Elke wetenschappelijke, technologische en maatschappelijke verandering is een kans om de religieuze verbeelding te vernieuwen. En een opdracht.
Waar krijgen we in onze maatschappij nog beelden aangeboden die onze ziel helpen geboren worden, groeien en transformeren?
Dat mensen zich de mogelijkheid van God niet meer kunnen voorstellen, is meestal geen overwinning van het verstand maar een gebrek aan verbeelding.
Religieuze beelden verbeelden geen vreemde, bovennatuurlijke werkelijkheid, maar wel de bezieling van de werkelijkheid.
God is niet dood, maar begraven in een dode taal. De levende God daarin opdiepen, is een zaak van verbeelding.
Tussen ongelovig en gelovig zijn, staan geen metafysische speculaties of blind vertrouwen, maar een sprong in je eigen verbeeldingskracht.
Elke generatie heeft de opdracht zich God en de eigen ziel opnieuw waarachtig te verbeelden, in dialoog met tijd en traditie.
Het christendom werd 2000 jaar geleden popcultuur omdat het erin slaagde om het bestaansmysterie universeel te verbeelden in de persoon van Jezus.
Religieuze verbeelding heeft als doel om begrijpen op te heffen in gegrepen worden, redeneren in aanbidden en beheersen in bezield worden.
Religieus verbeelden leer je door initiatie, niet door informatie. Het gaat erom gevoelig te worden voor het geheim van je eigen leven.
Religieuze beelden zijn altijd meerduidig en persoonlijk. Los van de zingeving door een concrete persoon, bestaat er geen religieuze verbeelding.
Nadenken over God vervangt niet het onzekere werk om de eigen Godservaring te verbeelden.
Religieuze beelden die er voor ons persoonlijk toe doen, worden niet bedacht, maar gebaard.
Religieuze beelden die niet geworteld zijn in ervaringsweten, gaan tot ontbinding over.
Om de Bijbelse geloofstaal te ervaren als werkelijker dan het zakelijke spreken, is verbeeldingskracht nodig.
Verbeelding is geen verraad aan de werkelijkheid of de waarheid, maar een intensivering ervan. In onze verbeelding worden ze werkelijk en waar voor ons.
De grootste dooddoener voor de religieuze verbeelding is niet twijfel, ketterij of materialisme, maar vanzelfsprekendheid.
De rol van kerk en theologie is niet om de verbeelding in te dammen, maar om ze op te wekken.
Verbeelding staat niet tegenover het woord, maar tegenover letterlijkheid. Letterlijkheid doodt, beelden maken levend.
Om God te verbeelden, moet je leren kijken in het donker. De Godsverduistering ontkennen brengt geen licht, maar wel je ogen laten wennen aan de nacht van het geloof.
Religieuze verbeelding respecteert zowel het onuitsprekelijke van God als ons verlangen naar communicatie.
God verbeelden, wil niet zeggen hem bezitten of claimen, maar je door Hem laten bezitten.
De uitspraken zijn vrij geïnspireerd op deze 2 boeken:
Tjeu van den Berk. Mystagogie: inwijding in het symbolisch bewustzijn. Meinema, 2007 (1999), ISBN 9789021137681, 182 pagina’s, 19,50 euro. Bestel op Bol.
Okke Jager. De verbeelding aan het woord: pleidooi voor een dichterlijker en zakelijker spreken over God. Ten Have, 1988, ISBN 9025943799, 178 pagina’s. Bestel tweedehands op Bol.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.