Beste mensen, we zijn hier terug. Na een lange afwezigheid en na een periode van gemis, zijn we er terug. Weliswaar met niet zo veel, maar dat is niet erg. Dat gaat terug groeien, zoals het mosterdzaadje waarvan sprake in het evangelieverhaal dat we zonet hoorden.
“Wil je wel geloven dat het groeien gaat? Klein en ongelooflijk als een mosterdzaad.” zongen wij in den tijd op de catechese. En inderdaad, we moeten erin geloven. Als christenen kunnen wij niet anders dan vertrouwen hebben. Net zoals de boer die zaait en dan slaapt, en ondertussen kiemt het zaad, groeit het en als de tijd er rijp voor is, kan hij oogsten. Goede vrienden, voor ons is het vandaag een dag om te oogsten. Ons vertrouwen dat God werkzaam is op die momenten dat we het minst verwachten, wordt vandaag beloond, want we mogen terug vieren. We mogen terug samen zijn en gemeenschap vormen.
Velen onder ons hebben tijdens de hele corona-periode misschien gedacht: “Waar zit God nu? Waarom moeten zoveel mensen sterven? Waarom mogen we slechts met enkelen afscheid nemen van een dierbare?” … Allemaal vragen waarvan ik begrijp dat men ze stelt … Maar een echte christen gelooft in de verrijzenis, in de heropleving of heropstanding. Een echte christen gelooft in licht op het einde van de tunnel, in zonneschijn na regen, en in de uiteindelijke overwinning van het goede op het kwade.
Om dit alles duidelijk te maken vertelt Jezus ons vandaag twee parabels. We krijgen er twee voor de prijs van één als het ware. Dat is ons “welkom-terug-cadeau”. We weten dat Jezus graag vertelde in gelijkenissen. Hij gebruikte beeldspraak om het Rijks Gods te vergelijken met zaken die de mensen van toen konden vatten. Jezus hanteerde beelden die men snapte … of net niet … Misschien “zaaiden” zijn vergelijkingen wel meer verwarring dan dat ze duidelijkheid brachten. Maar de achterliggende bedoeling van Jezus hiermee was dat men op z’n minst erover nadacht.
En dat moeten wij vandaag de dag ook doen. Luisteren naar het evangelie, de goede boodschap van Jezus, en nadenken over: wat wil Jezus ons hiermee zeggen? En wat kunnen wij anno 2021 hiermee doen? Want zoals in de laatste zin van het evangelieverhaal gezegd wordt: ‘Anders dan in gelijkenissen sprak Hij niet tot hen,’ maar er is een maar: ‘maar eenmaal met zijn leerlingen alleen gaf Hij van alles uitleg.’ Uiteraard gaf Jezus meer uitleg aan zijn leerlingen want die hadden als opdracht om Jezus’ Blijde Boodschap verder te verkondigen.
En wie zijn de leerlingen van Jezus vandaag? Ah, wij hier allemaal samen. Door ons doopsel zijn wij allen leerlingen van Jezus geworden en wij worden vandaag opgeroepen om missionaire leerlingen te zijn. U en ik, kunnen, hier en nu, zeer goed vergeleken worden met die eerste leerlingen die – in de minderheid zijnde – voor de verspreiding van die Boodschap van Liefde moeten zorgen. Het is heden ten dage aan ons om dat Rijk Gods, waarover Jezus het had in tal van parabels, waar te maken.
Want dat Rijk van God is geen exacte plaats of komt niet op een welbepaald tijdstip. Ik vertel dit dikwijls tijdens een doopviering, wanneer de ouders hebben gekozen voor dat stukje evangelie waarin Jezus zegt het Rijk Gods toebehoort aan kinderen. Het Rijk Gods bevindt zich niet in de tweede straat rechts, 300m op uw linkerkant of dat komt niet den 20ste oktober in het jaar 2022. Nee, dat Rijk van Gods Liefde waar Jezus het over heeft, dat is hier en nu. Wij moeten daar nù aan werken. Wij moeten nù lief voor mekaar zijn en mekaar helpen en steunen in moeilijke tijden.
En dit in het volste vertrouwen dat – net zoals het mosterdzaadje uitgroeit tot een grote boom – dat Rijk Gods zal uitgroeien tot een warme samenleving, tot een betere wereld. In zo’n grote boom kunnen de vogels zich dan nestelen en wordt onze maatschappij, onze geloofsgemeenschap ook een warm nest voor ieder van ons.
Gerry Bellekens, bruggenbouwer van onze Pastorale Eenheid Mozes