Gedachte op zondag – 18de zondag doorheen het jaar (A)
Maal of gedeeld?
Iets schrijven over een evangelieverhaal, een homilie of een gedachte, is niet altijd even simpel. Maar als je het vaak doet, krijg je er een pak van weg en gaat het meestal vlot vooruit. Het is vooral een kwestie om een goede ‘invalshoek’ te vinden. Eens je die gevonden hebt, weet je de richting waar je naar toe wil en kan je alles beginnen uitwerken.
Bij het evangelie van zondag 2 augustus over de wonderbare broodvermenigvuldiging in de versie van Matteus (14, 13-21) vond ik zelfs meerdere invalshoeken. Een verantwoorde keuze maken is dan de boodschap.
U merkt op dat ik specifiek vermeld “in de versie van Mt 14, 13-21” omdat dit verhaal bij de vier evangelisten voorkomt, zij het in licht gewijzigde vorm. Hoe dan ook, bij eender welke versie, als ik “vijf broden en twee vissen” lees, denk ik spontaan aan de prachtige tekening van Luc Blomme die de cover siert van de visietekst van en voor bisdom Antwerpen van Mgr. Johan Bonny van 2012. “Wiens brood men eet, diens woord men spreekt”, nietwaar? Soit, een beeld zegt meer dan 1000 woorden en dat doet de illustratie van Luc Blomme zeker.
Wat mij opvalt aan dit beeld zijn de open handen van Jezus. Hij staat klaar om te GEVEN. Om te delen, en eigenlijk niet om te vermenigvuldigen, zoals de titel van het evangelieverhaal verkeerdelijk insinueert … En wat nog meer? Hij geeft opdracht aan zijn leerlingen om het te doen. Jezus zegt letterlijk tegen hen: “Geeft gij hun maar te eten.” Jezus breekt het brood en zijn discipelen verdelen het onder de mensen. “En allen aten tot ze verzadigd waren.”
Mag ik er een tekeningetje bij maken zoals Luc Blomme? De voorbije weken hoorden we in de evangelieverhalen tal van parabels, of gelijkenissen. Ook hier krijgen we enkele metaforen voorgeschoteld. Het brood (en de vissen) is de Liefde Gods, waarbij we duidelijk de instructie krijgen van Jezus om deze te verspreiden onder de mensen. Liefde is er om te geven en rond te delen.
Liefde of iets met liefde geven, maakt niet alleen de ontvanger blij maar ook de gever. Hoe blij is een moeder wanneer haar baby naar haar lacht wanneer hij net lekkere melk gedronken heeft, hoe blij is een papa die zoon- of dochterlief de kunst van het fietsen leert, … Hoe blij zou Jezus niet zijn als Hij ziet hoe wij zijn liefde doorgeven en zo er samen een betere wereld van maken?
Persoonlijk heb ik geen kinderen maar ik weet nog goed dat telkens wanneer er nichtje of neefje bij kwam en ik nog eens nonkel werd, er telkens liefde bij kwam voor het nieuwe schepseltje. Alsof mijn hart een onuitputtelijke bron was/is van liefde.
Maar het is nog niet gedaan! Het meest (ver)wonderlijke moet nog komen. Als we doen wat Jezus ons opdraagt, met name liefde geven aan onze medemens, dan zullen we leven, écht leven, en wel in overvloed. Want wat gebeurt er op het einde van het evangelieverhaal? Juist, met de brokstukken vulde men nog twaalf korven. Dus, hoe meer liefde men geeft, hoe meer men krijgt en vice versa. Was het dan toch een vermenigvuldiging in plaats van een deling?
Gerry Bellekens, bruggenbouwer van onze Pastorale Eenheid Mozes