Het levensverhaal van Abraham in de Bijbel
Het levensverhaal van Abraham is van groot belang voor Joden, Christenen en Moslims. De hoofdstukken 11 tot en met 25 van het boek Genesis, het eerste boek van de Joodse Schrift dat voor Christenen het Oude Testament heet, vertellen het verhaal van Abram/Abraham en zijn familie. Abram is een nomade die als eerste van God de opdracht krijgt zijn geboorteland te verlaten.Voor Joden en Christenen is Abraham hun stamvader.
Abraham is gehuwd met Sarai/Sara, maar die is onvruchtbaar. Daarom geeft ze aan haar man haar slavin Hagar en die schenkt hem een zoon Ismaël. Op een dag bezoekt God Abraham en kondigt aan dat zijn negentigjaar oude vrouw Sara zelf een kind zal baren, Isaak genaamd. God zal met hem een altijd durend verbond aangaan Maar ook aan Ismaël belooft God iets: “Uw verzoek betreffende Ismaël verhoor ik. Ik zal hem zegenen, hem vruchtbaarheid geven en hem zeer talrijk maken. Twaalf vorsten zal hij verwekken en een groot volk zal ik van hem maken. Maar mijn verbond zal ik aangaan met Isaak” (17,19-21). Wanneer Isaak wordt geboren wil Sara dat Abraham Hagar en Ismaël wegjaagt. Hij aarzelt maar
God zegt tegen hem “Alles wat Sara je vraagt moet je doen, want alleen de nakomelingen van Isaak zullen gelden als jouw nageslacht. Maar ook uit de zoon van je slavin zal ik een volk doen voortkomen, omdat ook hij een kind van je is (21,12-13)”. Voor Joden en Christenen is deze tekst de aanduiding dat Ismaël de stamvader van het Arabische volk zal worden.
Vervolgens vertelt Genesis het verhaal over het offer van Isaak. God vraagt Abraham om zijn zoon Isaak aan hem als brandoffer te offeren in het land van Moria. Abraham gehoorzaamt en bouwt een altaar, stapelt er hout op en bindt er Isaak op vast. Hij steekt zijn hand uit naar het mes waarmee hij de keel van zijn zoon wilt oversnijden, maar een stem uit de hemel roept dit niet te doen. Het is een geloofstest waarin Abraham slaagt! Een ram verschijnt dat met zijn horens vast zit in het struikgewas. Hij draagt het dier op aan God als brandoffer in plaats van zijn zoon.
Ibrihim in de Koran
Voor moslims is Abraham of Ibrihim een grote profeet en eerste moslim. Hij is de eerste gelovige uit de geschiedenis van het Midden-Oosten die één God erkent. In een droom krijgt het een openbaring dat hij zijn liefde en trouw moet bewijzen aan Allah door te offeren wat hem het dierbaarst is op aarde: zijn zoon. De Koran leest: “’Mijn zoon, ik heb in de slaap gezien dat ik je zal offeren. Zie eens wat jij er van vindt’. Hij zei: ‘Mijn vader, doe wat je bevolen is. Je zult merken dat ik, als Allah het wil, iemand ben die gelukkig volhard’. Toen zij zich beiden (aan Allah’s wil) overgegeven hadden en hij hem op zijn voorhoofd had neergeld, riepen Wij hem: Ibrahiem! Jij hebt de droom doen uitkomen. Zo belonen Wij hen die goed doen. Dit was duidelijk een beproeving. En wij gaven voor hem een geweldig offer in de plaats” (Soera 37,103-107). Ook in deze versie komt een ram tevoorschijn dat geslacht wordt. Allah maakt duidelijk aan Ibrahim dat hij geen mensenoffers wil, maar gehoorzaamheid. God aanvaardt de oprechte daad van Ibrihim en maakt het verplicht voor alle moslims een dier te offeren.
Het is opvallend dat de Koran de naam niet geeft van de zoon van Ibrihim. De islamitische theologie is de te offeren zoon Ismaël gaan noemen. Voor de Joden en Christenen is het Isaak.
Het offerfeest en de hadj (pelgrimstocht)
Eenmaal in hun leven moeten moslims een pelgrimstoch (hadj) maken naar Mekka in Saudi-Arabië. De pelgrims maken een tocht langs heilige plaatsen die verbonden zijn met Ibrihim en Mohammed. Ze maken de reis van hun stamvader Ibrihim opnieuw. Op de tiende dag van die bedevaart offeren pelgrims een dier. Zij drukken zo hun dankbaarheid uit dat ze Allah mogen dienen.
Moslims die niet op bedevaart zijn, nemen deel aan een gebedsdienst in hun moskee en slachten een dier ter herdenking van de gebeurtenis met de zoon van Ibrihim.
Een derde van het vlees is voor de armen, een derde voor familieleden en vrienden, een derde voor jezelf. Dit jaar valt dit Offerfeest op 1 september. Het valt steeds zeventig dagen na het einde van de ramadan. Het duurt drie dagen en is voor iedere moslim een uiting van individuele geloofsbeleving. Het dier dat men offert moet vrij zijn van gebreken. Het wordt met zijn kop naar Mekka gelegd en men vraagt Allah toestemming voor het offer met de woorden “In naam van Allah. God is groot. Heer, God, in uw naam, door U en van U, aanvaard dit offer dat ik U breng, zoals U het hebt aanvaard uit handen van uw vriend Ibrihim”. Daarna wordt het dier met een halssnede gedood. Het bloed loopt zo weg uit het lichaam. Bloed is voor moslims (maar ook voor Joden) onrein en daarom mogen zij geen vlees eten met bloed erin. Vandaar de noodzaak om ritueel of halal te slachten.
Hellen Mardaga
(Voor het gedeelte over de Islam maakte ik dankbaar gebruik van: http://www.idkb.be/nl/feesten_in_de_wereldgodsdiensten/september_2017/of...(1_sept)-829.html)
Voor de foto: Photo via <a href="https://visualhunt.com/re/8d067d">Visual hunt</a>