- Indien mogelijk neem ik een kruisbeeld en steek er een kaars bij aan.
- Ik maak bewust en langzaam een kruisteken. Ik teken mij met het kruis. Ik verbind mij met Hem die aan dit kruis voor mij is gestorven, uit liefde. Ik ben verbonden met allen voor wie dit teken belangrijk is.
- Ik vraag aan de heilige Geest om mij in dit gebedsmoment tegemoet te komen: “Kom, heilige Geest, help mij om te luisteren naar wat God mij wil zeggen in het evangelie van deze 2de Paaszondag”
Ik lees het evangelie volgens Johannes (20,19-31)
19 In de avond van die eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: 20 “Vrede zij u.” Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. 21 Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u.” 22 Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvang de heilige Geest. 23 Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.” 24 Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen, toen Jezus kwam. 25 De andere leerlingen vertelden hem: “Wij hebben de Heer gezien.” Maar hij antwoordde: “Als ik niet in zijn handen het teken van de nagelen zie en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik het niet geloven.” 26 Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” 27 Vervolgens zei Hij tot Tomas: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde, en wees niet langer ongelovig, maar gelovig.” 28 Toen riep Tomas uit: “Mijn Heer en mijn God!” 29 Toen zei Jezus tot hem: “Omdat ge Mij gezien hebt, gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.” 30 Nog vele andere tekenen heeft Jezus gedaan in het bijzijn van zijn leerlingen, welke niet in dit boek zijn opgetekend, 31 maar deze hier zijn opgetekend, opdat gij moogt geloven, dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door te geloven leven moogt bezitten in zijn Naam.
Ik sta stil bij wat mij treft in dit verhaal. De onderstaande commentaar kan mij helpen.
De paasverhalen willen ons helpen zien hoe de verrezen Heer aanwezig komt in het leven van de leerlingen. Ze willen ons helpen oog te krijgen voor Zijn niet evidente aanwezigheid. Hij is de Gekruisigde en niemand anders, maar toch is Hij ook zo helemaal anders, zo onvoorstelbaar nieuw.
Het is de eerste dag van de week, de dag van Jezus’ verrijzenis, de dag die wij zondag noemen. Het is avond en de duisternis valt. De leerlingen van Jezus hebben zich opgesloten. Ze zijn bang voor de Joden; bang om hetzelfde lot als Jezus te ondergaan. Zij hebben zich als het ware in quarantaine gezet. Ook het lege graf heeft hen niet tot geloof en tot moed gebracht. Ik beeld mij in dat ook ik mij onder hen bevind en proef de sfeer onder hen. Hoe is die? Wat zeggen de leerlingen tegen elkaar? Waarover praten ze?
Misschien zijn niet alleen de deuren van de verblijfplaats gesloten, maar is ook het hart van de leerlingen vergrendeld. Wat maakt dat ook mijn hart wel eens gesloten is? Wat maakt dat ik mij soms opsluit in mezelf?
Plots komt Jezus binnen, ook al zijn de deuren dicht. Niets kan Hem ervan weerhouden om bij zijn leerlingen te komen, ook geen gesloten deuren. Hij gaat in hun midden staan en zegt “vrede zij u”. Wat ervaar ik bij deze plotse verschijning van Jezus? Wat komt er in mij op? Het eerste woord van Jezus is een woord van vrede. Hoe klinken die woorden van Jezus? Op welke toon spreekt Hij tot zijn leerlingen? Wat betekent die vrede van Jezus voor mij?
Jezus toont hun vervolgens zijn handen en zijn zijde. Ik zie de wonden van zijn kruisiging. Ja, het is Jezus zelf en niemand anders. De Gekruisigde is midden onder hen. Wat vertellen deze wonden mij? Wat roepen ze bij mij op? Hoe interpreteer ik die wonden? Wat is hun betekenis, zeker na dat eerste woord van Jezus?
“De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen.” Zijn er voor mij soms ook momenten waarop Jezus een bron van vreugde is? Welke zijn die momenten waarop ik iets mag ervaren van zijn aanwezigheid?
Jezus herhaalt zijn vredewens. Onmiddellijk verbindt Hij die met een zending. Hij zendt zijn leerlingen zoals Hijzelf gezonden is. De leerlingen krijgen de opdracht om de zending van Jezus verder te zetten. Het is de zending te vergeven. Dat is ook mijn zending als christen. Heb ik het moeilijk met vergeven? Wat is vergeven zoals Jezus? Wie heb ik al echt vergeving kunnen schenken? Wie nog niet?
