Van 18 tot 28 november 2017 vonden de Dagen van de Gevangenis plaats. Het thema dit jaar was: Gedetineerd? En de familie? Een detentieperiode is zwaar voor een gevangene, maar ook voor de familie. Aalmoezeniers Geneviève en Adriana uit de vrouwengevangenis van Berkendael in Brussel getuigen over hun werk met gedetineerden.
Voor wie is de gevangenis van Berkendael bestemd?
'De vrouwengevangenis vormt een tweeluik met de mannengevangenis van Vorst. Het gebouw dateert uit 1910 en is in eerste instantie een arresthuis. Dit wil zeggen dat hier vrouwen in voorhechtenis zitten die nog niet veroordeeld zijn. Berkendael huist 70 gedetineerden, maar niet uitsluitend vrouwen in voorhechtenis. Er is ook een sectie voor vrouwen die al veroordeeld zijn. De gevangenis heeft ook een psychiatrische afdeling waar gedetineerden verblijven die bijkomende zorg nodig hebben. Niet onbelangrijk zijn de moeders met kinderen.'
Kinderen die opgroeien met een moeder in de gevangenis?
'Het gaat om kinderen die zijn geboren in de gevangenis. Voor alle duidelijkheid: de moeders bevallen in een gewoon ziekenhuis. Na de bevalling keren ze terug naar Berkendael.
De kinderen kunnen bij hen blijven tot ze drie jaar oud zijn.
Er zijn nu vier kinderen en de oudste baby is zeven maanden. Bepaalde cellen zijn aangepast aan de noden van de moeder en het kind. Ze liggen aan een bredere gang waarin de moeder kan wandelen. Er is ook een speelhoek voor de kinderen. Het speelgoed werd geschonken door vrijwilligers of mensen die in Berkendael werken. In de zomer zijn er zelfs kleine zwembadjes waarin de kinderen kunnen spelen als het warm is. Uiteindelijk is het kind geen gevangene. Het personeel probeert er alles aan te doen om het kind een zo normaal mogelijke omgeving te bieden. Gezien de omstandigheden is dat niet vanzelfsprekend. De kinderen mogen de gevangenis probleemloos verlaten, maar altijd met toestemming van de moeder. Er is momenteel een kindje dat naar het kinderdagverblijf gaat. Elke dag komt iemand haar ‘s morgens halen en ‘s avonds terugbrengen.'
Waaruit bestaat een dag uit het leven van de vrouwen in Berkendael?
'Veel gedetineerden werken overdag. Als de politie een vrouw binnenbrengt, stelt de directie haar enkele vragen. Eén ervan is of ze wil werken. Bepaalde vrouwen willen dit, anderen niet. Wie ja antwoordt, vult een papier in en wacht tot er werk is. Er zijn verschillende jobs die ze kunnen doen. Er is het werk van elke dag: eten bereiden, opdienen en kuisen. Daarnaast is er de 'regie' of het manueel en artistiek werk. Er zijn externe bedrijven die werk aanleveren van diverse aard. Ze steken postkaarten in enveloppes, ringen in Atoma-schriften of vouwen origami. Er is ook werk in de kantine of de winkel. Als een gedetineerde gerief koopt van buiten de gevangenis moet de juiste bestelling bij de juiste persoon terechtkomen.'
'Een werkdag begint om 7u. De bewaker opent de celdeur en iedereen krijgt koffie. Om 8u begint het werk voor wie zich inschrijft. Op de middag pauzeren ze en in de namiddag werken ze twee uur verder. Per dag krijgen ze twee uur wandeltijd. Wie werkt kan, afhankelijk van de werkuren, ‘s avonds wandelen na het eten.'
Welke andere activiteiten zijn er voorzien?
'Er komt een koor van Muntpunt dat tot doel heeft "een brug te zijn tussen twee werelden". Er zijn ook cursussen Frans, Nederlands, Engels, tekenen en informatica. De gevangenen kunnen ook yoga en naailessen volgen. De directie hamert sterk op fitness en moedigt de vrouwen aan om een uur per dag te sporten. Als je gevangen bent en opgesloten zit, takel je fysiek af.'
Wat is jullie taak als aalmoezenier?
'Wij begeleiden de gevangenen die dat willen persoonlijk. Als nieuwe gedetineerden toekomen, gaan we hen opzoeken. We proberen ze te ondersteunen in hun moeilijke momenten. Ze vertellen hun verhaal en vragen soms om hulp. We onthalen ook vrouwen die pas zijn binnengebracht. Het is een shockerende ervaring om in de gevangenis te belanden. Op zo'n moment is menselijke aanwezigheid wenselijk. Daarnaast organiseren we op donderdag de eucharistie en gebedswakes voor bijzondere gelegenheden.
Tijdens liturgische sterke tijden komt bijna iedereen naar de eucharistie, anders gemiddeld een derde van hen.
Aalmoezenier zijn is ‘aanwezig zijn’. Door onze houding en aanwezigheid brengen we de boodschap van het evangelie over. Gevangenen zijn in eerste instantie mensen die wij met menselijkheid moeten behandelen, onafhankelijk van wat ze wel of niet deden.'