Op 27 april, drie dagen na zijn vierentachtigste verjaardag, overleed priester Raf Van Aken.
Raf groeide op als oudste van vijf in Loenhout in de Noorderkempen. Op 8 juli 1962 werd hij door mgr. Daem tot priester gewijd. Hij behoorde tot de eerste lichting priesters die in het nieuw opgerichte bisdom Antwerpen gewijd werden. Na zijn wijding werd hij als onderpastoor gezonden naar de Sint-Bavoparochie in Wilrijk. Hij zou zijn hele leven in Sint-Bavo dienstbaar zijn. Bij zijn aankomst daar, op het kantelpunt van Vaticanum II, was het al snel duidelijk dat Raf mensen kon bezielen. Met frisse creatieve ideeën veroverde hij meteen de harten van zijn parochianen. Als proost van de Chiro kreeg hij de zorg voor jongeren toebedeeld. En toen er vanuit de Chiro gedacht werd aan het oprichten van een jeugdhuis, was hij de grote bezieler. Hij zag het als dé manier om meer jongeren te bereiken.
De uitvaartdienst die op 2 mei door de coronamaatregelen in beperkte familiekring plaatsvond, stond in het teken van de Goede Herder. Bij zijn vijftigjarig priesterjubileum in 2012 kreeg Raf van zijn parochie een stok, symbool voor zijn herder-zijn. Soms voor, soms achter, maar vooral tussen de kudde. Een bonte mengeling van witte en zwarte schapen, geiten en bokken, zonder onderscheid. Getuige hiervan de kleurrijk geschilderde stoelen in de vergaderzaal van de pastorie, waar voor iedereen een stoel met passende kleur klaar staat.
Rafs voorgaan was een voorbeeld van een eenvoudige toegankelijke liturgie. Kort maar krachtig. Samen als gemeenschap, gevierd en gezongen. Met een korte, klare preek waarin elk woord nauwkeurig afgewogen was. Bij zijn aanstellingsviering als pastoor in 1986, zijn pensionering in 2002 en zijn vijftigjarig priesterjubileum koos hij telkens het evangelie van Lucas 10: de zending van de 72 leerlingen. Een tekst die refereerde naar zijn zending, maar ook naar zijn gedrevenheid om mensen te roepen en te zenden.
Raf was visionair in zijn kijk op het veranderende kerkgebeuren. Toen er halfweg de jaren 1980 sprake was van lekengebedsvoorgangers, spoorde hij mensen aan om de opleiding te volgen en spande hij zich in om dat ook in praktijk om te zetten. Eind 1988 vonden er in de weekkapel de eerste gebedsdiensten plaats. In 1993 werd er voor het eerst, tijdens het weekend, in een woord- en communiedienst gevierd. Maar parochie was veel meer dan het kerkgebeuren. Tijdens de verrijzenisviering hoorden we in de eerste lezing: “Er leeft een kracht in ons die maakt dat grote dingen gebeuren zodra de paden van anderen onze paden raken; en dan moeten we erbij zijn en het laten gebeuren.” In die zin heeft Raf er actief aan gewerkt dat de paden van mensen elkaar raakten. Hij was een meester in het roepen en zenden van mensen. Als medewerker kregen we van hem veel bewegingsruimte, maar hij hield wel de touwtjes in handen. Zijn handelen was er altijd op gericht om mensen samen te brengen, om mensen dicht bij elkaar te brengen.
Lang voor de stad Antwerpen met ‘Opsinjoren’ met buurtwerking startte, lanceerde Raf het idee van het buurtaperitief. Een eenvoudig concept. Hij vroeg mensen om op zoveel mogelijk plekken in de parochie op hetzelfde moment een tafeltje buiten te zetten, en voorzag vanuit de parochie wat aperitief. En telkens opnieuw gebeurde op al die plaatsen het wonder van de broodvermenigvuldiging. Raf reed dan met zijn ‘fietske’ rond in T-shirt en leren jasje, en zag dat het goed was.
Luc Beeldens