‘Welkom, welkom, kom erbij’ klonk het intredelied. En welkom waren ze allemaal van harte: de eerste-communicantjes en vormelingen, hun familie en de trouwe kerkgangers! Maar oei, wat nu? ‘Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats ….’ zongen de vormelingen en drie jongens stormden door de kerk en liepen er rusteloos heen en weer. ‘Hé, kom eens hier’ riep pastoor Hans hen toe ‘val maar stil, nu, het is zondag!’
En zo was het voor velen, na de drukte van de voorbije week, na het haasten, de zorgen en inspanningen, even echt stilvallen in deze stemmige viering.
In het evangelie verwoordde Jezus het wel anders, toen men Hem in de val wou lokken met een vraag rond de belasting voor de Romeinse keizer: ‘geef aan de keizer wat van de keizer is, en geef aan God wat aan God toekomt’. Maar eigenlijk betekent dat in de kern hetzelfde: fijn, gevoelig met elkaar samenleven. Niet aan elkaar voorbijlopen, maar een stukje tijd vrijmaken af en toe. Pastoor Hans gaf zelfs heel concrete voorbeelden daarvan. Jezus deed het op een nooit geziene manier, wij kunnen Hem navolgen daarin en zo een beetje meer beeld van God worden.
Toen de zelfgemaakte kruisjes van de eerste-communicantjes vooraan gezegend werden, stonden al die jonge gezinnen erbij. Een sterk moment was dat. Ook na het Onze Vader was de verbondenheid voelbaar, toen iedereen elkaar een oprechte vredesduim gaf.
De viering verliep verder vlot en sereen en op het einde was er natuurlijk nog een wakkerhoudertje: een klein gebedssnoer met de oproep om de komende tijd bewust even tijd te maken: voor jezelf, voor iemand anders, voor God.
Een welgemeende proficiat aan alle mensen, jong en oud, die tijd maakten om deze mooie gezinsviering mee te maken!