Beste medegelovigen
“Bekeer u, want het Rijk der hemelen is nabij.” Woorden die de kern vormen van Jezus’ boodschap, een wereld zouden moeten openen. Maar het is geen taal die in deze tijd tot ons hart spreekt. Bij bekering denken we al snel aan vastentijd en het Rijk der hemelen, het woord zegt het al, dat moet wel ergens ver weg zijn, in de hemelen.
Maar misschien is deze oproep het begin van een verrassende ontdekkingsreis door die “gewone” tijd door het jaar. Wat daar eigenlijk staat is : Haal het onderste in je hart naar boven, draai alles om, want een nieuwe wereld is mogelijk, wees er maar zeker van.
Ja … waarom zou je daar van overtuigd zijn? Dat is toch in deze tijd een naïef geloof, een druppel op een hete plaat.
Is dat zo? Denk even aan de kerk vandaag, wereldwijd, eeuwenoud, met eindeloos veel gezichten, vervolgd en verguisd, gevierd en beleefd.
Vandaag horen we hoe het allemaal begon volgens Matteüs. En dat is met Jezus. Het draait om Hem en meer nog om hoe Hij mensen ziet. Zo staat het er immers : “Hij zag twee broers, Simon en Andreas” en “Hij zag nog twee broers, Jakobus en Johannes”. U moet die gedachte eens tot u laten doordringen : God kijkt naar mensen in hun dagelijks leven, ziet hun hele wezen, en kiest voor hen. Het Rijk der hemelen start daar.
Wij kunnen zijn blik nu niet meer zo fysiek ervaren, maar net als de broers toen worden we op één of andere manier door Hem getrokken. Alsof hemel en aarde elkaar ergens raken, oude voorspellingen en een nieuwe toekomst samenkomen. Alsof juist de meest grijze of doodse plekken oplichten, wanneer je het niet verwacht.
Daarom gebruikt de evangelist de profetie van Jesaja over de landstreken van Zebulon en Naftali, in het noorden. Die zijn genoemd naar de nakomelingen van aartsvader Jakob. De twee broers Zebulon en Naftali zijn niet de meest bekende van die twaalf, zaten ergens in de middenmoot. De inwoners werden door de bevolking in het zuiden, bij Jeruzalem, ook wel scheef bekeken, want ze waren toch niet helemaal koosjer meer door die Assyrische ballingschap, en ze konden ook niet zo vaak naar de tempel door de verre afstand.
En uitgerekend daar, bij die onaanzienlijke mensen, gaat Jezus zich vestigen. Het Licht dat Hij brengt straalt in het duister, niet bij hen die het licht al denken te hebben. Dat is een belangrijk kenmerk van dat nieuwe Rijk, één dat al een flinke portie bekering of omdraaiing van onze levensstijl vraagt.
En het is daar dat het gebeurt, in die dagelijkse beslommeringen, in de zorgen voor het levensonderhoud en het gezin. Dat kan allemaal oplichten, wanneer wij zijn roep horen en nieuwsgierig worden.
Niet alles verandert. De stoere vissersbonken mogen vissers blijven. De Heer houdt van de mensen zoals ze zijn. Maar tegelijk is alles nieuw : van vissers van vissen worden ze vissers van mensen. Dat komt doordat ze bewust willen dat Hij nu voorop gaat en het levensritme bepaalt.
Met serieuze gevolgen. De leerlingen weten het nog niet (wij wel, uit de evangelies), maar Jezus heeft geen alledaags tempo. Hij stopt voortdurend voor blinden, kreupelen en noem maar op. Houdt eindeloze discussies met schriftgeleerden. Vindt dan plots dat er brood voor duizenden mensen moet gevonden worden. Met andere woorden, met die man weet je niet hoe je dag zal eindigen. En ieder van ons die af en toe stil staat op zijn geloofsweg en omkijkt, zal dat kunnen beamen.
Dat is één van de meest zichtbare gevolgen van Jezus in je leven toelaten : zelf ook omkijken naar de vergeten, kwetsbare mens achter jou. Je pas vertragen, desnoods stilstaan, tot je samen op weg kan gaan. En dat is bekering. Je vroegere dromen vervagen in de verte, maar met Jezus voorop opent zich een nieuwe wereld in de blik van degene naast je. En plots besef je dat daar het Rijk der hemelen oplicht.
Die weg die voor ons ligt, is niet onmogelijk. Want we hoeven het Rijk der Hemelen niet alleen te bouwen, we zijn met velen. En het hoeft ook niet af te zijn, want de Heer houdt rekening met de stormen in ons leven, met de duistere nachten waarin ons werk niets lijkt op te brengen. Daarin lijken we allemaal op die vissers.
Gelukkig is er altijd weer Jezus die ons trekt, die onze blik op Hem richt, die ons bekeert. De psalmist zegt het schitterend : De Heer is mijn licht en mijn leidsman … Wees moedig van hart en vertrouw op de Heer.
Laat dat Rijk der hemelen maar komen. Amen