FRANCISCUS I
Zijn geboorteland is het immense Zuid-Amerikaanse land Argentinië. Het heeft een oppervlakte van 2.766.890 km² , maar ongeveer een derde daarvan wordt ingenomen door het bekende Andesgebergte met als hoogste punt de Aconcagua, die 6959 m uitsteekt boven de zeespiegel. De rest van het grondgebied wordt ingenomen in het noorden door de Gran Chaco, een gedeeltelijk dorre en gedeeltelijk moerassige vlakte en in het zuiden door de koude steppeachtige hoogvlakte van Patagonië. Tussen de twee ligt de Pampa een vruchtbare vlakte waar heel veel graan, lijnzaad, aardappelen en fruit wordt verbouwd en waar aan veeteelt wordt gedaan. In Argentinië lopen ca. 41 miljoen runderen , 48 miljoen schapen en 6 miljoen paarden rond. Er leven ca. 42 miljoen mensen in het vaderland van de paus ,ongeveer 15 per km². Argentinië heeft een mild klimaat. De gemiddelde temperatuur bedraagt er 17,5° . Januari is de warmste maand van het jaar . In juli is het winter en dan daalt de temperatuur tot 11°
In de 16e eeuw werd het land gekoloniseerd door de Spanjaarden. Toen in het begin van de 19e eeuw Spanje bezet werd door Napoleon (1769-1821) bevocht Argentinië zijn onafhankelijkheid die werd uitgeroepen in 1816. In de onafhankelijkheidsstrijd werd een grote rol gespeeld door generaal Jose de San Martin (1778-1850), die nu nog als een nationale held wordt vereerd. In de jonge staat waren er veel conflicten en zo kwam het dat men pas in 1853 het eens geraakte over een nationale grondwet.
In 1930 pleegden militairen een staatsgreep en installeerden een autoritair regime. Daarna wisselden democratisch verkozen regeringen en militaire dictaturen ,die de belangen van de hogere klassen dienden elkaar af. In 1946 werd Juan Perón (1895-1974) tot president verkozen. Hij en nog meer zijn legendarische vrouw Evita Perón (1919-1952) waren razend populair bij de lagere klassen omdat ze tal van sociale maatregelen hadden genomen zoals gratis medische zorg, ouderdomspensioenen, een werkweek van 40 uur, betaald verlof. Toch werd Perón die aan de macht gekomen was door een staatsgreep in 1955 op zijn beurt afgezet en verbannen. De periode na de verbanning van Perón werd gekenmerkt door een voortdurende strijd tussen zijn aanhangers en zijn tegenstanders, strijd die steeds gewelddadiger werd. Uiteindelijk wonnen zijn aanhangers het pleit en Perón kon in 1973 terugkeren naar Argentinië. Hij schreef verkiezingen uit, won ze en werd opnieuw president. Zijn derde vrouw Isabella Martinez de Perón (1931- ) werd vice-president. Juan Perón zelf ,die inmiddels een oude man was geworden overleed op 24 maart 1974. Zijn vrouw volgde hem op , maar zij werd in 1976 ontvoerd , afgezet en verbannen naar Spanje. De macht werd toen overgenomen door een militaire junta o.l.v. Jorge Rafaël Videla (1925 - ) en later o.l.v. Roberto Viola (1924-1994) en Leopoldo Galtieri (1926-2003). Tegen de guerilla-activiteiten van de linkse peronisten werd hard opgetreden. Wie ook maar verdacht werd oppositie te voeren tegen het bewind werd gearresteerd en gemarteld om daarna in het niets te verdwijnen. Naar schatting 30.000 mensen zijn op die manier omgekomen. Niemand durfde nog tegen het bewind protesteren behalve de zgn “moeders van de Plaza de Mayo” die elke donderdag op dit plein voor het parlementsgebouw bijeenkwamen om de aandacht te vestigen op hun zonen en dochters die door het regime waren opgepakt en waarvan nooit meer iets werd vernomen.
In 1981 bezetten de Argentijnen de Falklandeilanden , die onder Britse controle stonden. Zij werden echter door het Engelse leger teruggeslagen en deze nederlaag betekende meteen het einde van de militaire junta. In 1983 werd de democratie hersteld en Jorge Videla zit momenteel nog altijd een gevangenisstraf uit. Maar ook in 1979 kon op het nippertje een gewapend conflict worden vermeden.
