We maken graag kennis met de priesters die werkzaam zijn in onze Pastorale Eenheid Sterderzeekoksijde.
Wie ben ik?
Pierre Deleu, geboren te Wervik op 24 oktober 1945, als tweede in een gezin van 6 kinderen: 3 jongens en 3 meisjes. Mijn grootvader aan moederszijde was drukker en woonde naast ons. Mijn vader was ook drukker en herstelde schrijfmachines. Wij hielden een winkel open van schoolgerief, papierwaren en ook een beetje boeken, vooral strips.
De lagere school volgde ik bij de Broeders Maristenin Wervik en de oude humaniora in het Sint-Amandscollegete Kortrijk. In die periode maakte ik kennis met priester Piet de Zegher, die proost was van de KSA en de vlaggezwaaiersgroep“De Kornet”, opgericht naar aanleiding van de festiviteiten rond het 60-jarig bestaan van de KSA.
Ik kan niet zeggen wanneer ik beslist heb om priester te worden. Dat idee was er altijd al. Vader had 3 “nonkel pasters” en 3 “tante nonnen”. Moeder had 1 “nonkel paster”
Op 28 juni 1970 werd ik tot priester gewijd.
Mijn eerste benoeming was surveillant en leraar-godsdienst in het Sint-Amandscollegete Kortrijk.
Ik hielp ook mee in de pastoraal op het MPI “De Kindervriend” in Rollegem. Het was boeiend om in een goede sfeer samen met de leerkrachten en opvoedsters en opvoeders na te denken over de vraag: ' Wat betekent dat bijbelverhaal, dat geloofsthemavoor mij? Hoe kunnen we die licht en matig mentaal vertraagde kinderen raken?' Daar heb ik veel geleerd.
In 1982 werkte ik als onderpastoor in Bissegem. Naast de pastorale taken en ziekenbezoeken ging ik ook wekelijks naar de meisjesschool voor een les godsdienst in het lager onderwijs en ik werkte verder in het MPI. Ik was er proost van de Chiromeisjes. In die periode leerde ik de Internationale Beweging ATD Vierde Wereld kennen met pèreJoseph Wresinski. Ik was aanwezig op het feest van het 30-jarig bestaan van de beweging in Parijs op 17 oktober 1987, wat voor de Verenigde Naties aanleiding geweest is om 17 oktober te erkennen als Werelddag van Verzet tegen Extreme Armoede.
Vijf jaar later werd ik medepastoor op de Sint-Jansparochiein Oostende. Dat was een drukke en boeiende tijd. Weer na vijf jaar werd ik gevraagd om aalmoezenier te worden in het Sint-Andreasziekenhuiste Tielt. Tijdens die vier jaar leerde ik het reilen en zeilen in een ziekenhuis goed kennen. Eind 1996 werd ik terug geroepen naar Oostende om pastoor te worden. Ik ging daar graag op in. Het was de bedoeling om van de 6 parochies één federatie te maken, maar dat was geen makkelijke taak. De administratie en het werken met de computer vergde veel tijd. Ik heb daar veel bij geleerd en ben blij dat ik nu mijn collega-priesters kan helpen met het oplossen van computerproblemen. Na 14 jaar parochiewerkals pastoor vond ik dat het tijd werd om nog wat anders te doen. Ik vroeg aan bisschop De Keselom “op pensioen” te gaan en wat meer tijd te besteden aan de ATD Vierdewereldbeweging, als proost mee te gaan op ziekenvakantiesvan Ziekenzorg en om lezingen te geven over de visie van Alfons Ven. Het was voor de bisschop een geruststelling dat ik wist wat te doen en ook waar ik zou wonen. Zo vond ik in 2011 in Koksijde een thuis bij Jean-Pierre en Trees van de familie Supeleydie ik al sedert 1978 had leren kennen. Voor mij is het een zegen en ik ben blij dat ik me nog altijd kan inzetten voor mensen die mijn ervaring goed kunnen gebruiken.
Wat boeit me? Wat houdt me bezig?
Levensverdieping, zingeving, kwaliteit van leven, stilte en meditatie hebben me van jongs af aangesproken. In 1976 vroeg priester-collega Jef Bruynoogheom wat bouwmateriaal te voeren naar Eggewaartskapelle. Daar zou de Bouworde een yogacentrumbouwen met enkele kamers waar mensen met een handicap ook konden verblijven. Ik leerde er yoga kennen, kruidengeneeskunde, homeopathie, macrobiotiek, astrologie… wat mijn blik verruimde.
In 2002 leerde ik Alfons Ven kennen. Hij was ingenieur-regeltechniekenen werd tijdens de uitvoering van een opdracht geëlektrocuteerd. Hij had geen brandwonden, noch hartstoornissen, maar innerlijk was hij verward en angstig. Hij “functioneerde” niet meer naar behoren. Toen medische zorgen geen verbetering brachten, keerde hij terug naar huis. Hij had een sterk vermoeden dat het ooit weer goed zou worden. Hij kreeg inzichten over de evolutie en merkte op dat er 12 aspecten zijn met onderlinge verbanden waaruit de schepping opgebouwd is. Zo begreep hij dat er oorspronkelijke informatie in de natuur aanwezig is die kan zorgen dat wat in onevenwicht is weer in evenwicht komt. Vanuit het principe dat ‘het onzichtbare het zichtbare regelt’ ging hij op zoek om die oorspronkelijke informatie “op te vangen” en over te brengen in het natuurlijk regelsysteem bij de mens. Dat is hem gelukt en die kennis heeft hij doorgegeven met de toepassingen om de kwaliteit van leven te verbeteren en mensen “vanaf nu naar beter” te brengen. Samen met Trees Supeleygeef ik voordrachten en uitleg over de vondst van Alfons Ven en de toepassingen waarmee mensen weer op het spoor van hun bestemming kunnen komen.
Wat mag ik hopen?
Alles wat ik nu doe nog een tijdje langer kunnen uitvoeren, want er is veel nood! Mensen die wat afwijken van het gewone patroon, worden niet altijd met respect behandeld.
In 2013 vroeg men me om aalmoezenier te worden van de VZW 'Mensen van de Weg'. We zetten ons in voor het welzijn van woonwagenbewoners.
Ik zet me ook verder in voor ATD. Dat letterwoord betekent All Togetherfor Dignity. Samen werken voor waardigheid.
Verder wil ik ook graag mijn medewerking verlenen aan de vieringen van Eerste Communie en Plechtige Communie voor leerlingen van het MPI in de Pylyserlaan. Dat is een bijzondere en stemmige viering telkens op 1 mei in de kerk van Sint-Idesbald.
Als ze me nodig hebben, mogen ze me roepen...
Monique Luca