Het is goed om te weten dat er in het onzevader niet zo heel veel verandert. Er zijn hoofdzakelijk twee zinnen die echt veranderen.
Zoals je wellicht weet, vervalt het woordje 'bekoring' en wordt dit vervangen door het woord 'beproeving'. Maar daar wil ik het vandaag nog niet over hebben. Er is een andere zin, aan het begin van het onzevader, en die klonk altijd zo:
'Geheiligd zij uw naam'. Die zin verandert.
'Geheiligd zij Uw naam.' Hoe weinigzeggend is dat zinnetje?
Het lijkt wel of er staat: 'uw naam is heilig'.
'God, gij zijt heilig'. Ja, geen gelovige die daaraan twijfelt.
Jezus gaat voor een kort gebed. Hij wikt zijn woorden. Zou hij dan kiezen om zulk een evidentie op te nemen in dit korte gebed? Waarschijnlijk niet. De nieuwe formulering brengt misschien wat raad: We zullen namelijk zeggen: 'Uw naam worde geheiligd'.
De betekenis van de nieuwe zin is uiteraard identiek aan de betekenis van de oude zin.
Maar door het anders te formuleren, doet het iets anders, met óns.
Het werkwoord 'worden' komt nu in beeld. En dat is goed. Want hier wordt geen feit uitgesproken, namelijk: 'God is heilig'. Neen, hier wordt een wens uitgedrukt. En die wens komt van God zelf.
Ik heb mij laten informeren door een goeie theoloog die is gaan graven, op zoek naar de teksten uit het Oude Testament waar Jezus aan moet gedacht hebben wanneer hij als jood het onzevader samenstelde. Met andere woorden: Jezus vindt niets uit.
Jezus selecteert wat hij belangrijk vindt en hij legt zijn eigen accent.
Theoloog Gerhard Lohfink weet ons te zeggen dat 'uw naam worde geheiligd' te maken heeft met tijden waarin God door andere volken werd bespot, of niet ernstig genomen werd. God zelf was toen vragende partij opdat zijn naam nu eindelijk eens kon worden geheiligd door de andere volken. En daar gaat het Jezus om.
Alleen als het volk van God geloofwaardig is, zullen de andere volken, God terug ernstig nemen of Gods naam heiligen. 'Uw naam worde geheiligd, ook door de anderen!' God wil dus de God zijn van iedereen.
Laat dat nu net overeenkomen met de opdracht van de kerk vandaag: Zo leven, dat ook de niet-kerkelijken geneigd zijn om God ernstig te nemen.
In het onzevader zegt Jezus dus niet: 'God is heilig', maar wel 'Zorg ervoor dat God wordt geheiligd'.
Maar hoe doen we dat? Hoe zorgen we ervoor dat meer mensen Gods naam heiligen?
Door als kerk geloofwaardig te zijn en barmhartig. Dan zal Gods naam terug geheiligd worden. Daarom zegt Jezus in het evangelie van vandaag: 'Ik heb het moeilijk met godsdienstige mensen die overtuigd zijn van eigen gerechtigheid en anderen minachten.' Daardoor zullen steeds minder mensen Gods naam heiligen.
Alleen wanneer ons hart van steen, een hart van vlees wordt, neemt de kans toe dat anderen God gaan waarderen.
Denk er dus om:
Telkens wanneer wij bidden: 'Uw naam worde geheiligd', geven wij onszelf een opdracht:
'Laat ons U geloofwaardig maken.'
'Help ons aan een warm hart opdat de mensen u terug ernstig nemen.'
'Uw naam worde geheiligd'. Dat vragen wij, elk onzevader opnieuw. En we bidden veel onzevaders, niet?
Jezus kan niet wachten totdat veel meer mensen Gods naam gaan heiligen; van God gaan houden. En daarom koos hij die zin uit en neemt hij die op in dat korte gebed dat hij ons aanleerde.
'Onze Vader die in de hemel zijt, Uw Naam worde geheiligd.'
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.