Zonder afscheid. | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's

kerknet

Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Artikels
  • Evenementen
  • Vieringen
  • Shop
  • Aanmelden
  • Parochie
We laden de lijst van gemeenten en postcodes. Kies hieruit één van de suggesties.

Zoek je parochie

snel naar

  • Bisschoppenconferentie
  • Bisdommen en parochies
  • Religieuzen
  • Organisaties
  • Media
Relevant

Relevant

  • Startpagina
  • Contacten
  • Meer
    • Wat is Relevant? Inhoud Redactie Abonnement In Memoriam Archief
Bladeren © Ilse Van Halst

Zonder afscheid.

Mgr. Johan Bonny

Mgr. Johan Bonny

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op zaterdag 31 oktober 2020 - 16:56
In handen van Christus, de Verlosser

Ziek zijn en eenzaam sterven in coronatijd … het is akelig en droevig. Zo mogen mensen niet sterven. Zo nemen mensen geen afscheid van hun geliefden. Zonder afscheid is het moeilijk rouwen. Ik beleefde en hoorde schrijnende verhalen … In voorbereiding op deze bijdrage vroeg ik enkele ziekenhuispastores van ons bisdom om hun ervaringen te delen. Liever met twee voeten op de grond blijven, dacht ik, dan wegzweven in algemene bespiegelingen.

+Johan Bonny

Twee grootouders belden me op. Hun oudste zoon, die met zijn gezin in Zuid-Afrika woonde, werd een tweetal maanden tevoren opgenomen in het ziekenhuis met covid. Het ging van kwaad naar erger en hij belandde in coma. Niemand mocht nog bij hem. Hij overleed zonder laatste kus of afscheidswens. Hij kon niet netjes opgebaard worden noch begroet. Zijn naakte lichaam werd meteen in een kunststoffen zak geborgen en in een eenvoudige kist geplaatst, met het oog op crematie. In de kerkdienst mochten slechts enkele personen aanwezig zijn. Op de avond van de dienst ging ik naar de grootouders. Digitaal verbonden met familie in Frankrijk en Zuid-Afrika haalden we herinneringen op. We staken een kaarsje aan, spraken een gebed uit en aten nadien een broodje. Het was stil toen ik huiswaarts keerde.

Ongezien
Liesbeth, verpleegkundige op de covidafdeling van een ziekenhuis, schreef me: “Er was een enorme flexibiliteit en samenhorigheid. We hebben vele patiënten gezond en wel naar huis of naar een revalidatie laten gaan. Anderen stierven alleen, in isolatie, wat wij ook nog nooit hadden meegemaakt. We hebben ons beste beentje voorgezet om de patiënt en zijn/haar naasten hierin zo goed mogelijk te begeleiden.”

Ria is al vele jaren ziekenhuispastor. Bij de uitbraak van het coronavirus moet ze haar pastoraal werk stopzetten en kreeg ze een ander takenpakket: “Ik moest ‘voorpostcontrole’ doen van wie het ziekenhuis binnenkwamen. De communicatie in het ziekenhuis verliep – zoals men letterlijk zei – ‘zoals in oorlogstijd’: commando’s dienden uitgevoerd. In de oorlog telt enkel het gevecht. In de manier van vechten zit weinig of geen menselijkheid. Personeelsleden werden ingezet waar een nood was, zonder rekening te houden met hun persoonlijke situaties. Dat bracht ongenoegen mee, wat tot op vandaag doorwerkt. Mensen mochten hun soms doodzieke familieleden niet bezoeken, maandenlang. Bij stervenden mocht één persoon éénmaal per dag een half uurtje op bezoek. Stuk voor stuk onmenselijke boodschappen die we moesten brengen. Ik heb geprobeerd mijn pastorale roeping waar te maken in de manier waarop ik die gesprekken of discussies voerde, maar dat was niet eenvoudig en het zoog me leeg. Nadien had ik heel wat tijd nodig om mijn plek als pastor opnieuw te vinden, zowel op de afdelingen, als in mezelf.”

Morele stress
Voor ziekenhuispastor Mieke wogen de ethische vragen sterk door: “Wanneer je als coronapatiënt een ziekenhuis binnenkomt, kom je in een zorgprotocol terecht. Een van de eerste vragen luidt: ‘Als het slecht gaat: moeten we jou nog reanimeren en wil je nog aan de beademing of niet?’ Voor veel patiënten een choquerende vraag, die ze niet konden overdenken of bespreken met naasten. Ik had het gevoel dat er, in naam van de veiligheid, soms ethische keuzes werden gemaakt waarin menselijke noden en waarden werden gemarginaliseerd: zo mochten paramedici (psychologen, sociaal werkers, pastores) niet bij covidpatiënten komen tenzij op expliciete vraag. Als pastor voelde ik me daar machteloos bij.

Anderen verbieden jou om je kerntaak te doen, namelijk bijstand geven aan ‘de melaatse’ van vandaag.

Ook verpleegkundigen ervoeren morele stress: ze moesten uitleggen aan de familie dat er maar twee mensen waren toegelaten bij het afscheid van een stervende. Wat met een moeder die drie kinderen heeft? Het derde kind stond soms letterlijk aan het raam buiten te kijken hoe moeder binnen ziekenzorgen kreeg in bijzijn van de twee andere kinderen.”

