De koning van het 'gewone' volk
Op zaterdag 9 september vierden we de eucharistie ter gelegenheid van de verjaardag van koning Boudewijn. Hij stierf 24 jaar geleden. De mensen van mijn generatie waren toen hoofdzakelijk tieners. Ik herinner me de foto van het koninklijke echtpaar, die op school hing aan de ingang van de turnzaal. Bij speciale gelegenheden hing er een vlag naast of een bloem. Naast de afbeeldingen van de koninklijke familie op de koekjesdozen en de lessen in de klas over de koninklijke dynastie, blijft het portret van Boudewijn en Fabiola uit mijn stripverhalenreeks van Urbanus, me het meeste bij. In een nummer uit midden jaren tachtig (nummer 3 "Het papschoolgenie") brengt Boudewijn met Fabiola een bezoek aan het boerengat Tollembeek. Daar woont de jonge Urbanus met zijn huisdieren Amedee (een hoogbegaafde bromvlieg) en Nabuko Donosor (een tweeledige hond met pantoffels) en zijn ouders Cesar en Eufrazie. Het koninklijk paar komt naar het lokale gemeenteschooltje dat onder leiding staat van meester Kweepeer. De koning zal de examens van de klasgenoten van Urbanus afnemen. Urbanus zelf staat in de hoek met ezelsoren omdat hij te laat kwam. Het is frapant hoe de koning en de koningin op de situatie reageren. Ze hebben medelijden met de gestrafte leerling en gaan onmiddellijk naar hem toe. Later die dag gaan ze eten bij Cesar en Eufrazie, twee marginale en laaggeschoolde keuterboertjes. Van konklijke etiquette is weinig sprake tijdens de maaltijd en de boertjes klagen steen en been. De koning probeert zo veel mogelijk te luisteren en te helpen.
Hoewel het verhaal van Urbanus zeer ludiek is, vertelt het aan de lezer toch iets over wie Boudewijn is: een man die luistert, die de pijn van de mensen voelt en hun miserie aanhoort.
Het is precies dit beeld dat in de keuze van de lezingen voor de misviering, naar boven komt.
De koning die luisterde
De eerste lezing vertelde het verhaal van de wens van Salomo. Hij vraagt aan God een opmerkzame geest, om recht te kunnen spreken en een onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad. Omdat hij niet vraagt om een lang leven, rijkdom of de dood van zijn vijanden, schenkt God hem een geest vol wijsheid en begrip. (1 Koningen 3,5.7-12). Het is hierover dat Mgr. Cosijns het volgende zegt in zijn homilie :
Koning Boudewijn kon luisteren. En zoals ik al zei, luisteren, betekent zowel ten volle horen wat de andere zegt maar ook luisteren in de zin van gehoorzaam zijn.
Ook voor Koning Boudewijn was dit zo. Mensen zochten hem op en als hij naar buiten kwam, stonden er altijd heel wat mensen om hem te zien en hem te spreken. Ze wisten dat koning Boudewijns hart medelijden voelde met allen die lijden. De koning kon diep geraakt worden door het leed van de anderen. Hij voelde de pijn aan van mensen. En als er een ramp gebeurde of een groep mensen getroffen werd door ongeluk, was hij daar om naar hun miserie te luisteren. [...] Dit is een eerste reden om hem te herdenken. Hij was een uitzonderlijke koning. Hij was 42 jaar lang een herder voor zijn volk.
De koning die leefde als een christen
In het evangelie van Johannes vertelt Jezus aan Nikodemus, dat zoals Mozes de slang omhoog hief in de woestijn, de Mensenzoon moet omhoog geheven worden (3,13-17). Het vers verwijst naar de actie van Mozes in de woestijn. De Israëlieten morren omdat ze in de woestijn ronddwalen zonder voedsel noch drank. God straft hen door giftige slangen te sturen. Mozes krijgt de opdracht een bronzen slang te maken en op een paal te plaatsen. Wie er naar kijkt en gelooft, zal niet sterven van het gif. Mgr. Cosijns haalde het volgende aan in zijn homilie: "Voor koning Boudewijn was christen zijn: alles beleven vanuit zijn verbondenheid met God. Die gaf inhoud zowel aan zijn gebed als aan zijn sociale en maatschappelijke inzet.
Het was vanuit zijn geloof dat hij ging naar mensen die het moeilijk hadden, naar allen die nood hadden aan respect: de alleenstaanden, de daklozen, vrouwen die slachtoffer zijn van vrouwenhandel.
Dit is een tweede reden om hem te herdenken: naast de uitzonderlijke manier waarop hij koning was, de wijze waarop hij als christen leefde".
De koning met wie wij over de dood heen verbonden blijven
Wat maakt Jezus anders dan Mozes? Wanneer Mozes de slang maakt in de woestijn, kan hij niet verhinderen dat de Israëlieten uiteindelijk zullen sterven. God redt hen wel van de giftige slangen maar uiteindelijk blijven ze als mens sterfelijk. Wanneer de Mensenzoon gekruisigd wordt, krijgt eenieder die in hem gelooft eeuwig leven. Dit wil zeggen dat Jezus, in tegenstelling tot Mozes, leven na de dood mogelijk maakt voor iedereen die in hem gelooft. Deze daad is Gods ultieme uiting van liefde voor Zijn schepping. Bij dit derde punt merkte Mgr. Cosijns op in zijn homilie:" Koning Boudewijn is ingetreden in het eeuwig leven en wij kunnen over de dood verbonden blijven met hem. Het is wat onze geloofsbelijdenis noemt: de gemeenschap met de heiligen.
Ook voor koning Boudewijn maakte dit perspectief op eeuwig leven, deel uit van zijn geloof.
Hij schreef zelf: 'Gods liefde mogen ontdekken is het mooiste dat ons kan overkomen, want het geeft ons toekomst, altijd opnieuw, tot over de dood heen'".