2020, dat schrijft zacht en rond. 2020 oogt als een balletduo dat ons meesleept in een wervelende dans. Het begint met de ‘2’ die de dans opent met een sierlijke reverence, een gracieuze buiging voor het publiek dat wij zijn. Dan heft ze haar kopje op en neemt ons in een halve boog mee naar boven. Vandaar gaat het in een adembenemende duik steil naar beneden om weer opverend haar salto af te werken in een uitlopend staartje. Daar staat ze dan, de ‘2’ van 2020! Wat een souplesse, wat een dynamiek zit er in die ‘2’. Haar partner neemt de dans over, rond krinkelend in een eindeloze cirkel. De bolle ‘0’ weet schijnbaar van geen begin en einde. Dus herneemt ballerina ‘2’ nog eens haar dans, zet weer een volmaakte figuur neer. De ‘0’ laat zich niet kennen en sluit het zaakje af met een nieuwe kring. 2020 geeft dat! Een mooi koppel is me dat, maar ze vinden elkaar wel. De ‘2’ die met haar krulstaart ‘open’ eindigt. Alsof ze ons zegt: het jaar ligt er voor jou, begin er maar aan en maak er wat van. En de ‘0’ die bevestigt wat de ‘2’ in gang gezet heeft.
Tweeduizend twintig, dat bekt ook goed. Naar stijlvorm een alliteratie, geen twijfel aan. Houd je het liever kort en krachtig, dan zeg je gewoon ‘twintig twintig’. Dat klinkt ferm en beslist. Maar voluit is het tweeduizend twintig. Zangerig, dat wel. Een erg ongelijk koppel is het, als je ’t mij vraagt. ‘2000’ torst een veel langere tijdsduur mee dan ‘20’. ‘20’ gaat wel honderdmaal in ‘2000’. Maar dat deert ons duo niet. Oud en jong vullen elkaar hier prachtig aan. Ervaring en frisse nieuwheid gaan zij aan zij. De ‘2000’ heeft Christus nog weten geboren worden en verder heel wat heil en onheil aan haar zien voorbijtrekken. De ‘20’ daarentegen is nog pril. Net de puberteit ontgroeid, de volwassenheid ingetuimeld. De eerste kijkt ernstig, geleerd door het verleden. De tweede ziet vooral de toekomst, een blad dat nog beschreven mag worden.
Zelf spiegel ik me een beetje aan beiden. Het verleden is wat het geweest is. Je wist het niet meer uit, het heeft me zelfs mee gevormd. Maar binnen in mij blijft het jong en hoopvol. Zo voelt elke mens dat, ongeacht de leeftijd die hij of zij heeft. Het lichaam krijgt zijn rimpels en rafelingen, het geheugen zijn gaten en vergeetputten. Maar binnenin klopt het hart nog als tevoren, het kind in mij dooft niet uit. Laat dat mijn wens zijn voor jou, beste lezer. Dat je de dag van morgen nog even fris en welgemoed weet aan te vangen. Als de ‘2’ die haar aanloop neemt en een buiging naar de zon maakt om dan toch weer onvervaard de realiteit in te duiken. Want zo is het leven. Hoogtes en dieptes nemen daar elk hun plaats in. Vreugde en verdriet gaan hand in hand. “Het is een altijd zich herhalende cirkel,” zegt dame ‘0’. “Het is een telkens nieuw begin,” zegt dame ‘2’. En met dit spel van woord en getal besluit ik dit duet. De toon is gezet, de dans geopend.
(jh)