Wie ben ik?
Dominiek Vercruysse, geboren in 1966 in het moederhuis van Brugge. Ik ben de middelste van 3 jongens. Mijn vader was onderhoudstechnicus en mijn moeder huisvrouw. Wij woonden in Damme en daar heb ik het lager onderwijs gevolgd. Voor het middelbaar onderwijs wilde ik naar het VTI in Brugge, richting mechanica.
Na enkele jaren werken, besloot ik naar het Groot Seminarie in Brugge te gaan.
Op 11 juli 1999 werd ik tot priester gewijd.
Er was toen nogal veel druk om eerst enkele jaren te werken als priester-leraar, maar dat is niets voor mij. Een opbeurend contact onderhouden met jongeren maar ook met zieke en oude mensen sprak mij meer aan.
Mijn eerste benoeming werd pastoraal werk in Knokke. Nee,nee, niet Knokke aan zee maar Knokke bij Zwevegem.
Als pastoor van de federatie Zwevegem, voelde ik me goed. Met enthousiasme heb ik daar heel wat kunnen verwezenlijken in die bloeiende parochie van Knokke-Zwevegem. Op een bepaald moment kwamen we in het nieuws omdat onze parochie het meest aantal misdienaars van Vlaanderen telde.
Na elf jaar opbouwend parochiewerkheeft de bisschoppelijk gedelegeerde mij overgeplaatst naar Brugge. Daar waren 4 priesters voor 3 kleine parochies. Dat was geen succes. Daar kon ik mijn energie niet kwijt.
Sinds 2015 werk ik halftijds als medepastoor in de pastorale eenheid sterderzeekoksijdeen halftijds als aalmoezenier van het woonzorgcentrum Sint-Bernardusin De Panne.
Wat boeit me? Wat houdt me bezig?
Spontaan contact met gewone mensen, vooral de zieken en de ouderen.
In een woonzorgcentrum hebben zij nood aan een warm gevoel van 'thuiskomen'.
De bewoner staat centraal en alles gebeurt in functie van de noden van die mensen.
Aan het hoofd van ziekenhuizen, scholen en rusthuizen staan nu geen religieuzen meer, maar leken. Dat is gewoon zo geëvolueerd. De naamsverandering van die instellingen zegt veel over de nieuwe visie. Het vraagt een beetje creativiteit om je weg te zoeken en te vinden. Het welzijn van die mensen is mijn grote bekommernis.
Gelukkig verplaats ik me liefst van al te voet of met de fiets. Zo kom je mensen tegen met wie je een deugddoend gesprek kan hebben. En ja... ik blijf ook wel eens plakken...
Wat mij ook boeit zijn historische romans. Die belangstelling heb ik te danken aan mijn leraar geschiedenis in het Groot Seminarie te Brugge: Johan Bonny.
Wat mag ik hopen?
Ik hoop dat de warmte tussen mensen niet uitdooft, zeker in de kerk.
Samenhorigheid is belangrijk.
Deze morgen hoorde ik het levensverhaal van Madeleine Debrêl(1904-1964) . Zij heeft een sterke band gesmeed tussen christenen en communisten in de arbeidersbuurten van Parijs.
Zo'n markante figuren kunnen ons allemaal inspireren om een teken te zijn dat Christus leeft onder ons.
Ja, dat mag ik hopen.
Monique Luca