Ingericht door het Davidsfonds en Centrum voor Christelijk Vormingswerk (CCV), stelde auteur en priester Jan Van Eycken zijn allernieuwste boek voor in de zaal van seniorencentrum Warlandis in Jette. Ria Dereymaeker van het CCV leidt het onderwerp in en gaat onmiddellijk naar de uitdagende ondertitel: begrijpen wij het Oosten wel? Vandaag zijn we helemaal zen of gaan we mediteren maar begrijpen wij de context wel waarin deze gebruiken ontstonden? Theoloog Jef Felix had vijf vragen voorbereid die hij Jan Van Eycken voorlegt.
Wat heeft u ertoe gebracht om deze boeken te schrijven?”
want Jan schreef voordien nog andere boeken. Doordat er na een verblijf in Afrika geen plaats meer was in de territoriale pastoraal kwam Jan in de interreligieuze dialoog terecht. In een vorig boek beschreef hij de verhoudingen tussen christenen, joden en moslims: ondanks de vele spanningen is er niet echt een kloof tussen deze godsdiensten. Tussen de westerse en oosterse religies is die er wel, vooral omdat er nooit veel historische interactie tussen beide werelden bestond en er inhoudelijk zelfs tegenstellingen bestaan. Denken we alleen maar aan wat er gebeurt na onze dood. Het boek is belangrijk omdat je niet alleen je eigen geloof dient te kennen, maar ook dat van je gesprekspartner.
Waarom drie delen?
Inderdaad, de eerste drie hoofdstukken van het boek bevatten 30 onderwerpen, laagdrempelig geschreven zoals “yoga is meer dan relaxatieoefeningen”, “hindoeïsme en veelgodendom”., “hebben Jezus en Boeddha iets met elkaar gemeen?”. Een tweede deel behandelt kort hoe het Westen in contact is gekomen met het Oosten. Alexander de Grote was een van de eersten in India maar zijn tocht had vooral militaire bedoelingen. Ook peilt de auteur naar de aanleiding dat oosterse religies in de loop van de twintigste eeuw in het Westen zijn terechtgekomen. Een derde deel handelt over historische brugfiguren waaronder de meest bekende Mahatma Gandhi en de dalai lama zijn. Zij brachten veel begrip op voor christelijke waarden, zoals de zaligsprekingen uit het evangelie, veel minder ten opzichte het concrete gedrag van de christenen.
Zijn er frapante gelijkenissen?
Een andere brugfiguur is de Vlaamse mysticus Jan van Ruusbroec die nooit in contact is geweest met hindoeïsme of boeddhisme maar wel een mystiek ontwikkelde die veel gelijkenissen vertoont met de oosterse mystiek. Jef Felix leest in die context een gebed van een tamil-mysticus uit de 13de eeuw voor. “God moet je proeven in je hart. O Gij, die nedergedaald zijt in het diepste van mijn hart, geef me mijn aandacht te kunnen richten, alleen maar op die diepte van mijn hart”. Merkwaardige gelijkenis in terminologie voor mensen of culturen die geen contact met elkaar hadden gehad.
Wie zijn Boeddha en Brahman?
Boeddha is een historische figuur uit de 5de eeuw voor Christus die zich afkeerde van de rituele godsdienst en zich helemaal niet uitspreekt over God. Brahman is geen historische figuur maar de naam van het goddelijk principe in het hindoeïsme waarvan alles de oorsprong is.
Hoe kunnen oosterse religies onze christelijke traditie verrijken?
De auteur meent dat hindoes en boeddhisten veel meer dan westerlingen gekenmerkt worden door een sterk contemplatieve dimensie. Die blijft niet beperkt tot een kleine groep “professionals” in de kloosters. Ze leggen ook meer nadruk op rust en evenwicht in alle domeinen van het leven. Westerse religies hebben een systeem dat over de waarheid spreekt, daar waar oosterse religies gericht zijn op het leeg worden en wijsheid verzamelen. Oosterse religies vertonen een groter pluralisme naar andere levensbeschouwingen, waardoor het goed zou zijn indien de westerling een beetje kon ‘boeddhiseren’…
Na deze uiteenzetting krijgen de aanwezigen – ik schat een 50-tal- de gelegenheid om vragen te stellen. Een ervan ging over hoe boeddhisten omgaan met lijden en dood. Een voor onze oren onverklaarbare visie is dat ziekte en sterven niet negatief wordt ervaren, want de noodzakelijke mogelijkheid bied tot wedergeboorte. En daardoor kan het karma zijn weg naar perfectie verderzetten. Op de vraag hoe het geweld in India kan verklaard worden ondanks de geweldloze aard van hindoeïsme luidde het antwoord dat de drang naar macht en een zuivere identiteit (Hindutva) andere bevolkingsgroepen kan discrimineren, wat een contradictie in terminis is. Maar dat geldt eveneens voor andere religies, wanneer er de kern van hun boodschap veronachtzamen.
Jan De Broeck