Voor de geschiedenis van deze “Santa Casa” (het huis van Jezus, Maria en Jozef te Nazareth in Loreto) moeten we teruggaan naar de tijd van de kruisvaarders. Een deel van dit huis werd per schip verstuurd naar Italië en kwam in 1294 aan in Ancona, een kleine haven dicht bij Loreto – stad die toen nog niet bestond. Triest die tweemaal in Ancona overnachtte schrijft – opnieuw in een van zijn schaarse notities – “Un petit port, la ville, petite mais belle” (Een kleine haven, de stad, klein maar mooi).
De legende over Loreto vertelt dat la Santa Casa door engelen naar Italië is vervoerd. De realiteit is iets prozaïscher. De bisschop van Recanati moest na aankomst van het schip in de haven van Ancona – in afwezigheid van de Paus- beslissen naar waar dit huisje moest vervoerd worden. Via porto Recanati, werd het huis op een ossenkar geladen en vervoerd naar een bosrijke plaats waar het stadje Loreto zou ontstaan.
De basiliek die er gebouwd werd is een prachtig stukje architectuur waaraan de beste architecten en kunstenaars van de 15e en 16e eeuw hebben meegewerkt. De koepel is na die van St. Pieters te Rome en de dom van Milaan de grootste van Italië. Deze koepel werd prachtig versierd. Het duurde zelfs twaalf jaar om deze koepel af te werken.
Het huisje zelf staat in de basiliek en is omgeven door een prachtig versierd marmeren omhulsel. Wij, moderne of post-moderne mensen zouden het veel soberder houden!
De stenen rond dit huis zijn uitgesleten door de vele pelgrims die biddend op hun knieën een rondgang maakten.