3 x per dag krijgen ze een nieuwe pamper. Allemaal moeten ze gewassen worden in speciale douchebaden en bijna allemaal hebben ze hulp nodig bij het eten of drinken. En toch wordt er gespeeld, gelachen, muziek gemaakt, gezongen, geaaid, gekust en geknuffeld. Er schiet niet veel tijd over maar er is veel liefde aanwezig. Dit klinkt misschien een beetje pathetisch maar je voelt het.
In het witte paviljoen zijn er ook 29 bewoners, een groep met jongens die behoorlijk mobiel zijn maar wel veel gedragsstoornissen hebben en/of autistisch zijn. Zsolti, eén van de jongens die altijd heel vrolijk rond liep en riep “Marie-Rose, ’t is voor jou dat ik bloos” (uiteraard hebben onze studenten hem dat vroeger geleerd J) is nu zwaar ziek. Hij was er niet, hij werd voor de tweede keer geopereerd en zou een stoma krijgen. Het personeel leeft met hem mee; ze zijn bang dat hij de stoma niet zal aanvaarden of dat andere jongens hem zullen lastig vallen… Zsolti wil volgens de laatste berichtgeving niet meer spreken in het ziekenhuis… men wacht op hem in Ipolytölgyes. De andere groep zijn hoofdzakelijk meisjes die ook én fysiek én mentaal beperkt zijn. Enkele bewoners zoals Melinda en Ildiko helpen hier bij het dekken van de tafel, eten geven,… het geeft hen zoveel meer eigenwaarde.
In het gele paviljoen zijn er 38 bewoners die mentaal licht beperkt zijn en waarvan een groot deel in een rolstoel zitten; dat vraagt natuurlijk ook de nodige zorgen en vooral heel veel hef- en tilwerk voor het personeel. Het is natuurlijk wel de groep waar er altijd ambiance is. Ze zingen samen, spelen toneeltjes, spelen op de computer en kunnen echt wel voor een groot stuk hun leven in het instituut bepalen. Een “groot” stuk is natuurlijk altijd relatief maar ze kunnen hun wensen gemakkelijker kenbaar maken. Een voorbeeld: Eva, een dame in een rolstoel liet tijdens mijn bezoek haar haren kleuren door een personeelslid; ze kon zelf de kleur kiezen want ze wou mooi zijn voor haar liefje, een blinde jongen in de groep die mentaal heel sterk staat. Robi is vroeger naar school geweest en ook al is hij blind, hij is heel zelfstandig. Af en toe belt hij mij en Eva is dan heel fier om samen te praten met mij.
In het blauwe paviljoen zijn 35 bewoners verdeeld over drie groepen, iedereen is er mobiel want het blauwe paviljoen bevindt zich op de eerste verdieping. In de eerste groep zijn er enkel dames, sommige licht mentaal beperkt, andere met autismespectrumstoornis. De tweede groep zijn dametjes die ernstig tot zwaar mentaal beperkt zijn. Deze groep vormt al jaren een probleem in het zoeken van aangepaste activiteiten. Velen vervelen zich maar sinds kort zijn er 2 jonge pedagogen aangeworven die zich vooral gaan concentreren op deze groep; het personeel dat hen verzorgt doet dat met de nodige warmte, maar is niet geschoold om hen zinvolle bezigheden aan te bieden; laat ons hopen dat er nu snel verandering komt. In de derde groep verblijven jongens die ernstig mentaal beperkt zijn, dikwijls in combinatie met autisme. Ook geen gemakkelijke groep om activiteiten te organiseren maar de zomer is in aantocht en wandelen in het dorp is één van hun favoriete bezigheden. Als de leerlingen van Virgo Sapiens Londerzeel er zijn om gedurende twee weken ondersteuning te bieden en ook Hogent komt met een groep, dan zijn er extra handen om rolstoelen te duwen of handjes te geven en uiteraard ook de verzorging op zich te nemen. Het is altijd feest als de “Belga” daar zijn!
