Vandaag zijn de kerken kaal omdat christenen sinds vrijdag 15u treuren om de dood van Jezus. In de kerk zijn geen bloemen of kaarsen, het altaar is kaal, het tabernakel leeg enzovoort. De paaswake begint na zonsondergang. We vieren de verrijzenis van Jezus en de liturgie bevat verschillende gebaren en rituelen die eraan herinneren: de zegening van vuur en water, het aansteken van een nieuwe paaskaars, het aankleden van het altaar, het luiden van de klokken tijdens het gloria. In sommige gemeenschappen doopt de priester tijdens de nacht kinderen of catechumenen. Het is ook het begin van een nieuwe liturgische periode: de Paastijd (50 dagen). Zeven weken vieren we nu Pasen met als hoogtepunt Hemelvaart en Pinksteren.
De dienst van het woord is zeer uitgebreid. Zeven teksten uit het Oude Testament vertellen hoe God ingrijpt in de geschiedenis van de mens. Hij doet dit om Israël, zijn volk, voor te bereiden op de komst van Jezus, Zijn zoon. We horen eerst het scheppingsverhaal. Het beschrijft hoe God de wereld heeft geschapen. Het verhaal legt uit dat God aan de oorsprong ligt van alles wat de mens omringd. Met de verrijzenis van Jezus begint de ‘Nieuwe Schepping’. De tweede lezing is het verhaal van Abraham en Isaak. Abrahams vertrouwen in God is zo sterk dat hij zijn enige zoon Isaak voor hem wil offeren. God wil geen mensenoffer voor zichzelf. Het is niet Abraham die een mens moet offeren voor de glorie van God. Het is God zelf die zijn eniggeboren zoon moet offeren voor de glorie van de wereld. De derde lezing is de uittocht uit Egypte. Het toont aan hoe God zorg draagt voor zijn volk en het hoop geeft op een nieuwe toekomst. Paulus ziet in de tekst een voorafbeelding van de redding door het doopsel. De vierde en vijfde lezing zijn profetieën uit Jesaja. De profeet heeft een droom. God kondigt aan dat er een einde zal komen aan de ballingschap. De droom wordt werkelijkheid in het Rijk van God dat Jezus aankondigt. De zesde lezing is een profetie van Baruch en de zevende een van Ezechiël. Er is één lezing uit de Romeinenbrief. Wie als christen gedoopt is, sterft en laat zijn leven als niet-christen achter. Hij/zij begint een nieuw leven in Christus. In de dienst staan twee symbolen centraal: licht en water. De Paaskaars is het symbool van de verrezen Christus. Ze wordt de donkere kerk binnengedragen als verwijzing naar nieuw Licht. Water roept zowel leven als dood op. In water kan je verdrinken maar je hebt het ook nodig om te leven. De aanwezigen worden besprenkeld met water en herinnerd aan hun doopsel.