Geboren in Oudenbosch in Nederland op 29 augustus 1926, werd Laurent van de Leur op 12 september 1948 ingekleed in de norbertijnenabdij van Postel. Hij ontving de kloosternaam Lucas. Twee jaar later, op 12 september 1950, verbond hij zich door professie aan de abdij. Op 25 juli 1954 werd hij tot priester gewijd. Van 1955 tot 1974 was hij missionaris in het bisdom Lolo (Congo). Daarna was hij een jaar godsdienstleraar in de Vrije Technische School in Turnhout en kapelaan in Reusel (Nederland). Van 1975 tot 1977 was hij onderpastoor in Balen en van 1978 tot 1981 in Sint-Antonius (Zoersel). Hij was pastoor van de parochie Sint-Jan Baptist in Weelde-Straat van 1981 tot 1984, en van de parochie Heilige Familie in Schelle (Laar) van 1984 tot 1990. Toen keerde hij terug naar Sint-Antonius (Zoersel), waar hij proost werd van diverse verenigingen. Van 1995 tot 2005 was hij tevens aalmoezenier van het Psychiatrisch Centrum Bethanië in Zoersel en vanaf 2006 meewerkend priester in het Verpleegtehuis Joostens, eveneens in Zoersel.
Zoals blijkt uit zijn levensloop, had confrater Lucas een veelzijdige en originele persoonlijkheid. Hij was een missionaris die kerkgebouwen versierde met muurschilderingen en beeldhouwwerken. Hij was een onderpastoor die gesteld was op zijn zelfstandigheid. In de jaren 1980 was hij ook pastoor, wat voor hem niet gemakkelijk was, want overleggen en besturen lagen hem niet. Hij was blij toen hij in 1990 kon terugkeren naar zijn geliefd Zoersel. Daar voelde hij zich thuis, daar kon doen wat hij graag deed: de mis celebreren in de parochies, in de religieuze gemeenschappen en in de zorginstellingen, en als proost kon hij er bij de mensen zijn, pratend én meezingend in het koor.
Confrater Lucas was een beetje een vrije vogel. Zo reisde hij graag naar verre landen, want hij interesseerde zich voor vreemde culturen. Hij had lak aan papieren rompslomp, waardoor hij soms in de problemen geraakte. Maar joviaal én handig wist hij zich meestal uit de slag te trekken.
Hoewel hij slechts tijdens zijn opleiding en anderhalf jaar na zijn terugkeer uit Congo in de abdij geleefd had, voelde hij zich met haar verbonden. Hij nam deel aan de jaarlijkse retraite van de gemeenschap en aan alle belangrijke gebeurtenissen: bijeenkomsten, professies en wijdingen, jubilea, uitvaarten. Wat de interne aangelegenheden betreft, hield hij zich wijselijk op de vlakte.
Met zijn gezondheid heeft confrater Lucas nooit gesukkeld, maar de negentig gepasseerd werd hij zorgbehoevend. Alleen wonen, ging niet meer. De opname op 4 september 2017 in en het leven in het woon-zorgcentrum De Lusthoven in Arendonk vielen hem zwaar, niettegenstaande de attentvolle verzorging door het personeel. De voorbije maanden ging zijn gezondheid verder achteruit, ook mentaal, en daarbij kwam het coronavirus.
Gesterkt door het ziekensacrament overleed confrater Lucas daar op 25 januari 2021, de dag waarop de Kerk de bekering viert van de heilige Paulus. Onderweg naar Damascus, werd de apostel omstraald door een fel licht uit de hemel en hoorde hij de stem van Christus, die hem persoonlijk aansprak (vgl. Hnd 22,6-7). In dit hemelse licht ontmoette hij de verrezen Heer. Bedroefd om het overlijden van cfr. Lucas, bidden we dat hem dezelfde genade te beurt mag vallen. De Heer zien, zou dat niet zijn laatste wens geweest zijn? In zijn kamer, op de vensterbank bij de grote zetel waarin hij altijd zat, had hij een beeldje geplaatst van het profiel van het gelaat van Christus, met doornen gekroond. Hoe vaak zou hij niet naar dat beeldje gekeken hebben tijdens de laatste weken van zijn leven in deze wereld?
Een uur na zijn overlijden, in het begin van de vespers, zongen we in de abdijkerk een hymne waarin we de heilige Paulus baden:
“Laat ons aardse leven zijn gericht
op de schoonheid van het hemels licht.
Onvoorstelbaar schoon wordt het bestaan,
’t onvolmaakte wordt tenietgedaan.
Wat ten dele is, is dan voorbij.
Zoals wij gekend zijn, kennen wij.”
Mogen confrater Lucas in de andere wereld en wij allen, nu reeds in deze wereld, ervaren wat uitgedrukt wordt in deze hymne: de schoonheid van het hemelse licht, volmaaktheid en volkomenheid … en bovennatuurlijke kennis! Ja, onvoorstelbaar schoon wordt het bestaan voor wie gelooft dat Christus verrezen is en altijd met ons begaan is!
Abt Frederic Testaert (Postel)