Te gast bij Germain in de Rumbeeksesteenweg, is het eerste wat me opvalt een gezellige tuin vol bloemenpracht. Hij glimlacht: ‘Er gaat veel tijd in het onderhoud: werk voor als ik thuis ben.’ En dat ‘thuis’ mag je interpreteren als: als hij niet in Lourdes is, want dat is zowat zijn tweede thuis geworden. Germain is vorig jaar 88 jaar geworden en ging in 2020 ook voor de 88ste keer naar Lourdes. Toch een reden voor een babbel, dachten we, zeker in coronatijden waarin we ons afvragen welke gevolgen dit heeft voor een bedevaartsoord als Lourdes-Frankrijk.
Op speelvoyage naar Lourdes
Het begon allemaal toen hij in het vierde Latijn zat en als 16-jarige met de KSA op bedevaart naar Lourdes trok: ‘Ik was als jonge knaap diep onder de indruk. We werden ingeschakeld voor ziekenvervoer, waardoor een wereld voor me openging die ik niet kende: het lijden van mensen, geconfronteerd worden met mensen die zware beperkingen hebben, maar ook de enorme solidariteit en het mogen ten dienste staan van de zieken. Wat me ook bijzonder trof was het waken bij de Grot: we hadden de opdracht in een beurtsysteem dag en nacht bij de Grot de wacht te houden. Een heel bijzondere, verstillende en verdiepende ervaring.’ Tussen deze eerste Lourdes-ervaring en zijn tweede lag een periode van 10 jaar. Want in 1960 huwde hij met Mia en het was toen de gewoonte dat koppels op huwelijksreis gingen naar Lourdes: ‘Een speelvoyage zoals het toen genoemd werd, maar eigenlijk vooral een bedevaart om als koppel de zegen over het huwelijk te vragen aan Maria. Ik heb toen mijn vrouw eigenlijk voor de eerste keer zien wenen. Neen, niet van ontroering in Lourdes, maar omdat we op de terugreis in Parijs de verkeerde trein namen waardoor we via een hele omweg zijn thuis geraakt!’ Daarna volgden terug een aantal jaren zonder Lourdesreis: Germain en Mia kregen drie dochters en een zoon en hadden dus hun handen vol met hun kroost. Maar de microbe bleef innerlijk wel sluimeren…
Engagement na engagement
Germain vertelt: ‘Toen ik een aantal jaren na onze huwelijksreis een bedevaart won met een lotje van de Vrienden van Lourdes, maakte ik mijn derde bedevaart mee en vanaf toen is het pas echt begonnen. Ik ging via contacten bij de Middenstand 5 jaar mee met de CM-bedevaart (Ziekenzorg) als brancardier. Daarna volgde Vlaanderens Bedevaarten, vele jaren lang. Ik heb ook drie keer een bedevaart georganiseerd speciaal voor poliopatiënten. Dit ging uit van een internationale organisatie die om de 5 jaar een bedevaart organiseerde naar Lourdes, waarbij ik gevraagd werd de organisatie op mij te nemen voor Vlaanderen. Ik sloot ook aan bij de Hospitaliteit in Lourdes: als je daarin opgenomen wordt ga je het engagement aan om jaarlijks minstens 6 dagen in Lourdes de zorg voor zieken op te nemen. Naast de bedevaart in mei met Vlaanderens Bedevaarten ging ik jaarlijks meestal voor 2 weken i.p.v. voor 6 dagen, en vaak ook 2 maal 2 weken, in de maanden juli en augustus. Dit betekent dat ik minstens 2 maal per jaar naar Lourdes trok maar vaak ook 3 maal. Je kunt dus wel spreken van een ‘liefdesverhaal’. Mia was er trouwens telkens bij, de laatste twee jaar van haar leven in de rolwagen. In mei 2015 is ze overleden.’ Germain was een achttal jaar ondervoorzitter van de Belgische afdeling van deze Hospitaliteit Lourdes. Hij heeft ook altijd geijverd voor de Vrienden van Lourdes: hij zat in het diocesaan comité en is nog steeds bestuurslid in de afdeling in Roeselare. De structuren zijn ondertussen aan het veranderen: ‘Vlaanderens Bedevaarten’ is ‘Bedevaarten Bisdom Brugge’ geworden en er is een proces bezig om de Vrienden van Lourdes hierin op te nemen, al ligt dit nu wat stil door corona.
Geloof en dienstbaarheid
Wanneer ik hem vraag wat hij nu zo bijzonder vindt aan Lourdes moet hij niet lang nadenken: ‘Er is de geloofsverdieping die ik er vind en mijn geloof in Maria. Ten tweede het sacramentele dat je samen beleeft met mensen van over heel de wereld, het gemeenschapsgevoel is daar sterker dan waar ook. Ten derde de dienstbaarheid: de dienst aan de zieken in mijn geval. In Lourdes komen mensen die lijden op de allereerste plaats. En dat treft toch altijd.’ Germain heeft in al die jaren uiteraard ook veel zien veranderen, niet alleen qua infrastructuur in Lourdes en op het Heiligdom: ‘De laatste decennia merk je toch dat het aantal bedevaarders afneemt, en vooral de ontkerkelijking in Vlaanderen voel je ook in Lourdes goed aan. Van andere landen zie je nog vaak grote groepen jongeren bv terwijl dit vanuit Vlaanderen toch niet meer het geval is. Ook de geloofsbeleving die je ziet is bij groepen uit bepaalde landen nog veel intenser dan bij bedevaarders uit West-Europa.’ Germain denkt niet dat de pelgrimsgedachte zal verdwijnen, ook niet in Vlaanderen. Maar we beleven nieuwe tijden, waarin misschien andere vormen van pelgrimeren zullen groeien dan de traditionele bedevaarten in grote groep.
Lourdes in coronatijd
Ondanks coronatijden is Germain ook vorig jaar in Lourdes geweest en in september gaat hij terug. Alle vieringen gaan door, alles hij open maar het is natuurlijk een heel ander aanvoelen, omdat er bv nog geen zieken mogen gaan. En dat is voor hem een groot gemis. Maar door het feit dat het overwegend de lokale bevolking is die er aanwezig is, is de sfeer intiemer, er heerst een stille gebedssfeer die indruk maakt. Germain vreest wel heel veel faillissementen van hotels en winkels: voor de inwoners van Lourdes is corona een regelrechte ramp. Hij hoopt dan ook dat na corona de bedevaarten zullen kunnen hernemen en Lourdes mag herleven wat het internationaal gebeuren betreft. En wij hopen dat Germain zijn ‘liefdesverhaal’ nog lang mag verder zetten in goede gezondheid!
Erna Nevejant