De mistroostigheid is op deze dag zo groot dat we geen eucharistie vieren
Tijdens de herdenking van het lijden van Jezus, lezen we uit Jesaja het vierde lied van de dienaar van de Heer. De tekst voorspelt de vernedering en het onmetelijke lijden van de dienaar van de Heer. In de tweede lezing uit de Hebreeën (4,14-16; 5,7-9) verwijst de term 'hogepriester' naar de op de proef gestelde en verheerlijkte Christus. Hij verliest zijn vertrouwen in God niet en doorstaat de beproeving. Hij zal iedereen helpen omdat God zijn gebed om redding uit de dood, verhoorde. Door zijn gehoorzaamheid aan God is hij voortaan in staat de mens uit de zonden en de dood te bevrijden. In zijn passieverhaal stelt Johannes Christus voor als een koning over een rijk dat niet van deze wereld is. Judas verraadt Jezus niet met een kus, maar van in het begin weet de Mensenzoon wat er met hem zal gebeuren. Op 'koninklijke wijze' gaat hij als gevangene mee. Jezus de koning sterft aan het kruis. Zijn dood is voor de vierde evangelist geen vernedering maar verheffing en glorie. Hij overwint de dood en zal schrijnen als het Licht in de duisternis, zoals Jesaja voorspelde.