Op de 27ste dag van de islamitische maand Radjab vieren moslim bij zonsondergang Mohammeds hemelreis. Volgens de legende reisde hij tijdens deze gezegende nacht (Al Isra’ wal Miraj) eerst van Mekka naar Jeruzalem. De aartsengel Djibriel (Gabriël) wekt Mohammed, die in Mekka aan het heiligdom ligt te slapen. Er verschijnt een wit mythologisch dier. Het is Buraak, een ezelachtig dier met vleugels aan zijn hoeven. Op de rug van Buraak vliegt hij samen met Djibriel naar de “Koepel van de Rots” in Jeruzalem, gelegen op de tempelberg. Boven op de heuvel zitten Mozes, Jesaja, Jezus en andere profeten op een rots. Mohammed bidt er samen met hen. Dit maakt dat de Qubbat As-Sakrah moskee in Jeruzalem (Moskee van de “Koepel van de rots”) voor moslims een van twee heilige gebieden in de stad is.
Een andere voor hen heilige plaats in de stad, is de Al-Aqsa moskee. Daar vindt een gebeurtenis plaats die de oorsprong van de vraag vijf maal daags te bidden, verklaart.
Het verhaal gaat dat Mohammed vanuit Al-Aqsa met zijn dier en een ladder, verder reist naar de hemel. Hij stijgt op door zeven hemelen. In de eerste hemel ontmoet hij Adam, in de tweede Johannes de Doper en Jezus, in de derde Jozef, in de vierde Henoch (een van de voorvaderen van Noach), in de vijfde Aäron, in de zesde Mozes en in de zevende Abraham. Vervolgens stijgt hij verder omhoog naar de uiterste grens van de hemel. Hij komt uit bij de boom van kennis van Gods schepping. Allah geeft daar de opdracht dat alle moslims 50 maal per dag moeten bidden. Als Mohammed terug afdaalt naar de aarde, ontmoet hij Mozes opnieuw in de zesde hemel. Als die hoort dat God moslims vraagt 50 maal per dag te bidden, vindt hij dat te moeilijk voor de mensen. Hij stuurt Mohammed terug naar Allah, die vervolgens het aantal gebedsmomenten terugbrengt tot tien. Ook dat vindt Mozes teveel en hij zendt Mohammed opnieuw naar Allah. Hij krijgt een vermindering tot vijf gebedsmomenten per dag.
In de islam is er ook sprake van de Hemelvaart van Jezus, maar die heeft een andere theologische betekenis dan in het Nieuwe Testament.
Na zijn opstanding uit de doden, verschijnt Jezus gedurende veertig dagen aan de apostelen. Hij bewijst zo dat hij na zijn lijden en dood weer in leven is (Handelingen 1,3). Hij wordt voor hun ogen omhoog geheven en een wolk onttrekt hem aan het gezicht (1,9). Ze krijgen de belofte dat Jezus ooit op dezelfde manier terug zal neerdalen op aarde (1,10). Christenen plaatsen Hemelvaart, ná de dood van Jezus. Hij moet eerst sterven, verrijzenis én dan pas kan hij terugkeren naar de Vader. Eens opgestegen naar de hemel komt hij niet terug, tenzij op de dag van het Oordeel. In de Islam gebeurt de Hemelvaart in de plaats van de kruisdood. In Soera 4 verklaart de Koran dat Jezus nooit aan het kruis stierf: “Zij zeggen ‘Wij hebben de Masieh ‘Isa, de zoon van Marjam, Gods gezant, gedood’. Zij hebben hem niet gedood en zij hebben hem niet gekruisigd, maar het werd hen gesuggereerd. Zij die het daarover oneens zijn, verkeren erover in twijfel. Zij hebben er behalve het afgaan op vermoedens geen kennis van, zij hebben hem vast en zeker niet gedood. Echter, God heeft hem tot zich omhoog gebracht. God is machtig en wijs” (Soera 4,157-158). Moslims geloven wel dat Jezus gekruisigd werd, maar niet dat hij de kruisdood stierf. God hief hem fysiek omhoog naar de hemel, maar hij rees niet op uit de doden. Volgens het islamitische denken kan een profeet niet omgebracht worden. Het is een goddelijke boodschapper die ofwel een natuurlijke dood sterft, ofwel door God in de hemel wordt opgenomen. Sommige moslims geloven dat de Hemelvaart van Mohammed een droom betreft, zoals ook Aisha gezegd zou hebben. Maar veel moslims beweren dat hij de reis fysiek maakte
Foto credit tegel: twiga_swala on VisualHunt.com/CC BY-SA