Aan alle priesters, diakens en pastoraal werkers, benoemd in het Vicariaat Brussel
Vrienden,
Al geruime tijd is de Kerk in opspraak door het schandaal van seksueel misbruik door priesters van minderjarige kinderen. Ook in ons land bleef de Kerk helaas niet gespaard van deze tragedie. Na het losbarsten van de zaak Vangheluwe in 2010, kwamen vele slachtoffers met hun verhaal naar buiten. Een aantal voelde zich eindelijk opgevangen en beluisterd in hun verborgen verdriet, zonder dat het aangerichte kwaad evenwel ooit teniet zal kunnen gedaan worden. In andere landen begint men nu pas de omvang in te schatten van dit schandaal, dat evengoed de daders aangaat als de verantwoordelijken van de Kerk die er de buitengewone ernst niet van wilden inzien.
Onlangs nog vestigde een documentaire de aandacht op het misbruik door priesters van vrouwelijke religieuzen in verschillende landen. De film confronteert ons zeer indringend met het weerzinwekkende gedrag van een aantal personen, die hun macht en statuut misbruikt hebben om gewijde vrouwen voor het leven te kwetsen.
We kunnen er niet omheen: de actualiteit van de voorbije maanden bracht ons een opeenvolging van berichten over het misbruikgedrag - van allerlei aard - door een aantal geestelijken: het zijn berichten die ons interpelleren, van ons stuk brengen en kwetsen. We worden overspoeld door een wirwar van gevoelens: verwarring, schaamte, vernedering, droefheid, opstandigheid, afschuw, weerzin ... Maar het verdriet dat wij allen voelen, wat ook onze levensstaat of opdracht is, kan tevens het teken zijn van onze liefde voor de Kerk, het Lichaam van Christus, “wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee” (1 Kor. 12,26).
Wanneer we zulke crisis onder ogen moeten zien, stellen ons minstens drie bekoringen op de proef. De eerste is die van de incoherentie, de gespleten tong, de hypocrisie. Diegenen die zwaar in de fout zijn gegaan, hebben aan deze bekoring niet kunnen weerstaan. Maar ben ik zelf coherent met het geloof dat ik krachtens mijn opdracht verkondig? Is het getuigenis dat ik uitdraag waarachtig en “sprekend”? Het is de plicht van elke gelovige en a fortiori van elke pastor om zich deze vragen te stellen.
Een tweede bekoring is te geloven dat een eenvoudige oplossing het hele probleem kan oplossen en ons in de toekomst zal hoeden voor dergelijke calamiteiten. Het tegendeel is waar: deze vraagstukken zijn zeer complex. We moeten ze durven benaderen in al hun aspecten, met intelligentie en inzicht. Om hieraan te werken, heb ik ieder van u nodig. Het kan immers niet louter gaan om een zaak van structuren, interne organisatie, van wat “loodgieterwerk”. Er zal niet echt iets veranderen als we niet aanvaarden dat onze bekering tot het Evangelie iets is waar we iedere dag aan moeten werken.
De derde en laatste bekoring, en wellicht de meest subtiele is die van de ontmoediging. In de Evangelies kezen we dat Jezus zelf hierdoor getroffen werd. “Waar dient het allemaal toe?” Een groot aantal gelovigen heeft de deur achter zich toe getrokken. Nochtans… wanneer ik ontmoedigd geraak, hoor ik de stem van Petrus in mij weerklinken: “Heer, naar wie zouden we moeten gaan? U spreekt woorden die eeuwig leven geven” (Joh 6,68). Dit brengt mij troost. Ik bid dat wij in het diepste van onszelf vertrouwen en hoop blijven koesteren.
Op de Vicariale Raad leek het ons belangrijk dat er binnen de Pastorale Eenheden en binnen onze verschillende ploegen en plekken waar we gezonden worden, de sterke gevoelens die in ons leven openhartig en vrij tot uiting kunnen komen. Ik moedig u aan hierover met elkaar te spreken en om in de komende weken te voorzien in een moment van uitwisseling voor degenen die over dit onderwerp willen beluisterd worden. Het is er daarbij in de eerste plaats niet om te doen om debatten te organiseren of antwoorden te zoeken voor problemen. Het gaat er vooral om met elkaar te praten en naar elkaar te luisteren als zusters en broeders in Christus, om elkaar te steunen en ons samen tot de Heer te keren. Zo’n ontmoeting bevat dus ook een moment van gebed en tijd om te luisteren naar het Woord Gods.
Zo nodig kan u zich wenden tot de dienst Vorming van het Vicariaat die u kan bijstaan een gepaste gespreksleider te vinden die dit soort uitwisseling in goede banen kan leiden (mail: ria.dereymaeker@ccv.be )
Laat ons in deze Vastentijd voor elkaar bidden: voor onze bekering, onze trouw aan het Evangelie.
En voor de Heiligheid van de Kerk, die geroepen is om teken en instrument te zijn van het heil, geschonken in Jezus Christus.
Van ganser harte, dank voor uw trouwe inzet voor de Kerk te Brussel.
Ik wens u reeds een mooie Goede Week en een zalig Paasfeest.
Met een genegen groet, in Christus,
+ Jean Kockerols