Meesteres en haar slavin sterven samen in amfitheater
In het begin van de derde eeuw bekeerden deze twee vrouwen, die in het huidige Tunesië woonden, zich samen tot het christendom. Dat was absoluut niet vanzelfsprekend, want Felicitas was de slavin van Perpetua, een 22-jarige weduwe met kind die uit een voornamen patriciërsfamilie stamde.
Keizer Septimus Severus had om de volkshaat te sussen in 202 de nieuwe godsdienst onwettig verklaard en de doodstraf ingevoerd voor wie er zich toch mee inliet.
Perpetua en Felicitas werden gearresteerd en, ondanks de smeekbeden van Perpetua’s vader die haar en haar zoontje in de gevangenis kwam bezoeken, bleven ze hun geloof met klem belijden.
Ook martelingen konden her er niet toe bewegen het christendom af te zweren. Daarom werden ze samen met drie mannelijke gelovigen en hun priester-leraar Satyrus, die zich vrijwillig bij hen had gevoegd, veroordeeld om als voer voor de wilde dieren te dienen. In de ‘Passio Perpetuae et Felicitatis’, een vroegchristelijk document over het Afrikaanse christendom, kunnen we naast een passage uit het dagboek van Perpetua en een door Satyrus neergeschreven relaas van een van zijn visioenen, ook een ooggetuigenverslag lezen van de terechtstelling, die in het amfitheater van Carthago plaatsvond. Daarin wordt beschreven hoe een wilde stier Perpetua op de horens nam en haar de lucht in gooide.
Uiteindelijk stierf ze, net als haar slavin, doordat de beul haar de keel doorboorde. Perpetua zou hem daar zelfs bij geholpen hebben, zozeer verlangde ze naar de eeuwigheid.
Felicitas, die ruim 8 maanden zwanger was, was net voor de terechtstelling bevallen van een meisje. De heilige moeders Perpetua en Felicitas zijn na Petrus en Paulus de vroegste martelaren van wie de sterfdatum bekend is: 7 maart 203.
Zij zijn de patronessen van de getrouwde vrouwen.
(Uit: Dagkalender van Alle Heiligen. De successerie uit Het Belang van Limburg- Ghislain Truyers, Raymond Rutten)