Het mag doen denken aan die mededeling die we soms op het tv-scherm te zien krijgen als het volgende programmaonderdeel op zich laat wachten: ‘even geduld’. Even geduld, schijnen ons ook de hoofdfiguren in de liturgie van de vierde adventszondag te zeggen. De profeet Micha, Maria en Elisabeth in het evangelie, alle drie hebben ze hun hoop gesteld op iets kleins, op een ongeboren kind, op iets dat nog moet groeien. Het vraagt geduld om dat geboren te zien worden. Kan deze houding van geduldig verwachten ons ook vandaag bekoren, ons, mensen, voor wie alles snel moet gaan?
Wachten op God
Want wat wij verwachten, willen wij graag snel ingelost en vervuld zien. Vandaag een pakje besteld, en morgen al geleverd. Wij kijken er zelfs niet meer echt naar uit, het pakje wordt toch zo aan de deur afgezet. En bevalt het ons niet, geen nood, dan sturen we het terug. Als alles voor ons instant verkrijgbaar en binnen handbereik is, dan is het moeilijk om te groeien in een houding van hoopvol uitkijken en verwachten. God is immers niet zomaar op vraag leverbaar. Hij is geen pakje dat netjes aan de deur afgezet wordt. God zoeken is een levenslange speurtocht. En soms dan Hem nog niet vinden.
De profeet Micha
Laten we ons dan toch maar aanspreken door wat Micha zegt. Hij is een profeet die optreedt in een tijd van politieke verscheurdheid, een tijd ook van honger en armoe voor het gewone volk. Het is een situatie die niet veel reden tot hoop geeft. Toch blijft de profeet niet somber. Hij zegt het zo: al voelen jullie zich verlaten, God keert zich nooit voorgoed van mensen af. Om die woorden kracht bij te zetten wijst hij naar iets kleins, naar iets dat tijd nodig heeft om te groeien. In Bethlehem, in dat dorp van niets waar ooit de grote koning David uit voortkwam, uit dat dorp zal opnieuw een leider tevoorschijn treden. Het is nu nog maar een kind dat in de moederschoot rust. Gods toekomst heeft tijd nodig om te groeien. Maar eens komt die aan het licht, zoals een kind dat geboren wordt, onstuitbaar.
Het evangelie dan weer doet ons vandaag kijken naar twee vrouwen, Maria en haar nicht Elisabeth. Een prachtige miniatuur is dat. Twee vrouwen in verwachting die elkaar ontmoeten. Wederzijdse vreugde om het leven dat in hen groeit, voert hier de hoofdtoon. Wij mogen ons zo kort voor Kerstmis door hun vreugde laten aangrijpen, door hun geloof, hun verwachting. Zij zien het teken dat ze beiden in zich dragen, het teken van redding dat God zijn volk wil geven. Ook dat teken vraagt tijd, zoals een kind dat groeit in de moederschoot. Gods toekomst komt er niet in één keer. De weg van God is de weg van de dingen die moeten kunnen groeien. Het is er niet ineens. Maar het vraagt dat we ons er voor openstellen en de tekenen willen zien die ons ervan spreken, tekenen van goedheid die er heel zeker ook gebeuren rondom ons.
De profeet Micha, Maria en Elisabeth, zij gaan ons voor in het verwachtingsvolle geloof dat God naar ons omziet. Het mag ons in deze laatste dagen naar Kerstmis toe aanzetten tot een geduldig maar hoopvol geloof, dat ook in ons wil groeien.
(jh)
Zie ook : Adventstijd - durven verlangen