Dit gebeurde en vandaar trok zij naar de woestijn over de Jordaan om daar in boete te leven.
Zij leefde er 47 jaar, eerst van het weinige brood dat zij had kunnen meenemen, later van de planten die daar in het voorjaar groeien. Van haar kleren bleef langzamerhand niets over, zij ontmoette er niemand. Loskomen van haar vroegere losbandige levensstijl was niet eenvoudig, maar zij wendde zich tot Maria in schaamte en berouw. Langzaam kwam zij tot kalmte en een mystiek licht omstraalde haar toen zij uiteindelijk met de monnik Zosima sprak.
Zij vroeg Zosima om het volgende jaar, op de dag van het Laatste Avondmaal voor haar de Communie gereed te houden.
Toen Zosima het volgend jaar op haar wachtte aan de oever van de Jordaan, zag hij haar over het water naar zich toelopen. Zij ontving de Eucharistie en vroeg hem haar het volgend jaar weer te komen opzoeken.
Zosima vond haar het volgende jaar diep in de woestijn, gestorven en begroef haar met de hulp van een leeuw die plotseling was komen opdagen.
Op de grond stond geschreven dat zij Maria heette en op Goede Vrijdag gestorven was.
Bron: Heiligenlevens voor elke dag. Orthodox klooster Den Haag.
De kerk die pas in de 16e eeuw aan de H. Maria van Egypte werd toegewijd is in 1916 onttrokken aan de eredienst.