In de liturgie bevinden we ons nu in 'de Tijd door het jaar'. De eerstvolgende grote feestkring zal aanvangen bij Aswoensdag en ons naar en doorheen de Paastijd loodsen. Men is haast geneigd om deze tussenliggende weken/zondagen als gewoon te beschouwen. Toch brengen de respectievelijke lezingen genoeg stof aan om over te reflecteren, te mediteren, ermee te bidden. Woorden genoeg om je te laten raken.
Een korte heropfrissing leert ons dat de drie evangelisten Matteüs, Marcus en Lucas een 'eigen' jaar hebben waarin hoofdzakelijk hun evangelie doorlopen wordt, telkens in kleine stukjes (pericopen). Dat geeft drie grote kapstokken; een liturgisch A-jaar (Matteüs), een B-jaar(Marcus) en een C-jaar (Lucas). De ietwat bijzondere evangelist Johannes heeft geen eigen jaar maar komt dan weer op tussenliggende en/of bijzondere tijden aan bod. Naast het eigene van de tijd kent een liturgisch jaar ook een krans van heiligenfeesten, hoogfeesten, gedachtenissen, enz..maar dat zou ons nu te ver brengen.
De evangelist die ons dit jaar vergezelt is Marcus. De lezingen uit het Oude Testament in de Tijd door het jaar zijn afgestemd op de betreffende evangelies. Zo wilde men een te groot aantal thema's vermijden en tegelijk de eenheid tussen Oud en Nieuw Testament benadrukken. De Tweede lezing is dan een nieuwtestamentische lezing en wordt voornamelijk genomen uit de Brieven van Paulus. Zo lezen we bijvoorbeeld de eerstvolgende weken uit zijn Eerste Brief aan de christenen van Korinte.
Neem nu de lezingen van dit weekend, de tweede zondag door het jaar. De eerste lezing brengt een roepingsverhaal. De nu nog jonge Samuël, die later een grote religieuze leider zal worden, heeft niet direct door dat God hem roept. Tot driemaal toe denkt Samuël dat het Eli is die hem roept. Toen God hem voor de vierde keer riep, antwoordde Samuël: "Spreek, uw dienaar luistert !"
En merk nu de link met het evangelie. Deze zondag al meteen een inlassing van Johannes en niet een evangelie van Marcus. Onverwacht staat Jezus in de buurt van Johannes de Doper die Hem herkent: 'Zie', zegt hij 'daar is het Lam van God'. We voelen mee als ook de twee broers Andreas en Simon als het ware 'geroepen' worden. Beide mannen zullen een nieuwe levensbestemming krijgen, een nieuwe zending.
Men kan de desbetreffende lezingen doornemen vóór de eucharistieviering van de zondag of heel ontvankelijk luisteren wanneer het evangelie wordt voorgelezen. Wat raakt mij in die woorden? Hoe beeld ik me die scènes in? Voel ook ik mij door God geroepen om ten dienste te staan van Hem? Hoe vind ik God in mijn drukke bestaan, opgeslorpt door dagelijkse zorgen, het werk, het gezin? En dan de vraag van Jezus aan de twee pas toegetreden volgelingen: "Wat verlangt gij?"
Een vraag aan ieder van ons die door merg en been gaat. Wat verlang jij ten diepste? Zeg dus niet dat het maar een gewone zondag is …