Als een pinguïn
Bert, als priester pastoraal werkzaam in twee ziekenhuizen, besluit zijn e-mail met een ontroerende anekdote: “Ik word geroepen bij een gelovig man ... Diep aan de zuurstof in ademnood voelt dat hij gaat sterven. Ik kom binnen verkleed als pinguïn ... Mondmasker waardoor ik moeilijk verstaanbaar ben. Beveiligingsbril. Haarkapje. Witte plastic schort en blauwe handschoenen. Ik versta de man niet door de hevigheid van de zuurstoftoevoer. Hij verstaat mij niet door het zwaarbeveiligde masker. Ik mag mijn masker niet afdoen, hij zijn zuurstof niet afzetten. Een situatie van diepe onmacht. Ik voel aan dat hij wil biechten en zie de angst in zijn ogen. Vanuit een ingeving spreid ik mijn armen zoals de Christus van Rio de Janeiro, het beeld van de Verlosser. De man kijkt me aan en kalmeert, terwijl ik roep: ‘Je bent en blijft welkom in zijn handen’. Hij sterft een dag later. Rustig, meldt de verpleging.”

Leegte en gemis
Peter, als pastor verbonden aan een universitair ziekenhuis, vat zijn ervaring samen: “ ‘Ik sta voor U in leegte en gemis …’ Deze woorden hebben we de voorbije maanden geregeld gebeden. Tijdens deze coronatijd worden we diep in onszelf geconfronteerd met gevoelens van leegte en gemis. Verscheidene coronapatiënten zijn gestorven, vaak moederziel alleen op hun kamer. Het was een pijnlijke ervaring, zowel voor de patiënt als voor de familieleden en vrienden, die geen afscheid konden nemen. En ook wij bleven telkens opnieuw achter met gevoelens van leegte en gemis.”

Meer dan de ziekenhuizen haalden de woon-zorgcentra het nieuws met de grootste aantallen overlijdens. Ingrid is sinds vele jaren pastor in meerdere woon-zorgcentra. Haar verhaal leest als een noodkreet: “Van één besmette bewoner werden het er snel heel veel. Een volledige afdeling werd afgesloten. Gezonde bewoners werden op enkele uren tijd palliatieve patiënten en overleden … zonder familie, zonder vrienden, zonder nabijheid en met een veel te groot tekort aan palliatieve zorg en materiaal. Waartoe dienden al die vormingsbeurten? Waar waren de verantwoordelijken? Veilig op afstand? En ik stond er middenin, veel te weinig beschermd en bang om ziek te worden. Ik probeerde toch iets te betekenen voor de stervenden. Voor de andere bewoners, die soms twee begrafenisondernemers tegelijk lichamen zagen ophalen. Voor de collega’s opdat ze zouden volhouden …

Plots stond ik alleen, net als Hij, terwijl sommigen de andere kant opkeken,anderen bang afwachtten wat er zou gebeuren en nog anderen me gek verklaarden …

Mijn teleurstelling in het beleid is groot. Groot is ook mijn waardering voor collega’s die bleven doorgaan en me leerden wat het is om tussen mensen te staan, vol te houden en te doen wat moet gedaan worden. En aan al die mensen die eenzaam moesten sterven, bied ik mijn diepste excuses aan, want dat had op deze manier niet mogen gebeuren. Mogen ze rusten in de armen van onze God die Liefde is.”

En zo zijn er nog talloze verhalen. Eerst en vooral wil ik een woord van meeleven meegeven aan al wie een geliefde verloren aan covid, vaak in pijnlijke en ontluisterende omstandigheden. Het meeste van wat een afscheid menselijk en eervol maakt, ontbrak. In deze herfstdagen van Allerheiligen en Allerzielen willen we hen gedenken. Met een kaarsje en een gebed willen we hen toevertrouwen aan Gods barmhartige nabijheid.

Tegelijk richt ik een woord van dank en waardering tot allen die, ondanks zware offers en beperkingen, coronapatiënten nabij gebleven zijn en dat blijven doen. Allen die mensen of families helpen om zo sereen en menswaardig mogelijk afscheid te nemen van een geliefde.

Tot slot roep ik op om in de omkadering en ondersteuning van coronapatiënten, met name in ziekenhuizen en woon-zorgcentra, ook pastores hun werk te laten doen. Hun inbreng is geen bijkomstigheid, integendeel. Juist in dagen van machteloosheid en twijfel, wanneer de dood om de hoek loert, hebben mensen nood aan tekens van Gods liefdevolle nabijheid, aan gebaren van troost en barmhartigheid, aan iemand die zijn armen uitspreidt zoals de Christus in Rio de Janeiro. Pastores doen ertoe als ‘wachters die uitzien naar de morgen’ (Psalm 130) langs de soms dunne grens tussen dood en leven.

Bladeren © Ilse Van Halst

Gepubliceerd door

Relevant

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Share on Facebook
Share on Twitter
Share via Email

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2021 Studiecentrum Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook