"Witte donderdag" herinnert aan het gebruik het kruisbeeld met een wit doek te bedekken. Centraal staat de herdenking van het Laatste Avondmaal
Met "Witte Donderdag" gaat het Paastriduum van start (de driedaagse voor Pasen). Centraal in de liturgie staat de viering van het Laatste Avondmaal ter herdenking van de verrijzenis. De eerste lezing (Exodus 12,1-8.11-14) beschrijft de oorsprong van het Paasfeest in Israël. Het is in oorsprong de dag waarop men de uittocht van Israël uit Egypte herdenkt. God trof Egypte door de eerstgeborene van mensen en dieren niet te sparen. De tweede lezing (1 Kor 11, 23-26) is genomen uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs. De apostel geeft een overlevering door die hij zelf ontving, dat Jezus op de vooravond van zijn dood de eucharistie instelde.
In het evangelie staat de voetwassing centraal, die het thema van de zelfgave en dienstbaarheid beklemtoont. Het gebeurt tijdens een maaltijd, wanneer het Paasfeest op handen is. De tijdsaanduiding geeft aan dat Jezus' dood en verheerlijking het komende Joodse Paasfeest een nieuwe betekenis moet geven. De voetwassing illustreert de houding die wij, de leerlingen en volgelingen, moeten aannemen. Doorheen onze handelingen tonen wij onze liefde en dienstbaarheid voor elkaar.