Als we ziek zijn, willen we graag goede zorg krijgen. Maar wat is de concrete invulling daarvan? Door tijdig en systematisch in gesprek te gaan over je wensen, noden en angsten, helpt vroegtijdige zorgplanning (VZP) met de afstemming tussen de gewenste en de geleverde zorg. Tertio nr. 992 (13/2/2019) nam in verschillende zorgsettings de VZP-temperatuur.
Hans Bogaert, huisarts in Sint-Kruis en pionier van het “Brugse model” voor VZP legt uit hoe de nieuwe wetgeving van 2002 betreffende euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten vroegtijdige zorgplanning op de kaart zette. “We kregen steeds meer te maken met patiënten met expliciete vragen over therapiekeuze en levenseinde. Als huisartsen moésten we wel nadenken hoe we het gesprek daarover concreet zouden aanpakken.” Met een project in de ruime regio rond Brugge werd tegelijkertijd gewerkt aan de implementatie van VZP in alle woon-zorgcentra, waar mensen per definitie hun laatste levensfase doorbrengen.
In de ziekenhuizen staat VZP nog in de kinderschoenen. Birgit Vanderhaeghen en Arne Heylen, psychologen van het palliatief supportteam van UZ Leuven, proberen hulpverleners hierbij te ondersteunen. Heylen ontwikkelt de hulpmiddelen, Vanderhaeghen de aanbevelingen. Heylen: “VZP is een simpel concept, maar de uitvoering is complex. Met de ontwikkeling van een VZP-knop, een handreiking voor zorgverleners en een gespreksleidraad voor patiënten helpen we de knelpunten en hiaten weg te werken, maar we ondervinden dat er meer nodig is om VZP structureel in te bedden in het ziekenhuis.” Vanderhaeghen onderzocht welke voor hulpverleners de belemmerende en faciliterende factoren zijn om VZP-gesprekken te voeren. Die liggen onder meer bij de verschillende ethische gevoeligheid van teamleden en verschillende gronden voor het nemen van behandelbeslissingen. “Bovendien spelen bepaalde patiëntkenmerken onbewust mee in de houding van hulpverleners”, wees haar onderzoek uit.
Als geriater ziet Ruth Piers (UZGent) dagelijks mensen voor wie het levenseinde een nabije realiteit is. Maakt dat het sterven makkelijker bespreekbaar? Wat als er dementie in het spel is? En welke rol speelt de familie? Ze geeft voor Tertio een getuigenis op het snijpunt van academie en kliniek. “Als je mensen zelf checklijsten laat aanvinken, maken ze misschien keuzes die medisch gezien niet realistisch of logisch zijn. Sommige ingrepen zijn werkelijk niet zinvol, zoals reanimatie bij rusthuisbewoners met een zwaar zorgprofiel. Zelfs al bereiken ze het ziekenhuis levend, ze komen er alsnog te overlijden. Toch is dat een ritueel waar we maar moeilijk van loskomen.”
En hoe verhouden VZP, palliatieve zorg en levenseindebeslissingen zich tot elkaar? We vroegen het aan Gert Huysmans, huisarts en voorzitter van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen. “Vandaag is palliatievDaarom ijvert Huysmans voor een vroege detectie van palliatieve patiënten en een adequate inschatting van hun zorgnoden. Swingen de kosten voor dergelijke uitbreiding van palliatieve zorg niet de pan uit? “Nee, het omgekeerde is zelfs waar”, stelt Huysmans, “maar op zich is die economische besparing geen argument of objectief, en het is geenszins de bedoeling palliatieve patiënten uit te sluiten van bepaalde dure behandelingen. Nu toont de PICT (Palliative Care Indicator Tool, nvdr) dat globaal 1 op de 5 van alle ziekenhuispatiënten palliatief is. Krijgen zij de gepaste zorg? Dat is de echte vraag. Iedereen komt te sterven en kwaliteitsvolle levenseindebeslissingen vragen een goed aanbod van palliatieve zorg. Een vraag naar sedatie of euthanasie mag geen vraag zijn naar een noodoplossing voor slechte zorg.”
Abonneer of vraag een proefnummer via www.tertio.be