De weg van Maria van Mierlo liep via de stads- en sportredactie van een lokale krant langs een commercieel tekstbureau naar de religieuze journalistiek. “Ik voelde: hier wil ik zijn”. In Tertio nr. 1000 van 10/4/’19 doet ze haar opmerkelijke verhaal.
“Schrijven deed ik als kind al. Op vakantie nam ik altijd pen en papier mee. Ik zocht dan een stille plek en alleen al het idee dat ik zou kunnen schrijven, maakte me allergelukkigst. Dat heb ik nu nog. Als ik ergens zit en niets te doen heb, schrijf ik. Over mezelf en wat er in me opwelt. Over mijn weg met God en Zijn weg met mij. Reeds als kind was schrijven onbewust een zoeken om in contact te komen met het onzichtbare, al kreeg ik daar pas later echt de woorden voor.
Het was een ervaren collega bij de krant die me zei: ‘Wat jij doet, is een vak, dat kan niet iedereen’. Die eyeopener was geweldig en niet lang daarna ben ik een tekstbureau begonnen waarmee ik een mooie klantenkring heb opgebouwd. Maar het waren allemaal commerciële schrijfopdrachten. Ik legde mijn ziel en zaligheid in het schrijven van andermans verhalen en dat voedde me niet meer, ik werd er ongelukkig van. Op een dag kreeg ik van een bedrijf dat ijzeren treeplanken voor vrachtwagencabines produceert de vraag of ik de teksten voor hun folder en website kon schrijven. Dat was de druppel, ik heb er vriendelijk voor bedankt en heb vervolgens al mijn klanten per brief opgezegd zonder te weten wat ik daarna zou doen. Dat was heftig, maar heerlijk.
Nu schrijf ik voor Klooster!, een magazine over het monastieke leven. Het is fijn om stukken te kunnen schrijven waarin ik deel van waar ik vol van ben, namelijk wat ik als lekencisterciënzer heb ontvangen uit de schat van die traditie. Dat vind ik het mooie aan dit werk: ik mag gehoor geven aan wat in mij leeft en zo voldoe ik aan de opdracht die ik heb gekregen. Meer is het niet.
Abonneer of vraag een proefnummer via www.tertio.be