Waar haalt onze Pastorale Eenheid zijn adem vandaan ?
ENKELE INDRUKKEN BIJ DE VIERING IN DE KRISTUS KONINKKERK VAN 27 OKTOBER
In oktober vorig jaar kreeg de Pastorale Eenheid Damiaan vorm met de aanstelling van een team. Op 27 oktober was er opnieuw een viering in het teken van Damiaan, onze patroonheilige. Men wil het vuur brandend houden.
Ondertussen is er in onze parochiekernen wel enige aarzeling of het allemaal de goede kant op gaat. Is de PE enkel een schaalvergroting omwille van de bloedarmoede van de vroegere parochies ? Of is er een nieuwe 'animo' ? Er leven heel wat vragen: hoe voelen mensen zich nog thuis in onze kerken met hun kleine groepje, waar en hoe gebeurt er een levendige catechese voor kinderen, hoe vangen we het tekort aan voorgangers op enz..?
Tijdens de viering in onze zondagskerk Kristus Koning kregen we alleszins al een opkikkertje. Het doet deugd om te voelen dat we over de kleine grenzen heen, toch samen kerk kunnen zijn. En als dan vooraan naast onze deken Ronald ook nog enkele priesters van Afrikaanse oorsprong staan, krijgt onze samenkomst ook een kleurtje mee van de Wereldkerk.
Het oproepen van zo'n krachtige figuur als pater Damiaan doet ook wel heel wat.
Ronald gaf ons via hem een stootje mee om in de goede richting te evolueren.
Wat leert ons Damiaan voor onze dagelijkse inzet ?
1. Damiaan heeft op het eerste zicht geen spectaculaire dingen gedaan. Hij kwam op het eiland Molokai tussen uitgerangeerde melaatsen en is daar gebleven. Zijn kracht lag juist in dat aanwezig zijn. Een diepe solidariteit. En gaande weg werd hij één van hen, een zieke medemens die zo de boodschap van Jezus uitdroeg.
2. Damiaan heeft ja gezegd. Eerst was zijn broer van plan om in Hawaï missionaris te worden. Toen die door ziekte het moest laten afweten, zei Damiaan vastbesloten 'Dan is het mijn beurt !' En hij ging ervoor.
3. De naastenliefde van Damiaan was van een speciale soort. Er is in de samenleving wel een vangnet voor mensen met problemen, maar er zijn vele mensen die onder dat net terecht komen, waar niemand nog iets voor doet. Precies daar richtte hij zijn aandacht op. En hij deed dat in samenwerking met anderen. Hij was niet een 'zacht broodje', kwam in conflict met zijn oversten, maar deed met veel geduld voort met zijn naaste medewerkers.
4. In het onmogelijke toch hopen op een beetje uitzicht. Damlaan heeft voor zijn zieke en afgeschreven gemeenschap zeker het verschil gemaakt. Hij boorde energie aan bij uitgebluste mensen en gaf hen hun waardigheid terug. Dat is toch echt gemeenschap van Jezus zijn, hé !'
5. Er niet voor terug schrikken om je bron te vermelden. Damiaan zou het er moeilijk mee hebben, dat wij onze identiteit als gelovige en christen binnenkamers houden omdat de omgeving er geen oren naar heeft. Hij wou uitdrukkelijk dat we er voor uit komen, waar onze bron ligt.
Deze 5 punten kunnen voor ons wel een programma zijn, dacht ik zo.
Het evangelie van die zondag was dan weer een uitnodiging om ons niet op te sluiten in zelfgenoegzaamheid. Je weet wel, iedereen draait wel eens rond zijn eigen kerktoren en doorbreekt maar moeizaam dat eigen kringetje met vertrouwde gezichten. De farizeeër die naar de tempel ging was in alle opzichten een voorbeeldig kerkganger, die zijn plichten deed, die een ruime gift gaf voor de armen, maar wat hem fundamenteel ontbreekt is : de openheid naar anderen, en tegelijk de openheid naar God. 'Hij bad bij zichzelf : 'God ik ben blij dat ik niet ben zoals de anderen !' De tollenaar, die met zijn leven er helemaal naast zat, erkent zijn falen en opent zich voor ontferming.
Wij voelen ons dan ook uitgedaagd om uit onze beslotenheid en eigen gelijk te treden en ons gedragen te weten door die grote ontferming.
Met het glas te heffen na de viering hebben we met een knipoog naar elkaar gezegd : je mag op mij rekenen ! Dan gingen onze wegen weer uit elkaar .
Jan de Roeck