Op 8 december laatst verkreeg de van oorsprong Franse Communauté des Béatitudes (Gemeenschap van de Zaligsprekingen) van de aartsbisschop van Toulouse het statuut van kerkelijke familie van godgewijd leven. Voor het eerst gaf de Heilige Stoel daarmee de toelating om een religieus instituut op te richten voor mannelijke zowel als vrouwelijke religieuzen en leken.
De gemeenschap, die tot 1991 Leeuw van Juda en het Geslachte Lam heette, werd in mei 1973 opgericht door twee Franse protestantse echtparen die zich onder impuls van de mystica Marthe Robin (1902-1981) bekeerden tot het katholicisme. Bedoeling was het herbeleven van de geest van de eerste christelijke gemeenschap in Jeruzalem. De groep, die zich vestigde in het bisdom Albi, trok met een combinatie van charismatisch gebedsleven, oecumenisch engagement en vreugdevolle verkondiging snel veel leden aan. In 1978 legden enkele celibatairen geloften af, namen een kloosternaam aan en begonnen een habijt te dragen. In 1985 werden de eerste leden tot priester gewijd. Toch bleef de gemeenschap altijd bestaan uit leden met een diverse levensstaat. Vandaag telt ze driehonderd leken en vijfhonderd religieuzen, verspreid over 26 landen.
„Wij zijn een vrucht van het Tweede Vaticaans Concilie en van de dynamiek van de nieuwe bewegingen onder Johannes- Paulus II”, zegt de Hongaarse zuster Marta Balog. „Met onze drie levensstaten willen we een beeld zijn van het volk Gods. Onze beweging telt dus drie takken: mannelijke en vrouwelijke religieuzen zowel als leken. In al onze foyers, zeg maar centra, wonen de drie samen, al hebben gezinnen een aparte woonst, soms niet ver van de foyer. Liturgie en werk zijn gemeenschappelijk. Gezinnen blijven autonoom. Een van de partners werkt meestal buitenshuis. De combinatie maakt deel uit van onze eigenheid.”
Het originele aan de formule van ‘kerkelijke familie’ is dat de drie takken, ook de leken, daardoor elk een eigen bestuur hebben. Zusters worden bestuurd door zusters, leken door leken. Leken leggen ook geen gelofte af. Om de eenheid te garanderen, is er een gekozen voorzitter voor het geheel, momenteel zuster Anna-Katharina Pollmeyer.
De leden ontkennen niet, net zomin als zuster Marta Balog, dat de gemeenschap een moeilijke periode achter de rug heeft, een „groeicrisis”. Vanaf de late jaren 1990 kwam de gemeenschap in opspraak en werd ze in de wereldse pers bestempeld als een sekte. Leden verlieten de groep en beschuldigden de leiding van machtsmisbruik. Een broeder, een rechtstreekse medewerker van stichter frère Ephraim (Gérard Croisssant), werd veroordeeld voor vijftig gevallen van seksueel misbruik van kinderen. Op bevel van de kerkelijke overheid moest Croissant in 2008 de gemeenschap verlaten en werd hij als permanent diaken ook kerkelijk gesanctioneerd.
„We kregen veel hulp van de dominicaan Henry Donneaud, die in 2010 als pauselijk commissaris werd aangesteld”, zegt zuster Marta Balog. „Hij begon aan een noodzakelijke herstructurering. Met respect voor onze oorspronkelijke eigenheid voerde hij een scherper onderscheid tussen de takken door. Mijn persoonlijke indruk is dat de gemeenschap vandaag stabiliteit heeft gevonden en haar kerkelijke zending trouw kan beleven.”
De Gemeenschap van de Zaligsprekingen, waarbij ook Vlamingen zijn aangesloten, heeft een vestiging in Thy-le-Château, in de buurt van Charleroi.
(Artikel verschenen in Kerk & Leven: 7 januari 2021)