Frans volgde de Grieks-Latijnse Humaniora in Boom. Hij bleek een begaafd student. Hij koos ervoor om zijn talent in dienst te stellen van het onderwijs als priester. Hij ging naar het seminarie in Mechelen in 1948 en werd priester gewijd door kardinaal Suenens op 19 december 1954.
Na het behalen van zijn licentie Klassieke Filologie ging hij aan de slag als leraar en prefect in het Pius X instituut in Antwerpen. Vervolgens was hij vele jaren leraar in het college van Boom. In 1978 werd hij benoemd tot directeur van het Heilig-Hartcollege in Heist-op-den-Berg.
Frans had ook culturele belangstelling. Hij schreef heemkundige bijdragen over zijn geboortedorp Ruisbroek en had belangstelling voor iconen. Hij was vele jaren aalmoezenier van de Katholieke Filmliga en medewerker van de Lourdesbedevaarten.
Na zijn pensioen vestigde hij zich in Mortsel, waar hij meehielp in de parochie. Daarna verhuisde hij naar het woon-zorgcentrum Sint-Pieter in Puurs. Zolang hij kon, ging hij nog elke zaterdag voor in de mis in Kalfort. Hij overleed op 31 januari 2019.