Duizend namen bedachten dichters door de eeuwen heen om de moeder van Jezus te tekenen, te loven en te eren.
Het beeld van Maria wordt telkens opnieuw gekleurd door de tijdgeest. Nu eens is de voorstelling kinderlijk naïef, dan weer weelderig of barok van toon. In de middeleeuwen wordt Maria de verheven edele vrouwe bij wie de ridder in dienst wil, voor Goethe vertolkt ze ‘das ewig weibliche’. Dank zij een katholiek reveil herleeft de religieuze kunst einde negentiende eeuw en begin twintigste eeuw. Bekeerlingen zoals Manzoni, Péguy en Chesterton getuigen in hun werk over de rol die Maria daarbij speelde.
Veel schrijvers zijn gefascineerd door de unieke plaats van Maria, sinds alle eeuwen voorbestemd om de nieuwe Eva te worden. ‘Dieu caché dans la femme’ schrijft Paul Claudel over Maria, die eenvoudigweg Gods liefde aanvaardde en doorgaf aan de wereld. De literatuur benadrukt graag haar rol als middelares. Oude mirakelverhalen tonen beeldend hoe zij zwakken en zondaars ter hulp komt. Veel dichters, ondermeer Villon, Dante, Lope de Vega of meer recent Verlaine en zelfs Gezelle stellen zich klein en nederig op.
Slechts weinig teksten doen a reuk aan het ideale beeld van Maria. Toch is de kritische blik geen privilege van de laatste decennia. De auteur van de vrome Legenda Aurea stelt scherpe vragen, Chaucer vertelt een cynisch verhaal over Mariaverering en de romantische Heine kijkt ironisch naar het naïeve geloof van de bedevaartgangers in Kevelaer.
De zoektocht naar Maria in de literatuur levert zondermeer een gevarieerd en fascinerend beeld op.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.