Vooraan in het instituut bevindt zich de groep ‘begeleid wonen’ (15). Zij hebben elk hun eigen kamer en vormen als het ware een groot gezin. Ze zijn allemaal vrij zelfstandig, zijn licht mentaal beperkt maar allemaal mobiel. Het is mooi hoe ze voor elkaar zorgen en iedereen zijn taak opneemt in de leefgroep. In november, toen het “National social Day” was, heeft Andras, hoofd van de bewonersvergadering, zelf een tekst geschreven voor het personeel van het instituut, ik laat hem even aan het woord uit het Hongaars vertaald uiteraard. Andras richtte zich tot elk van hen afzonderlijk wat zijn tekst zo rijk maakt:
“Lieve zorgkundigen, lieve therapeuten, lieve mensen van de keuken, de wasserij, het onderhoud, de naaisters, bureaupersoneel, poetsvrouwen, hoofdverpleegsters en Zsuzsa (de directrice). Ik wil jullie bedanken voor jullie zorg, aandacht en geduld in naam van de bewoners. Voor alle propere kleren waar de mensen van de wasserij voor zorgen, voor het lekkere eten waar de keuken voor zorgt. Ik wens jullie verder een goede gezondheid, vreugde en doorzettingsvermogen in het moeilijke werk dat jullie alle dagen doen. Ik wens jullie een fijn feest op deze heel belangrijke dag!” Vele personeelsleden waren zeer ontroerd door deze woorden die recht uit het hart van een bewoner kwamen.
Je merkt aan heel veel dingen dat er nu meer personeel is. Ik ben in alle groepen langs geweest en ik heb alle bewoners gezien, geknuffeld, gekust en het was opvallend hoeveel er nu gelachen werd. In meerdere groepen was men aan het knutselen, zingen, … Alle tafels waren versierd in het kader van het paasthema, het was overal heel gezellig. Op 6 juli is het “Family Day”: een 50 tal ouders zijn nog betrokken bij hun kind maar dat wil wel zeggen dat er nog een 100 tal bewoners zijn die niemand hebben op de wereld, tenzij het personeel en jullie. Zsusza, de directrice beklemtoonde hoe elke bijdrage, hoe klein ook, welkom is voor de bewoners. Met de toelage die ze van de staat krijgen hebben meer dan de helft van de bewoners niet genoeg en kunnen zij zich enkel extra’s veroorloven door sponsoring. Qua infrastructuur wordt het instituut goed gesponsord door Rotary club Budapest. Een school uit Hongarije zorgde voor kleren. Virgo Sapiens Londerzeel en Hogent leveren ook een financiële bijdrage voor trips en vakanties. VZW De Kade levert ook elk jaar een mooie cent voor de speeltuin en/of vakantie. Dit jaar gaat men met deze centen een soort “zonnedak” maken boven de speciale speeltuin zodat de bewoners elke dag in de schaduw kunnen genieten van hun speeltuin. Ook VDK Spaarbank geeft dit jaar een extra duw in de rug. Dit geld zal gebruikt worden voor de aankoop van een speciale whirlpool voor mensen met een beperking. Deze zal geplaatst worden in de fysiotherapie waardoor alle bewoners er gebruik van kunnen maken. Dagelijks kunnen 12 bewoners naar de fysiotherapie en dat is voor allemaal heel relaxerend en deugddoend.
En jullie liefste adoptieouders, wel jullie dragen bij tot de extraatjes: een taart met de verjaardag, kerstcadeautjes, een ijsje tijdens de uitstap, een speciale wens van hen, … Ik hoop dat jullie met evenveel enthousiasme bereid zijn om terug jullie vriend/vriendin in Hongarije te sponsoren. Sommige adoptieouders die met domiciliering werken, hebben hun bijdrage reeds gestort deze of vorige maand, waarvoor dank!!! Ik hoop dat jullie blij zijn met dit nieuws en met de foto! Ik blijf de 150 lieverds en hun personeel een hart onder de riem steken, ze verdienen het!
We gaan ook dit jaar het bedrag van 60€ niet verhogen, maar wie iets meer wil toesteken aan zijn/haar adoptiekind, kan dat natuurlijk altijd doen. Ook in Hongarije is het leven natuurlijk duurder geworden, maar ik laat iedereen vrij om al dan niet iets meer toe te steken. Wie in zijn vriendenkring iemand kent die een bewoner wil adopteren, laat het alsjeblieft weten! Een attest voor de fiscus kan ik niet bezorgen, aangezien het niet over een vzw gaat. Maar dat je geld goed besteed wordt, daar sta ik wel garant voor. Indien je een feestje geeft, iets te vieren hebt en je wil i.p.v. cadeautjes een centje aan een goed doel schenken, ik ben steeds bereid te komen vertellen over het project en/of foto’s en informatie door te sturen. Het rekeningnummer van Ipolytölgyes is nog steeds:
BE 48 068-2072502-27 IPOLYTÖLGYES, Steenhuffelstraat 52, 1840 Malderen,
gsm nummer Marie-Rose 0476 46 16 32
Wie zin heeft om het instituut eens te bezoeken of wie een vraag heeft over deze brief of …, geef me een seintje en dan probeer ik iets te regelen. Als je bevriend wil zijn met mij op facebook, kan je ook af en toe een berichtje van het instituut nalezen, dus laat maar horen als je dat wenst.
marierosepauwels@gmail.com