Zuster Marie-Thérèse werd geboren in Kontich-Kazerne op 4 april 1931 als eerste kind van een tweeling. Op 28 mei 1956 trad zij in bij de gasthuiszusters-augustinessen van Lier en kreeg als kloosternaam Marie-Lutgart. Op 17 mei 1961 deed ze haar eeuwige professie. Na haar noviciaat behaalde Marie-Thérèse haar diploma van verpleegster in de Sint-Aloysiusschool voor verpleegkunde in Lier. Later studeerde ze voor Verpleegster-monitrice en behaalde ze de diploma’s Licenciaat in de medische-sociale wetenschappen en Ziekenhuisbeleid in Leuven. Nadien volgde ze nog talrijke bijscholingscursussen.
Met deze bagage kwam ze terecht in allerlei bestuursfuncties en verantwoordelijkheden binnen de congregatie en in onze instellingen. Samen met zuster Magda Eysermans werkte ze in het economaat van de congregatie in een periode van bouwen en verbouwen en van schenkingen, overdrachten en erfpachten. Daarnaast gaf ze nog enkele uren les in de school voor verpleegkunde.
Vooral de zorg voor de toen 280 zusters die op 25 verschillende woonplaatsen woonden, kreeg alle aandacht, evenals de zorg voor uittredende zusters in de moeilijke crisisperiode in de Kerk. Van thuis uit kreeg ze de liefde voor muziek mee. Haar vader was koorleider en zelf was ze jarenlang dirigente van het zusterkoor van de congregatie en van het zondagskoor in de Sint-Gummarusparochie.
De Opleiding van begeleiders in Kerkverband OBIK boeide haar sterk. Vanuit deze opleiding begeleidde ze verschillende kapittels en ontstonden er, tot op vandaag, trouwe vriendschappen. Meer dan twintig jaar was ze algemeen verantwoordelijke van de congregatie. Ze was geruime tijd lid van de Unie van de vrouwelijke religieuzen in België, van de Raad van Religieuzen en van het vormingsteam in het Bisdom Antwerpen. Ze stond ook aan de wieg van het Overleg Ethisch Vermogensbeheer (Oever) een samenwerkingsverband van congregaties.
Zuster Marie-Thérèse was zeer bekommerd om het voortbestaan van het religieuze leven. Vergrijzing en afbouw waren ook in de congregatie realiteit. In dat kader kreeg ook de gemeenschap De Brug alle kansen en zag zij hierin de mogelijkheid om de gasthuisspiritualiteit en het religieuze leven een nieuw elan te geven voor de toekomst.
Na een actief en creatief leven kwam de periode van dragen en gedragen worden. Dat mocht ze dankbaar ervaren, zowel in de gemeenschap De Brug als in de zustergemeenschap Ter Beuken in Boechout. Een ontroerend gebeuren was de ziekenzegening waarin zij zich heeft toevertrouwd aan haar God. In alle rust en vrede is zij gestorven op 3 augustus omgeven door familie, medezusters en leden van De Brug.
Zuster Liliane Eeckhout en Lief Van Hoof