Toen had Argentinië het aan de stok gekregen met Chili over het bezit van de onbewoonde eilanden Picton,Lennox en Nueva, die door het Beagle-kanaal gescheiden zijn van Vuurland.Dank zij de bemiddeling van paus Joannes Paulus II (1978-2005) kon toen een oorlog tussen beide landen worden vermeden. In 1999 werd Argentinië getroffen door een economische crisis. Velen zagen hun spaargeld verdampen Het kwam tot betogingen waarbij men op potten en pannen sloeg om zoveel mogelijk lawaai te maken . Er waren ook rellen waarbij vernielingen werden aangericht . Vooral Coca-Cola moest het ontgelden. Maar rond 2003 stabiliseerde de economie en werd Argentinië terug interessant voor buitenlandse investeerders. Dan werden er opnieuw verkiezingen uitgeschreven en Nestor Kirchner (1950-2010) werd tot president gekozen. Bij de verkiezingen van 2007 kwam Nestor niet meer op. De verkiezingen werden toen gewonnen door zijn echtgenote, de flamboyante Cristina Fernandez de Kirchner (1953 - ) . Haar man , Nestor, overleed op 21 oktober 2010 aan een hartaanval. Zijzelf werd op 10 december 2015 opgevolgd door Mauricio Macri (1959-) , die nu de 56e president van Argentinië is.
Omdat tussen 1880 en 1930 Argentinië een grote welvaart kende , kwam er in die jaren een grote immigrantenstroom op gang naar dit land, vooral vanuit Italië en Spanje. Ook de vader van de paus, Mario Bergoglio , spoorwegarbeider, verliet in 1929 zijn woonplaats Portacomaro in Noord-Italië en waagde de oversteek naar Argentinië. Hij leerde er Regina Maria Sivori kennen, die weliswaar in Argentinië was geboren, maar wiens ouders eveneens vanuit Italië waren geïmmigreerd. Zij huwden en kregen 5 kinderen, twee meisjes en drie jongens. Daarvan zijn er nog twee in leven, een meisje en de huidige paus.
Jorge Mario Bergoglio, de huidige paus werd op 17 december 1936 geboren te Buenos Aires.
Deze stad werd in 1580 gesticht door de Spanjaard Juan de Garay (1528-1583) aan de Atlantische Oceaan bij de monding van de Rio de la Plata en ontleent haar naam aan de gunstige winden die er waaien. Momenteel telt Buenos Aires, die fungeert als hoofdstad van Argentinië, en die ook wel eens het Parijs van het zuiden wordt genoemd , 2,8 miljoen inwoners. De bevolking van de stad is kosmopolitisch. Men treft er mensen van Italiaanse, Spaanse , Franse , Duitse ,Engelse, Oost-Europese , Arabische en Aziatische afkomst.
Jorge Bergoglio behaalde aan de universiteit van Buenos Aires een master in de technische scheikunde, maar besloot daarna priester te worden. Hij werd leerling van het seminarie van Villa Devoto. Op 11 maart 1958 verlaat hij dit seminarie om in te treden bij de Jezuïeten.Deze orde werd gesticht door de Spanjaard Ignatius van Loyola(1491-1556) en bekwam pauselijke goedkeuring in 1540 . De Jezuïeten leggen naast de drie traditionele kloostergeloften (armoede,zuiverheid en gehoorzaamheid) nog een 4e gelofte af : onvoorwaardelijke beschikbaarheid voor de paus. De Sociëteit van Jezus, zoals de Jezuïetenorde ook wordt genoemd stuurde Jorge Bergoglio naar Chili om er te studeren. Pas in 1963 keert hij terug naar Argentinië en behaalt er een master in de wijsbegeerte aan de filosofische faculteit van het Colegio Maximo “San José” te San Miguel, een stad in de provincie Buenos Aires. Tussen 1964 en 1966 onderwijst Jorge Bergoglio literatuur en psychologie aan het Colegio de la Immaculada te Santa Fé en aan het Colegio del Salvador te Buenos Aires. Van 1967 tot 1970 studeert hij theologie in het Colegio Maximo “San José” te San Miguel en in 1969 wordt hij priester gewijd door de aartsbisschop van Cordoba, een stad 700 km ten noordwesten van Buenos Aires.
Van 1970 tot 1971 bereidt hij zich voor op zijn eeuwige geloften te Alcala de Henares in Spanje, die hij aflegt op 22 april 1973 . Daarna bekleedde hij als volwaardige Jezuïet volgende ambten : novicemeester, hoogleraar in de theologie, rector van het reeds genoemde Colegio Maximo en provinciaal van de Argentijnse Jezuïeten. In 1986 verhuist hij naar Duitsland om er zijn doctoraat af te werken. Daarna stuurden zijn oversten hem naar het Colegio del Salvador te Buenos Aires en later naar de Jezuïetenkerk van Cordoba als geestelijk directeur en biechtvader.
