HOMILIE TE DEUM 15 NOVEMBER 2022 Ef. 4,29- 5,2
Een feestdag verdient een moment van bezinning. Het is goed even halt te houden, even op de vluchtheuvel te staan in het drukke verkeer van ons leven en werken. Onze bezinning is geen vlucht uit onze dagelijkse opdrachten maar een pauze om extra inspiratie en kracht op te doen om straks onze verantwoordelijkheden verder met toewijding te behartigen.
We beluisterden een korte tekst uit de brief aan de christenen van Efese. De lezing doet ons stilstaan bij ons taalgebruik. Het is niet de bedoeling van de schrijver om onze woordkeuze en uitspraak te verbeteren of te verfijnen. Hij wil ons doen stilstaan bij het effect van onze woorden op de luisteraars. Ondoordacht en haastig vallen er soms woorden met kwalijke gevolgen. Ze zetten mensen en groepen tegen elkaar op, ze zaaien verdeeldheid of doen afbreuk aan de waarheid.
Scherpe taal kan mensen kwetsen, ja zelfs levens breken.
Daarom is het goed de oproep van de schrijver ter harte te nemen: “spreek een goed woord, opbouwend tot zegen van de hoorders”. De taal is een machtig instrument tot opbouw van ons samenleven. Er is een manier van spreken die niet terugschrikt om vragen te stellen of kritisch te zijn, maar dit doet op een wijze die constructief bijdraagt tot een rechtvaardig en vredevol samenleven. Het is een ware kunst om zo te spreken. Het is een gave, een talent dat mensen best inzetten in vredesgesprekken, in sociaal- en klimaatoverleg, bij bemiddeling in conflicten en in rechtspraak. Zo’n opbouwend spreken is een zegen voor wie het mag beluisteren. Het is een taal die goed zegt en goed doet. Zo’n communicatie is niet allen een kunst maar ook een kunde. We kunnen ons oefenen, ons trainen om zo te spreken dat personen, gezinnen en gemeenschappen er beter van worden en naar elkaar toegroeien.
Het komt erop aan keuzes te maken door een kwaadaardig en neerhalend spreken zoveel mogelijk te vermijden en te kiezen voor woorden die een zegen zijn.
Onze taalkeuze hangt volgens de Efesiërsbrief af van onze fundamentele keuze tussen goed en kwaad. Er klinkt een sterke uitnodiging om alle boosaardigheid te vermijden door geen ruimte te laten aan hatelijk roepen en tieren. Positief geformuleerd klinkt het zo: “wees goed en hartelijk voor elkaar, vergeef elkaar”. Mooi gezegd, maar tegelijkertijd is het toch veel gevraagd. Waarom zou ik altijd goed en barmhartig moeten zijn?
Op die laatste vraag geeft de schrijver een gevat antwoord aan het adres van de christenen in Efese: “leid een leven van liefde zoals Christus”. Het voorbeeld van Christus stimuleert ons om te groeien in onderlinge goedheid en vergevingsgezindheid. Hij ging weldoende rond en bleef vergevingsgezind tot op het kruis. Zijn woorden en daden waren een zegen voor ieder die Hem mocht ontmoeten.
Christenen blijven geboeid door het voorbeeld van hun Heer en zoeken met vallen en opstaan zijn voorbeeld te volgen.
In het antwoord op de vraag waarom ik altijd goed en vergevingsgezind dien te zijn, geeft de brief nog een ander antwoord: “wees navolgers van God, als geliefde kinderen”. God is één en al barmhartige goedheid. In Jezus heeft Hij dit getoond. Als kinderen van God verlangen we om op Hem te gelijken en te groeien in goedheid, in woord en daad.
Zusters en broeders, onze overweging op deze feestdag helpt ons om onze keuzes scherp te houden of opnieuw scherp te stellen. Met goedheid in woord en daad bouwen we verder mee aan een samenleving waarin het goed toeven is. We bidden vandaag dat onze woorden en beslissingen, onze keuzes en handelingen steeds meer doordrongen mogen zijn van een goddelijke goedheid in dienst van alle mensen.