Homilie – 23 december 2018 - Vierde zondag van de Advent - jaar C
Micha 5, 1-4a / Hebreeën 10, 5-10 / Lucas 1, 39-45
Op de meest cruciale momenten in de heilsgeschiedenis staan vrouwen op de eerste plaats. Maria, de moeder van Jezus, speelde een onvervangbare rol tijdens de bruiloft te Kana, waar Jezus het eerste teken stelde van zijn openbaar optreden. Onder het kruis van Jezus stonden vrouwen, de apostelen waren al lang weggevlucht. Maria Magdalena was de eerste die bij het lege graf de verrezen Heer ontmoette. Ook in het evangelie van vandaag, op de valreep voor Kerstmis, spelen twee vrouwen de hoofdrol: Maria en haar nicht Elisabet. Zij staan letterlijk aan de wieg van het christendom.
Enerzijds is er dus Elisabet, die gehuwd is met Zacharias, priester in de tempel van Jeruzalem. Hun vurigste wens is om kinderen te krijgen. Maar gezien hun leeftijd en Elisabet onvruchtbaar is, hebben ze met veel pijn die droom al lang opgegeven.
Tot onverwacht een engel aan Zacharias de boodschap brengt dat zijn vrouw een zoon zal baren die ze de naam Johannes moeten geven. Die Johannes zal een groot profeet worden die opkomt voor gerechtigheid. Met die boodschap zal hij een weg banen voor Jezus, de Messias. Maar de persoon die Johannes het leven zal schenken, zal verzorgen, opvoeden en grootbrengen, is Elisabet. Zonder zulke sterke vrouwen zou de wereld stilvallen.
De tweede merkwaardige vrouw aan wie het christendom ontzettend veel te danken heeft, is Maria. Ze is een eenvoudig, jong meisje, maar tegelijkertijd een zeer krachtige gelovige vrouw, een vrouw die heel haar levenslot in de handen van God durft te leggen. Maria is één en al ontvankelijk voor het Woord van God. Ze is er zo ontvankelijk voor dat ze dat Woord van God, Jezus zelf, in haar schoot mag ontvangen. Zij mag het leven schenken aan Gods mensgeworden Woord. Met Kerstmis zal dat mensgeworden Woord in de gestalte van een kwetsbare baby in een kribbe centraal staan. Maar Maria zal dat prille goddelijke leven koesteren en beschermen. Daarom ook krijgt ze zulke ereplaats in de Kerk.
Twee vrouwen die een cruciale rol spelen in de heilsgeschiedenis, wiens levensweg een radicale wending neemt door hun zwangerschap. De ene gaat bij de andere op bezoek en hoe dat verloopt wordt door Lucas heel gewoon verteld. Maria legt daarvoor een hele afstand af: 150 km, van Nazaret in het noorden naar En-Karim, zo’n 6 km ten westen van Jeruzalem, volgens de traditie. Ze groeten elkaar, zo eenvoudig en toch essentieel in het leven. Ze stellen heel eenvoudig mekaar de vraag: ‘hoe is het?’ Of zoals het jaarthema van de Chiro dit jaar: ‘Ca va? – Gaat het?’ En daar moet niet direct een antwoord op komen.
Neen, de beide vrouwen maken tijd voor mekaar, zodat ze hun gemoed ten volle kunnen uitspreken. Heel die opwinding, hun verwachting, hun vreugde en geluk omwille van beider zwangerschap komen ter sprake. Het is een leven-gevende begroeting en gesprek. Zo intens dat het nieuwe leven opspringt in de moederschoot. ‘Zie, zodra ik uw groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is.’
Op een belangrijk kruispunt van hun leven maken Maria en Elisabet tijd voor mekaar, zodat hun geloofservaring ten volle kan openbloeien. Tijdens de komende feestdagen van Kerstmis en Nieuwjaar kunnen ook wij diezelfde houding van Maria en Elisabet aannemen. Ook wij kunnen aan elkaar de vraag stellen: ‘Hoe is het? Hoe gaat het? Ca va?’ Om dan wat stilte te laten. Zo krijgt de ander de kans om een levenservaring te vertellen, om zijn leven ter sprake te brengen, om de mond te laten overlopen waar het hart van vol is. En dan weer wat stilte laten.
Die tweede stilte is belangrijk. Die dient om ‘iemand anders’ aan het woord te laten in ons hart, om God zelf aan het woord te laten. Want zoals bij Maria en Elisabet wil God zelf onze Redder zijn op de kruispunten van het leven. In die stilte is God zelf aanwezig. Dat vermoeden of dat aanvoelen van Gods aanwezigheid durven uitspreken, daar heeft onze cultuur en onze tijd het toch zo moeilijk mee. Toch is het belangrijk dat we Gods aanwezigheid in ons leven durven verwoorden. Het verandert ons. Omdat we weten dat we niet alleen zijn, maar dat God in ons midden is, als Immanuel – God-met-ons – God-in-ons-midden. Die mensgeworden God mogen we weer verwachten wanneer we binnen enkele dagen Kerstmis vieren.
Jan Verheyen – Lier.