In 1997 begon Joost aan zijn studie verpleegkunde te Brussel (Odissee). In 2003 werd hij hoofdverpleegkundige van de afdeling psychiatrie in de Sint-Janskliniek.
Wat scheelt er met iemand binnen jouw psychiatrische afdeling?
In tegenstelling tot andere patiënten in het ziekenhuis, zie je aan iemand die psychiatrisch ziek is geen lichamelijke symptomen zoals bijvoorbeeld koorts, uitslag of zwellingen. De ziekte uit zich in moeilijkheden omtrent relatievorming.
De persoon onderhoudt een verstoorde relatie met zichzelf, de andere en/of de wereld rondom.
Dit is een enorme handicap die leidt tot triestheid, zinloosheid en soms zelfmoord. Het is verkeerd te denken dat een psychiatrische patient “een gek is die men moet opsluiten”. Het gaat om mensen die op bepaalde momenten minder goed functioneren. Iemand kan ’s morgens helder zijn en ’s nachts plotseling doodsbang. Er zijn mensen die tijdens een gesprek met mij perfect functioneren maar dan in een groepsgesprek ineens veel minder of helemaal niet. Mijn afdeling is een crisisafdeling wat wil zeggen dat patiënten hier ten hoogste dertig dagen kunnen verblijven. Tijdens die periode proberen we samen een behandeling te construeren.
Waaruit bestaat de zorg voor een psychiatrische patient?
Wij zorgen ervoor dat hun relationele problemen, minder belemmerend werken.
Wij proberen een manier te vinden het dagdagelijkse leven van die persoon terug zinvol te maken.
Verplegers op onze afdeling hebben een uitgebreid takenpakket. Ze zien toe op een correct dag- en nachtritme, ze dienen medicatie toe en doen aan lichaamsverzorging. Daarbuiten vergezellen ze mensen naar afspraken zoals het OCMW, de bank, andere ziekenhuizen, voorlopige bewindvoerders en meer. Al onze patiënten komen naar hier uit vrije wil. Als de staat van hun ziekte het toelaat, mogen ze op bepaalde uren de afdeling verlaten. Iedereen is vrij om terug naar huis te vertrekken maar wie ervoor kiest hier te blijven moet zich aan de regels houden. Dit betekent ondermeer het deelnemen aan voorziene activiteiten. Hierdoor leren onze mensen opnieuw omgaan met tijd, ruimte en met anderen. Op die wijze ontdekken ze een andere kant van hun persoonlijkheid.
Wat is jouw functie als hoofdverpleegkundige?
Ik heb contact met de patiënten. Zowel door verbale als niet-verbale communicatie probeer ik ze te brengen tot een andere omgang met zichzelf, de ander en de wereld die niet langer belemmerend werkt. Toen ik verpleegkunde studeerde wist ik meteen dat psychiatrie iets voor mij was. De zorg is relationeel en communicatief en dat zijn mijn sterke punten. Het doel is een behandeling te construeren die ervoor zorgt dat de patiënten de draad van zijn/haar leven terug kan opnemen.
Het is fundamenteel een werk van zingeving en draait rond de vraag: “Hoe wordt zinvol leven voor jou terug mogelijk gemaakt?”.
Daarnaast sta ik aan het hoofd van een ploeg en moet ik ervoor zorgen dat die tijd, middelen, gelegenheden krijgt om met patiënten bezig te zijn.
Waarom koos je voor Brussel?
De stad is zeer divers en dit heeft tot gevolg dat je creatief moet zijn. Ik vind het een uitdaging na te denken over de vraag hoe men voor mensen kan zorgen die door een cultureel ander referentiekader omringd zijn. Hoe help je een toekomst bouwen voor een psychiatrische patient die niet uit West-Europa komt? We kunnen niet doen alsof een persoon uit een ander continent past binnen onze gangbare referentiekaders.
Door in Brussel te werken dwingt dit mij mijn vertrouwde categorieën in vraag te stellen en dat vind ik een uitdaging.