Op 20 mei 1992 benoemde Joannes Paulus II hem tot hulpbisschop van Buenos Aires en titelvoerend bisschop van Auca (een verdwenen bisdom in Spanje) Op 3 juni 1997 volgde de benoeming tot aartsbisschop-coadjutor van Buenos Aires en bij de dood van zijn voorganger ,kardinaal Quarrancino(1923-1998) tot aartsbisschop van Buenos Aires. Het bisdom telt bijna 3 miljoen inwoners, er zijn ca. 1000 priesters werkzaam en 52 jonge mannen bereiden er zich momenteel voor om priester te worden. Tijdens het consistorie van 21 februari 2001 werd Jorge Bergoglio door Joannes Paulus II tot kardinaal-priester gecreëerd en kreeg hij als titelkerk in Rome San Roberto Bellarmino. De beschermheilige van deze kerk , Robertus Bellarminus (1542-1621) was eveneens een jezuïet en hoewel van Italiaanse afkomst was hij ettelijke jaren hoogleraar te Leuven. Hij werd kardinaal benoemd in 1599.
De nieuwe paus schreef tevens enkele opgemerkte boeken. Meditaciones para religiosos(1982), Reflexiones sobre la vida apostolica(1986) en Reflexiones de esperanza (1992)
Op 13 maart 2013 werd kardinaal Jorge Bergoglio na een conclaaf van 2 dagen met 5 stemrondes tot paus gekozen. Hij is de eerste Latijns-Amerikaanse paus ooit, de eerste niet-Europese paus sinds Gregorius III(731-741), die afkomstig was uit Syrië, de eerste paus ook uit de orde der Jezuïeten en sinds Gregorius XVI(1831-1846), die behoorde tot de orde van Camaldoli (een kluizenaarsorde gesticht door de heilige Romualdus(floruit 1010) in 1012), die lid is van een kloosterorde. De nieuwe paus koos voor een naam,die tot nu toe geen enkele paus heeft gedragen : nl. Franciscus. Hij verantwoordde deze keuze als volgt : Toen in het conclaaf bleek dat ik 2/3 van de stemmen op mijn naam had verzameld, zei de kardinaal die naast mij zat “Vergeet de armen niet”. Het woord “armen” deed mij onmiddellijk denken aan Franciscus van Assisi (1181-1226) de zoon van een rijke lakenhandelaar, die zijn luxeleventje vaarwel zei om te leven in armoede, die overal opkwam voor de vrede en daarom zelfs in 1219 ongewapend meetrok met de kruistocht en een vreedzame dialoog aanging met sultan Al-Kamil (1180-1238) van Egypte. Franciscus die een bijzondere zorg had voor al het geschapene en daarom een voorbeeld is voor onze tijd , waar het respect voor het milieu en de schepping heel wat kan verbeteren.Ook ik wens een arme kerk voor de armen”
De paus drukte ook de wens uit het wapenschild dat hij in 1992 koos als bisschop te behouden als paus.
De zon met het Christustrigram JHS (Jesus hominum salvator, Jezus, redder der mensen)is het embleem van de Jezuïeten. De ster verwijst naar Maria, de moeder van Jezus, die ook als titel draagt : Stella Maris, ster der zee. De paus koestert een grote verering voor de Moeder Gods. Bovendien heeft de H.Vader ook een sterke devotie voor de heilige Jozef, voedstervader van Jezus en patroon van de Kerk.
In de Spaanse traditie wordt Sint-Jozef steeds voorgesteld met een lavendeltak in de hand. Deze tak vindt men terug onderaan rechts in het wapenschild.
De wapenspreuk van Franciscus I “Miserando atque eligendo” (Hij keek naar hem met barmhartige liefde en koos hem uit) is afkomstig uit een preek van Beda Venerabilis (673-735) over de roeping van de apostel Mattheüs, verteld in het evangelie van Mattheüs (9,9) . Op het feest van de apostel Mattheüs , op 21 september 1953,ontdekte de huidige paus ,Jorge Bergoglio, zijn roeping als priester en als religieus.Het wapenschild is voortaan wel voorzien van de pauselijke insignes : de mijter met de drie gouden banden en de gekruiste sleutels, die doen denken aan de woorden van Jezus tot Petrus : “Ik geef u de sleutels van het rijk der hemelen” (Mt, 16,19)
De plechtige ambtsaanvaarding van Franciscus I had plaats op 19 maart 2013, feest van de heilige Jozef.
De ceremonie werd bijgewoond door ca. 130 staatshoofden en regeringsleiders en door naar schatting 200.000 mensen.