OUDERE NAASTE
Nu de tijd
aan mij voorbijgaat,
seizoen na seizoen,
dag na dag,
uur na uur,
besef ik
dat onder het kleed
van mijn ouderdom
het frisse kind van weleer
nabij blijft.
Mijmerend
over het voorbije,
is er geboortekreet
van nieuw leven,
is er leegte en gemis
door het sterven
van een naaste
aan mijn zijde,
is de sterke boom van weleer
het geknakte riet van vandaag.
En in stilte
fluistert de zekerheid:
‘Ook mijn dagen zijn geteld!’.
Geen angst moet er zijn,
diepe vrede mag er zijn.
Vrede met mezelf,
vrede met mijn naaste,
vrede met de Heer
die me toefluistert:
‘Je sterven is geen grens,
maar heilige ruimte
naar nieuwe ontmoeting
voorgoed’.
(©capoenpiet)