Vooraleer Jezus aan zijn leerlingen zijn zending toevertrouwt, blaast Hij over hen en zegt Hij: “Ontvangt de heilige Geest.” Hij schenkt hun zijn eigen Geest, de Geest die over Hem kwam bij zijn doopsel. Dit is in het evangelie van Johannes Pinksteren. Pasen en Pinksteren vallen hier op dezelfde dag. De heilige Geest is ons gegeven om te kunnen handelen zoals Jezus. Doe ik soms een beroep op de heilige Geest?
Tomas was afwezig toen Jezus kwam. Het getuigenis van de andere leerlingen dat zij de Heer hadden gezien, kan hij niet zomaar aanvaarden. Hij zegt: “Als ik niet in zijn handen het teken van de nagelen zie en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik het niet geloven.” Hoe zou je deze houding van Tomas omschrijven? Is hij werkelijk de ongelovige zoals de traditie hem noemt? Herken ik iets van Tomas bij mezelf?
Acht dagen later zijn de leerlingen weer samen, met Tomas erbij. En opnieuw zijn de deuren vergrendeld. Het is weer de eerste dag van de week, de dag van de wekelijkse ontmoeting met de verrezen Heer. Hoe voelt het voor mij vandaag om al enkele zondagen niet met mijn medegelovigen te kunnen samenkomen? Wie of wat mis ik?
Opnieuw neemt Jezus het initiatief voor de wekelijkse ontmoeting. En weer is zijn eerste woord “vrede zij u”. Het is de derde keer dat Jezus dit woord uitspreekt. Het is een woord dat deze keer ook tot Tomas is gericht. Hoe heeft Tomas dit woord gehoord en ervaren, denk je?
Daarna spreekt Jezus Tomas persoonlijk aan: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde, en wees niet langer ongelovig, maar gelovig.” Jezus blijkt weet te hebben van Tomas’ moeilijkheid. Hoe denk je dat Tomas dit woord van Jezus heeft ervaren ? Op welke toon spreekt Jezus hier tot Tomas? Waartoe nodigt Jezus Tomas eigenlijk uit?
Wat betekent het wanneer Jezus Tomas uitnodigt tot geloof? Wat/wie moet Tomas geloven? Wat is voor mij geloven? Wat maakt het mij moeilijk om te geloven en mijn vertrouwen te stellen in Jezus? Wat helpt mij vooruit in mijn geloof? Zijn dat soms ook de vragen, de twijfels? Wat doe ik daarmee?
Of Tomas zijn vinger in de wonde heeft gestoken en zijn hand in de gewonde zijde van Jezus heeft gelegd, vertelt het verhaal niet. Hij roept wel uit: “Mijn Heer en mijn God”. Wat betekent die uitspraak? Wat zegt Tomas eigenlijk? Is Jezus ook voor mij ‘mijn Heer’?
“Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben” zegt Jezus. Die zaligspreking slaat op alle christenen die vertrouwen hebben geschonken aan het getuigenis van de apostelen en geloven in Jezus, de Messias, de zoon van God. Met deze uitspraak heeft Jezus het ook over mij. Wat doet het mij om door Hem zalig geprezen te worden?
Johannes besluit zijn verhaal met te zeggen dat hij enkele tekenen van Jezus op schrift heeft gesteld om ons geloof te ondersteunen en te voeden, en “opdat gij door te geloven leven moogt bezitten in zijn Naam”. Geloven in Jezus en Hem zijn vertrouwen schenken is een bron van leven, van onvergankelijk leven, van leven sterker dan de dood. Wat brengt het geloof in Jezus mij bij? Wat heb ik er aan?
- Ik zeg nu aan de Heer in heel gewone woorden – zoals ik het aan een vriend zou zeggen – wat mij in dit evangelie bijzonder getroffen heeft.
Ik formuleer vervolgens enkele gebedsintenties. Bijvoorbeeld:
- Voor mensen die worstelen met het geloof en daarmee bij niemand terecht kunnen.
- Om vrede in het hart van mensen die alleen maar onrust en angst kennen.
- Voor mensen die opgesloten zijn in wat hen gevangen houdt.
- Voor onze christelijke gemeenschappen die voorlopig niet kunnen samenkomen, dat er toch verbondenheid mag groeien rond en dankzij de verrezen Heer.
- Voor wie moeilijk vergeving kunnen schenken.
- Voor allen die het in deze coronacrisis moeilijk hebben.
Ik besluit met een Onze Vader of met onderstaand gebed.
God,
Gij hebt uw Zoon verheerlijkt.
In Hem zijn wij herboren
en uw vrede wenst Hij ons toe.
Vernieuw en verdiep ons geloof in zijn aanwezigheid;
maak ons één van hart
en laat ons wonen in zijn vrede.
Hij die met U en de heilige Geest leeft,
God, door de eeuwen der eeuwen. Amen