Els Gryson over ziekenzorg in de Kliniek Sint-Jan
Els Gryson studeerde af als godsdienstwetenschapper in 1985 en begon in het Antwerpse op de dienst jeugdpastoraal. Ze werkte er acht jaar en gaf vervolgens les in een secundaire school. Ze onderwees ook het vak godsdienstdidactiek aan de lerarenopleiding voor lager onderwijs en begeleidde studenten op stage. Els vertelt “Tijdens mijn periode in de jeugdpastoraal zei ik tegen mezelf: ‘als ik ouder en wijzer ben wil ik in een ziekenhuis werken’. Ik besloot daarom in 2012-2013 een Master-Na-Master praktische theologie te volgen. Het is in de Kliniek Sint-Jan dat ik gedurende zes maanden enkele dagen per week stage liep tijdens mijn opleiding. Toen ik voor het eerst aan het onthaal in het ziekenhuis zat, keek ik rond naar de mensen die binnen en buiten liepen. Ik dacht bij mezelf ‘amaai heel de wereld passeert hier’ en vond dit een geweldig gevoel.”
Diversiteit en dankbaarheid
In Antwerpen concentreerde Els zich al op interreligieuze opvoedin. Daarom spreekt diversiteit haar enorm aan. “Het gaat erom het leven van mensen te voelen. Tussen diverse geloofstradities bestaan wel verschillen in handelingen en opvattingen, maar je kan wel een taal spreken die iedereen verstaat.” Gryson is dankbaar dat ze in Brussel mag werken en haar werk in het ziekenhuis mag doen. “In ontmoetingen waar mensen bang en onzeker zijn over hun gezondheid, voel ik dat door aanwezig te zijn en te luisteren er iets kan gebeuren. Soms vertellen ze op korte tijd treffende gebeurtenissen uit hun leven. Je bent niet noodzakelijk aanwezig door veel te zeggen maar eerder door te luisteren. Op zo een moment aanwezig mogen zijn en deze ervaring mogen delen van mensen die je niet kent, wekt bij mij een groot gevoel van dankbaarheid op. Ik krijg veel terug voor wat ik doe”.
Diensthoofd van een stafdienst
Op de pastorale dienst werken vier mensen en veel vrijwilligers. Els vergadert maandelijks met de algemene directeur om de werking van de dienst te bespreken. Ze merkt op dat de mensen zich wel eens afvragen wat een pastor heel de dag doet, ‘aangezien er toch minder katholieke gelovigen in een ziekenhuis meer zijn’. Maar pastoraal is steeds spirituele zorg en maakt deel uit van de zorgverlening in het algemeen, naast fysieke, psychische en sociale zorg. “Mijn dienst probeert zo interdisciplinair mogelijk te werken en zorgt dat mensen uit verschillende religieuze tradities de spirituele zorgen krijgen die ze wensen. Dit vraagt tijd, energie en veel organisatie en overleg. Wij krijgen ook veel steun van onze pastorale vrijwilligers. In de locatie Kruidtuin zorgen ze op zondag voor ziekenvervoer en bouwen ze actief mee aan het vormen van een geloofsgemeenschap. Enkelen gaan ook communie uitdelen op de kamers en een babbeltje doen met patiënten. Eén keer per maand organiseren we een drink met de gelovigen die tijdens de zondagvieringen aanwezig zijn.
Perinatale rouwzorg
Het gebeurt helaas ook dat men de pastorale dienst belt, wanneer een zwangere vrouw haar kindje verliest tijdens de zwangerschap. Dit kan zijn omdat het kindje een natuurlijke dood sterft in de baarmoeder of door een zwangerschapsafbreking om medische redenen. Els zegt “Op zo een moment is onze rol dubbel. Enerzijds zijn we er om aanwezig te zijn bij de ouders en familie, hen steun te geven en te luisteren naar hun verhaal. Anderzijds zijn we er ook om heel concreet de begrafenis te regelen van de baby/foetus”.
Belangrijk om weten is de wetgeving omtrent overleden foetussen onder de 26 weken oud. In België hebben foetusjes voor die leeftijd geen wettelijke identiteit, een begrafenis is dan ook niet verplicht. “We leggen aan de ouders uit dat voor foetusjes onder de 26 weken een “espace papillon” (“sterretjesweide”) op het kerkhof in Evere is. Daar worden enkel de foetusjes die sterven, begraven. Dit gebeurt met akkoord van de ouders, die ook altijd de vrijheid hebben om alsnog voor een andere begrafenis te kiezen. Een begrafenis op de sterretjesweide wordt geregeld door de kliniek in samenwerking met de stad Brussel, die de kosten op zich neemt. De ouders worden achteraf verwittigd. Er is geen individueel grafje, geen naam en er zijn geen religieuze tekens. Het personeel van het kerkhof kan wel tonen waar de foetus exact begraven is en het ziekenhuis houdt al de administratie bij. Ook moslimouders kiezen vaak voor dit sort begrafenis.
Ze geloven dat dat kan omdat de babytjes puur zijn en “net als engeltjes”.
Daarbuiten houdt Els zich ook bezig met veel praktische zaken. Eén ervan is het (her)inrichten van de nieuwe kapel van Sint-Jan die in juni wordt geopend.
Hellen Mardaga
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.